In 1765 huwde Herman van Nagel met Johanna Elisabeth van Doornick, het enig overlevende kind van Willem C.F.A.J. van Doornick, heer van de Wohnung, Endt en Wanckum, en diens vrouw Maria Agnes van Stepraedt, de laatste een der dochters en erfgenamen van de laatste Van Stepraedts, bezitters van Doddendael, Loenersloot, Duistervoorde en Indoornik.

Het oude Gelderse geslacht Van Doornick, dat niet in aanwijsbaar verband staat met het geslacht Borre, dat de graventitel Van Doornick (dat is Indoornick) voerde *  , heeft lang te Amersfoort en Nijmegen gewoond en verkreeg eerst belangrijk Gelders grondbezit in 1571 door het huwelijk van Willem (overleden 1616) met Elisabeth van Boetbergen. Hun zoon Johan (overleden 1622) huwde in 1608 met Sophia van der Capellen, erfdochter van de Wohnung; de zoon van dit echtpaar, Willem (overleden 1678), werd bij testament in 1665 erfgenaam van zijn verre nicht Anna van Ulft, vrouw van Laeckhuysen, en noemde zich sindsdien Van Ulft genaamd Doornick, ook wel Van Doornick genaamd Ulft. Bovendien verkreeg hij door zijn huwelijk (1655) met Johanna van Stepraedt de heerlijkheid Het Loo (bij Apeldoorn).

Zijn zoon, Johan Carselis, huwde in 1694 met zijn achternicht, ook Johanna Maria van Stepraedt genaamd, wier moeder Sophia Heilwich van Lynden, weduwe van Reiner Johan van Stepraedt, testamentaire efgename was van Lutger Caspar van Boetbergen (overleden 1696), de laatste heer van Wanckum (bij Wetten) uit zijn geslacht. Wanckum werd in 1896 door baron Von Nagel verkocht.

Zie voor de drie opeenvolgende huwelijken van de Doornicks met freules Stepraedt de bijlage.

De kleinzoon van Willem van Ulft genaamd Doornick huwde in 1743 Maria Agnes van Stepraedt, de toekomstige erfdochter van de Doddendael en Ewijk, zoals eerder reeds vermeld werd, en hun dochter Johanna Elisabeth bracht het gehele complex goederen (voor zover niet reeds verkocht) aan de familie Von Nagel op Vornholz. Van de verschillende bezittingen wordt hieronder een overzicht gegeven.

Het huis te Ewijk of Doddendael, dat als centrum van het bezit der Stepraedts en Doornicks te beschouwen is, en thans nog eigendom is van baron Von Nagel.

Het is oorspronkelijk in bezit geweest van het geslacht van Apeltern, is in 1418 verkocht aan Johan, zoon tot Buren, en ging in 1484 door koop over aan Johan Boll, die het in 1489 weer overdroeg aan zijn oomzegger Van Stepraedt. De verdere vererving na het uitsterven der Stepraedts is hierboven vermeld.

De heerlijkheid Indoornick, waarvan de eigenaren zich graaf in Doornick noemden, kwam aan de Stepraedts door het huwelijk (1501) van Dirck van Stepraedt (zoon van voornoemde Goert) met de erfdochter Agnes van Doornick. In de tweede helft der 19e eeuw is het goed vervreemd.

In het Kwartier van Veluwe was ook belangrijk bezit gelegen. Het Loo kwam in 1628 door het huwelijk van Dirck van Stepraedt met Sophia van Isendoorn à Bloys (1628) aan de familie Van Stepraedt. Hun dochter Johanna Maria bracht het bij huwelijk met Willem van Ulft genaamd Doornick (1665) in haar mans familie. Haar zoon Johan Carselis verkocht het goed in 1686 aan prins Willem III.

Duistervoorde was eerst bezit van de Van Apeldoorns en de Steenbergens en kwam door het huwelijk van Johanna van Voorst met Dirck van Stepraedt (1650) in diens geslacht. In 1828 werd het verkocht.

Nijenbeek, bezit van de Steenbergens, vererfde ook de Van Stepraedts, en werd in 1778 verkocht.

Wohnung werd verkocht in 1937. Zie vooral: Walter Neuse, Die Geschichte der Rittersitze Haus Wohnung und Haus Endt Neustadt (1956).

De overige, zeer verspreid liggende bezittingen, die meestal door erfopvolging gekregen zijn, worden in de inventaris naar hun ligging vermeld.