Bij de bewerking is als begincesuur het jaar 1944 gebruikt. In dit jaar is het ITT als voorloper van het IMAG begonnen met haar werkzaamheden. De eindcesuur is bepaald door het jongste stuk dat in het te bewerken blok is aangetroffen, dit is het jaar 1989. Het archiefschema is gebaseerd op de taken van het IMAG. Primair zijn de beschrijvingen in de inventaris geordend binnen de archiefvormer waarop ze betrekking hebben. De inventaris geeft eerst een overzicht van alle beschrijvingen vallend onder het IMAG. Vervolgens zijn de beschrijvingen van de voorgangers van het IMAG opgenomen. Bij de rubricering van deze beschrijvingen is zoveel mogelijk uitgegaan van hetzelfde schema. De rubrieken onder Taakuitvoering zijn ten opzichte van elkaar gealfabetiseerd. Daar waar het mogelijk was zijn bestanddelen zoveel mogelijk binnen één inventarisnummer gebracht. De oorspronkelijke bestanddelen zijn binnen het inventarisnummer van elkaar gescheiden door gele omslagen.

Het archief van de Rijks Agrarische Afvalwater Dienst en de Stichting Mechanisatie Centrum zijn als gedeponeerde archieven in deze inventaris opgenomen. De taken van deze twee organisaties waren sterk verweven met die van het IMAG. Bovendien overlapten deze organisaties en het IMAG elkaar in de loop der jaren. Na beëindiging van hun werkzaamheden is de neerslag van de werkzaamheden in het archief van het IMAG achtergebleven. Ten behoeve van de bewerking zijn de volgende hulpmiddelen gebruikt:
Voor de selectie:
Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de archieven van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van onder het ministerie ressorterende commissies en ambtenaren, van 28 juni 1993, A.93.527.WF/NF.
Voor de ordening en de materiële verzorging:
Pivot-brochure: 'Normen Goede en Geordende Staat' (1993)
De stukken opgemaakt en ontvangen door de Dienstcommissies zijn uit de diverse bestanden gehaald en geretourneerd aan de
beheerder. Na bewerking is het te bewaren gedeelte (23 m1) overgebracht naar het Rijksarchief in Gelderland. Het te vernietigen gedeelte (144,5 m1) is voor vernietiging overgebracht naar KNP BT Paper Recycling (voorheen Lignac en Levison) te Apeldoorn.

De bewerking en de inventarisatie zijn voor de CAS uitgevoerd door:
T. Bremer-Hoppentocht, F. Greven, H.M. Haan-Stienstra, G.J. Huizinga,
T.A. Lambeek-Buiskool, G. Modderman, H. Nanninga-Carolus, S. Sewbaransingh,
P.H.M. Teuben en F. Wijbenga.