Uw zoekacties: Heidemij, Woningbouwverenigingen De Landwoning en De Bakel t...

0940 Heidemij, Woningbouwverenigingen De Landwoning en De Bakel te Apeldoorn ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Geschiedenis
0940 Heidemij, Woningbouwverenigingen De Landwoning en De Bakel te Apeldoorn
Inleiding
2.
Geschiedenis
Organisatie: Gelders Archief
Op maandag 25 januari 1915 kwamen op uitnodiging van de heer Ruys te Hoenderloo bijeen de heren M. van Wijhe, J. Essenstam, J. Wilbrink, P. van Rossum en J. van Voorst, ten einde de oprichting te bespreken van een vereniging, die zich ten doel stelde de volkshuisvesting in het Hoenderloose gedeelte van de gemeente Apeldoorn te verbeteren *  . Voorlopig traden de oprichters als bestuurders op met de heer Ruys als voorzitter en de heren P. van Rossum en M. van Wijhe respectievelijk als eerste en tweede secretaris-penningmeester *  . Op 6 april 1915 werden de statuten van de woningbouwvereniging "de Landwoning", bij Koninklijk Besluit nr. 15, goedgekeurd.
In oktober 1919 voegde de vereniging de heer G. Houtzagers - in overleg met de directeur van de Nederlandsche Heidemaatschappij, niet als haar officiële ambtenaar, maar als particulier persoon - toe aan het bestuur in de functie van secretaris-penningmeester.
Aangezien de vereniging in 1920 nog plannen koesterde haar werkzaamheden uit te breiden naar het landgoed "Woeste Hoeve" in de Gemeente Apeldoorn en naar Beekbergen werden daarvoor nog de heren Repelaar en J. ten Sijthoff tot bestuursleden gekozen.
Vanaf 5 maart 1927 belastte men de heer A. Rozenboom, opzichter van de Nederlandsche Heidemaatschappij te Beekbergen, met de dagelijkse leiding.
Aangezien de te bouwen woningen bestemd waren voor land- en bosarbeiders nam de vereniging via de Nederlandsche Heidemaatschappij contact op met de belanghebbende grondeigenaren, teneinde middelen te verkrijgen om bouwgronden aan te kopen en te ontginnen. Voor de door hen gestorte gelden (ƒ 5000,=) werden obligaties uitgegeven, die men eerst abusievelijk "aandelen" noemde. Met een gedeelte van dit bedrag opende men later een deposito-rekening bij de Nederlandsche Heidemaatschappij. In 1944 werd een eerste aflossing van obligaties gedaan. Het voordelig saldo werd geboekt of op de rekening in onderhoud en herstel óf op de rekening "privéfonds" b.v. in 1956. De laatste aflossing was in 1964.
De middelen bestonden verder uit een Grond- en Bouwvoorschot verstrekt door de gemeente Apeldoorn en bestemd voor aankoop, ontginning en bebouwing der gronden en uit een jaarlijkse bijdrage van rijk en gemeente in het exploitatietekort. In 1938 werd de rente van de verstrekte voorschotten door de gemeente Apeldoorn onder bepaalde voorwaarden verlaagd tot 3½% (zie daarvoor de jaarvergadering van 4 mei 1940).
De vereniging kwam zowel door schenking (Hoog-Baarlo, gemeente Ede: 16.68 hectare) als door aankoop (Hoenderloo: 6. 49.5 hectare) in het bezit van bouwgrond. Voor de woningbouw te Beekbergen werd van de L.F. Texeira de Mattos 1.23.68 hectare land aangekocht. Daar het bouwen te Beekbergen nog al op zich liet wachten, verkocht men deze grond - na eerst voor ƒ 30,= per jaar verhuurd te zijn geweest aan de Nederlandsche Heidemaatschappij - uiteindelijk in 1923 om renteverlies te voorkomen.
Op 1 januari 1921 werd begonnen met de bouw van tien enkele woningen en één dubbele woning. Uiteindelijk kwam het totaal op drieëntwintig woonelementen. Men besloot het gehele complex de naam "De Randwijk" te geven.
In december 1921 bepaalde het Ministerie van Arbeid dat zeventig procent (in 1923 zelfs negentig procent) van de exploitatiekosten door huur gedekt moest worden. Dit achtte de vereniging bij de door de huurders verdiende lonen niet mogelijk en vroeg daarom via B & W Apeldoorn om een speciale "achterlijkheidsbijdrage". Ook werd aan de obligatiehouders gevraagd het uit te keren "dividend" aan de vereniging te willen schenken om daarmee een fondsje te vormen ter bestrijding van uitgaven, die niet op de rekening geboekt kunnen worden (bijvoorbeeld premies voor de mooiste tuinen, huursubsidie e.d.).
Het fonds voor onderhoud en herstel van de woningen werd vanaf 1922 als afzonderlijk fonds beheerd. Elk jaar vroeg de vereniging aan B & W van Apeldoorn goedkeuring voor de hoogte van het bedrag dat men per woning voor onderhoud beschikbaar hield. Er werd besloten een financiële commissie in te stellen ten controle van de (jaar)rekening en verantwoording. In 1940 werd dit financieel onderzoek uitgestrekt tot Arnhem ten einde ook ten burele van de Nederlandse Heidemaatschappij het een en ander te controleren.
In 1931 liet de vereniging de woningen aansluiten op het elektriciteitsnet van P.G.E.M. Hiervoor betaalden de huurders een rentevergoeding van vijf cent per week. Het vastrecht werd via de vereniging aan de P.G.E.M. voldaan. Eerst in 1951 maakte men een begin met de aanleg van een waterleiding en het bouwen van water-closets.
Rond 1925 was er een groot verloop van huurders, die naar goedkopere woningen trokken. De verenigingen kwam daardoor met "minimum-huurbetalers" te zitten, die het bouwland bovendien verwaarloosden. Zij trachtte dit tegen te gaan door het geven van huurreductie en deze afspraak met de bouwvereniging "Hoog Baarloo" te maken: van elkanders bouwvereniging worden geen huurders meer aangenomen, dan na overleg. Ook keurde de gemeente Apeldoorn een verzoek tot huurverlaging goed.
In 1941 kreeg de vereniging problemen met de huurders inzake een huurverhoging. De vereniging hanteerde het principe: een hoger inkomen, een hogere huur. Volgens de huurders was dit niet geoorloofd in verband met het "prijsopdrijvingsbesluit". Na een gesprek met de Inspecteur voor de Prijsbeheersing werd deze huurverhoging echter gewettigd geoordeeld.
Na de oorlog begonnen de reparaties en het onderhoud achter te raken. Dit kwam onder andere door de zeer hoge prijzeni n verelijking met de bedragen uitgetrokken voor het fonds voor onderhoud en herstel. In 1948 probeerde men het "gat te dichten" door het "Gemeentelijke Achterstallig-Onderhoudsfonds". Dit betekende dat gedurende twee jaren de aflossingsbestanddelen der annuïteiten voor het bouw- en grondvoorschot besteed kon worden aan achterstallig onderhoud. In 1953 was dit nog eens mogelijk, maar dan voor slechts één jaar. De prijzen bleven enorm stijgen en de vereniging kreeg steeds meer moeilijkheden met het onderhoud. Naar aanleiding van het succes, dat de woningbouwvereniging "Bakel" in de Rips met overname van de woningen door de huurders, werd dit als een oplossing geopperd. Met goedkeuring van het Rijk en de gemeente Apeldoorn werden de gronden en woningen getaxeerd. Acht huurders gingen tot de aankoop over.
In 1961 protesteerden de resterende huurders tegen huurverhoging gezien de ouderdom en bouw der huizen en hun staat van onderhoud. De huuradviescommissie te Harderwijk heeft daarop de huurverhoging afgewezen. Het onderhoud raakte echter steeds meer achterop. De bestuursleden spraken zelfs van "een ondankbare taak". De woningen waren al meer dan 40 jaar in exploitatie en voortdurend intensief bewoond geweest door grote gezinnen. Wilden ze echter niet verkrotten, dan diende er nu met de meeste spoed voorzieningen te worden getroffen.
3. Organisatie
4. Het archief
5. Bijlage: Lijst van bestuursleden

Kenmerken

Datering:
1915-1966
Auteur:
M.P.J. Kok