Uw zoekacties: Commissie Beheersconflicten Arnhem

0838 Commissie Beheersconflicten Arnhem ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
01. Openbaarheid en citeren
02. Ontstaan van het Nederlands Beheersinstituut
03. Taak en werkwijze van het Nederlands Beheersinstituut
04. Problemen, door het N.B.I. ondervonden bij de uitvoering van de taak
05. Grondheffing aan vermogensbeheer
06. Einde van het beheer
07. Klachten over het N.B.I. en ontstaan van de klachtencommissies
08. Samenstelling en taak Commissies Beheersconflicten
09. Opheffing van de commissies
10. Geschiedenis van het archief en verantwoording van de inventarisatie
0838 Commissie Beheersconflicten Arnhem
Inleiding
10.
Geschiedenis van het archief en verantwoording van de inventarisatie
Organisatie: Gelders Archief
Bij brief van 11 juni 1951 deelde de minister van Justitie aan de per 1 maart van dat jaar opgeheven commissies mee dat de archieven van de commissies op het ministerie konden worden opgeslagen. Aan de Justitiële-Auto-Dienst werd gevraagd het transport te regelen. Dit transport heeft in de daarop volgende weken plaatsgevonden.
Ook aan de andere commissies werd geschreven dat de archieven gezamenlijk zouden komen te berusten in het centraal archief van het ministerie. De archieven van de commissies te Groningen, Rotterdam en Zwolle zijn eind 1951, van de commissies te Maastricht en Eindhoven in 1952 en van de commissies te Amsterdam en 's-Gravenhage in 1954 overgedragen. Ten departemente werden de archieven vervolgens verpakt in dozen en voorzien van een magazijnlijst.

Tijdens de inventarisatie bleken de archieven, waarvan de totale omvang 92 dozen bedraagt, te bestaan uit reeksen klachtendossiers en mappen met losse stukken (hoofdzakelijk correspondentie).
Van enige uniformiteit in de ordening was nauwelijks sprake. De indruk bestaat dat er door het ministerie van Justitie nooit instructies omtrent de opzet van het archief zijn uitgevaardigd. Dit had tot gevolg dat elke secretaris er zijn eigen systeem van archivering op na ging houden.
Algemeen gebruik bij het verwerken van de ingekomen klachten en de naar aanleiding daarvan gevoerde correspondentie, was - gelukkig - het zaaksgewijs ordenen per klacht. Bij de onderlinge ordening van de dossiers echter, waren maar liefst vier verschillende systemen in gebruik:
a. Ordening per vergadering van de tijdens die vergadering afgehandelde klachten (commissie Utrecht),
b. Alfabetische ordening op naam van de klager (commissies Groningen. Zwolle, Eindhoven en Maastricht),
c. Nummering per jaar (commissie Amsterdam en Leeuwarden),
d. Doorlopende nummering van begin tot eind (alle overige commissies).
Bij de inventarisatie is het destijds toegepaste systeem van ordening volledig intact gelaten.
Vier commissies hebben in een aparte agenda de ingekomen klachten naar datum van binnenkomst ingeschreven.
Om de numeriek opgeborgen dossiers toegankelijk te maken is door enkele commissies een klapper vervaardigd, waarin achter de naam van de klager het nummer van het betrokken dossier staat vermeld. Elf commissies hebben het maken van een dergelijke klapper achterwege gelaten, zodat hiervoor door de inventarisator alsnog moest worden zorggedragen.
De mappen met losse stukken bevatten voornamelijk correspondentie over algemene aangelegenheden. Aan een eventueel door de secretaris zelf aangebrachte scheiding in de verzameling correspondentie is zoveel mogelijk de hand gehouden (zie inventaris C.B.C. Breda, inv.nrs 4, 5 en 6).
In de verzameling losse stukken werden voorts bij de meeste commissies aangetroffen de verslagen van de werkzaamheden, die eens per halfjaar moesten worden ingediend bij de minister van Justitie. Het lag voor de hand om deze verslagen onder een apart inventarisnummer op te nemen. Datzelfde geldt voor de stukken betreffende de instelling, samenstelling en opheffing van de commissies, welke stukken - gezien het geringe aantal - per commissie gezamenlijk onder één inventarisnummer werden opgeborgen.
Tenslotte moet, ten aanzien van de aangetroffen losse stukken nog worden gewezen op de verslagen van de bevindingen, die (eind 1950) door de commissies werden toegezonden aan de Algemene Rekenkamer.
De Rekenkamer had van de Tweede Kamer en de minister van Justitie opdracht gekregen een verslag in te dienen van haar werkzaamheden met betrekking tot het beheer, gevoerd door het N.B.I. Ter voorbereiding van dit verslag achtte de Rekenkamer het nuttig gebruik te maken van de gegevens van de commissies. Bij brief van 29-9-1950 maakte zij deze wens aan de commissies kenbaar, waarvan de meesten kort daarop inderdaad een beknopt verslag van de bevindingen aan de Kamer toezonden. Het leek verstandig, deze verslagen als afzonderlijke eenheden in de inventarissen op te nemen.
Uit de archieven zijn slechts vernietigd de stukken betreffende de door de commissieleden bij het ministerie ingediende declaraties (vacatie, overwerk etc.).
11. Bronvermelding

Kenmerken

Datering:
1948-1951
Auteur:
J.G. Buskes