0838 Commissie Beheersconflicten Arnhem ( Gelders Archief )
0838
Commissie Beheersconflicten Arnhem
Inleiding
02. Ontstaan van het Nederlands Beheersinstituut
0838 Commissie Beheersconflicten Arnhem
Inleiding
02.
Ontstaan van het Nederlands Beheersinstituut
Om de taak en werkwijze van de commissies beheersconflicten en de noodzaak tot het instellen daarvan duidelijk te maken, is het nodig om eerst een uiteenzetting te geven over het ontstaan en de handelwijze van het Nederlands Beheersinstituut.
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog kreeg Nederland te maken met het beheer van vermogens van personen die door oorlogsomstandigheden afwezig waren en hun bedrijf, huis of inboedel hadden moeten achterlaten. Evenzeer kreeg de Staat bemoeienis met vermogens van vijandelijke staten of onderdanen, N.S.B.-ers en van personen die op grond van hun gedragingen in de bezettingstijd, ingevolge het Besluit Buitengewoon Strafrecht of het Tribunaalbesluit geïnterneerd waren of waren geweest.
Reeds in 1944 werden er ten aanzien van deze vermogens wettelijke bepalingen gesteld. Hierbij waren betrokken de ministers van Justitie, Financiën, Landbouw Visserij en Voedselvoorziening, Economische Zaken en van Overzeese Gebiedsdelen. Van kracht werden achtereenvolgens het Besluit Herstel Rechtsverkeer (17 september 1944, Stbl. E 100) en het Besluit Vijandelijk Vermogen (20 oktober 1944, Stbl. E 133).
Bepaald werd dat van overheidswege beheerders en bewindvoerders over bovenbedoelde vermogens zouden worden benoemd. Met de uitvoering van het in beide besluiten bepaalde, werd voorlopig belast het Militair Commissariaat voor het Rechtsherstel (M.C.R.H.), onderdeel van het Militair Gezag.
Op diverse plaatsen in het land werden bureaus van districts-militaire commissarissen gevestigd, ter plaatse bijgestaan door Adviescommissies Rechtsherstel en Beheer.
Kort na de bevrijding, op 9 augustus 1945 eindigden de bevoegdheden van het M.C.R.H. Bij Koninklijk Besluit van die datum werd ingesteld
de Raad voor het Rechtsherstel, reeds genoemd in art. 4 van het Besluit Herstel Rechtsverkeer van 1944, doch eerst nu met de uitvoering van de besluiten E 100 en E 133 belast.
De Raad bestond uit de volgende afdelingen:
1. Afdeling Rechtspraak
2. Afdeling Effectenregistratie
3. Afdeling Beheer (N.B.I.)
4. Afdeling Voorzieningen voor afwezigen
5. Afdeling Voorzieningen voor Rechtspersonen
6. Afdeling Onroerende Goederen.
Reeds in 1944 werden er ten aanzien van deze vermogens wettelijke bepalingen gesteld. Hierbij waren betrokken de ministers van Justitie, Financiën, Landbouw Visserij en Voedselvoorziening, Economische Zaken en van Overzeese Gebiedsdelen. Van kracht werden achtereenvolgens het Besluit Herstel Rechtsverkeer (17 september 1944, Stbl. E 100) en het Besluit Vijandelijk Vermogen (20 oktober 1944, Stbl. E 133).
Bepaald werd dat van overheidswege beheerders en bewindvoerders over bovenbedoelde vermogens zouden worden benoemd. Met de uitvoering van het in beide besluiten bepaalde, werd voorlopig belast het Militair Commissariaat voor het Rechtsherstel (M.C.R.H.), onderdeel van het Militair Gezag.
Op diverse plaatsen in het land werden bureaus van districts-militaire commissarissen gevestigd, ter plaatse bijgestaan door Adviescommissies Rechtsherstel en Beheer.
Kort na de bevrijding, op 9 augustus 1945 eindigden de bevoegdheden van het M.C.R.H. Bij Koninklijk Besluit van die datum werd ingesteld
de Raad voor het Rechtsherstel, reeds genoemd in art. 4 van het Besluit Herstel Rechtsverkeer van 1944, doch eerst nu met de uitvoering van de besluiten E 100 en E 133 belast.
De Raad bestond uit de volgende afdelingen:
1. Afdeling Rechtspraak
2. Afdeling Effectenregistratie
3. Afdeling Beheer (N.B.I.)
4. Afdeling Voorzieningen voor afwezigen
5. Afdeling Voorzieningen voor Rechtspersonen
6. Afdeling Onroerende Goederen.
Bij hetzelfde Koninklijk Besluit werd ingesteld het Nederlandse Beheersinstituut (N.B.I.), bedoeld in art. 33 van het Besluit Vijandelijk Vermogen.
In de maanden augustus en september van het jaar 1945 werden vijf gecombineerde vergaderingen gehouden van de 3e (N.B.I.), 4e en 5e afdeling van de Raad. De werkzaamheden van de drie afdelingen vertoonden zoveel overeenkomsten dat men de voorzitter eind september verzocht om de Minister van Justitie voor te stellen de drie afdelingen samen te voegen. Een officiële samenvoeging, niet mogelijk zonder een wijziging in het besluit E 100, heeft uiteindelijk echter niet plaatsgevonden.
De voortdurende gecombineerde vergaderingen hadden evenwel tot gevolg dat diverse bevoegdheden van de afdelingen Voorzieningen voor afwezigen en Voorzieningen voor rechtspersonen overgingen naar het N.B.I.
In alle plaatsen waar de eerdergenoemde Adviescommissies Rechtsherstel en Beheer waren gevestigd, werden vertegenwoordigers van het N.B.I. benoemd. Aanvankelijk werden hiervoor aangewezen de inspecteurs der belastingen, die reeds zitting hadden in de Adviescommissies. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag werden vanwege het grote aantal te verwachten zaken Bureaus van het N.B.I. gevestigd.
In de maanden augustus en september van het jaar 1945 werden vijf gecombineerde vergaderingen gehouden van de 3e (N.B.I.), 4e en 5e afdeling van de Raad. De werkzaamheden van de drie afdelingen vertoonden zoveel overeenkomsten dat men de voorzitter eind september verzocht om de Minister van Justitie voor te stellen de drie afdelingen samen te voegen. Een officiële samenvoeging, niet mogelijk zonder een wijziging in het besluit E 100, heeft uiteindelijk echter niet plaatsgevonden.
De voortdurende gecombineerde vergaderingen hadden evenwel tot gevolg dat diverse bevoegdheden van de afdelingen Voorzieningen voor afwezigen en Voorzieningen voor rechtspersonen overgingen naar het N.B.I.
In alle plaatsen waar de eerdergenoemde Adviescommissies Rechtsherstel en Beheer waren gevestigd, werden vertegenwoordigers van het N.B.I. benoemd. Aanvankelijk werden hiervoor aangewezen de inspecteurs der belastingen, die reeds zitting hadden in de Adviescommissies. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag werden vanwege het grote aantal te verwachten zaken Bureaus van het N.B.I. gevestigd.
laatste wijziging 05-01-2024
16 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 05-01-2024
16 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 05-01-2024
16 beschreven archiefstukken