0692 N.V. De Keppelsche IJzergieterij voorheen Van der Horst en Aberson ( Gelders Archief )
0692
N.V. De Keppelsche IJzergieterij voorheen Van der Horst en Aberson
Inleiding
2. Oprichting, eigendom en beheer tot 1886
N.B. Voor zover niet anders vermeld wordt, zijn alle gegevens afkomstig uit: J. Buitenweg, J. Mooij, J.B. Meijer, De Keppelsche IJzergieterij 1794-1964. Geschiedenis van Nederlands oudste ijzergieterij aan de hand van het bedrijfsarchief. Groningen (kandidaatsscriptie Rijksuniversiteit Groningen), 1979.
N.B. Voor zover niet anders vermeld wordt, zijn alle gegevens afkomstig uit: J. Buitenweg, J. Mooij, J.B. Meijer, De Keppelsche IJzergieterij 1794-1964. Geschiedenis van Nederlands oudste ijzergieterij aan de hand van het bedrijfsarchief. Groningen (kandidaatsscriptie Rijksuniversiteit Groningen), 1979.
5. Productie en verkoop
0692 N.V. De Keppelsche IJzergieterij voorheen Van der Horst en Aberson
Inleiding
5.
Productie en verkoop
In het begin van de 19e eeuw werkte het bedrijf met een hoogoven met blaasbalg, aangedreven door waterkracht via waterraderen. De hoogoven werd gestookt met houtskool, voornamelijk afkomstig van Varsseveld en Silvolde. Het ijzeroer kwam vooral uit Hummelo en Keppel, later (c. 1850) uit Olst, Vorden en Ruurlo. Kalk om alle schadelijke bestanddelen aan het ijzer te onttrekken werd uit Münster en Coesfeld betrokken.
Het oer werd in de smelterij "geklopt en gewassen", dat wil zeggen kleiner gemaakt en in de rivier gewassen. Het erts kon vervolgens worden uitgesmolten in de hoogoven, waarna het in vloeibare toestand in de "kroes" zakte. Twee à drie keer per etmaal werd het ijzer hieruit geschept met ijzeren lepels, en in de lemen gietvormen gegoten, die in de giethal waren ingegraven. Deze vormen werden later ook wel van zand en leem of alleen van zand gemaakt. De gietwaren - potten, pannen, kachels, komforen enz. - gingen van Laag-Keppel per schip naar Doesburg en vandaar naar alle delen van Nederland en ook wel naar Duitsland.
In 1857 is een stoommachine van 8 pk in bedrijf gesteld. Sinds ongeveer 1871 werkte men ook met een "cupoloven", die met cokes uit Duitsland gestookt werd. De grote concurrentie van Duitse en Engelse hoogovenbedrijven en de stijgende houtskoolprijzen leidden tot de sluiting van de hoogoven in 1882. Voortaan werd alleen nog ijzer omgesmolten.
In 1900 werd een waterturbine van 70 pk geplaatst, die ook met een geringe watertoevoer nog kon functioneren. De kanalisatie van een deel van de Oude IJssel in de jaren vijftig had tot gevolg, dat de Keppelsche IJzergieterij niet langer van waterkracht gebruik kon maken.
Een groot deel van de productie van de ijzergieterij bestond uit bouwmaterialen, vooral glas- en dakramen. Verder werden huishoudelijke artikelen, machine-onderdelen zoals tandwielen, boorlichamen en kettingschijven en electronische artikelen gefabriceerd.
De aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten geschiedde vanaf het einde van de 19e eeuw vooral door de trams van de Geldersche Tramweg Maatschappij. Na de opheffing van de tramlijn in 1957 verzorgde deze maatschappij het vervoer door middel van vrachtwagens.
laatste wijziging 05-01-2024
199 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 05-01-2024
199 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 05-01-2024
199 beschreven archiefstukken