Uw zoekacties: Bijzondere Jeugdzorg

0688 Bijzondere Jeugdzorg ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Organisatie en taken van het Militair Gezag
3. Rechtsherstel
4. Sectie XIV, afdeling Jeugdzorg
5. Bureau Bijzondere Jeugdzorg
0688 Bijzondere Jeugdzorg
Inleiding
5.
Bureau Bijzondere Jeugdzorg
Organisatie: Gelders Archief
Organisatorisch kende het Bureau Bijzondere Jeugdzorg (hierna afgekort BBJ) eenzelfde structuur als de afdeling Jeugdzorg, Sectie XIV van het Militair Gezag, met de aanvulling dat in de periode van het Militair Gezag beleid en uitvoering elkaar overlapten en dat in de periode van het BBJ een strikte scheiding bestond tussen beleid (Den Haag) en uitvoering (provinciale inspecties). Centraal vanuit Den Haag werden voorschriften uitgevaardigd en tevens drie landelijke inspecteurs benoemd die ieder in een aantal provincies de werkzaamheden ten behoeve van de opvang van NSB-kinderen coördineerden. Met de zorg voor en het toezicht op de gebouwen en tehuizen voor de Bijzondere Jeugdzorg werd de Rijksgebouwendienst, ressorterend onder het Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw, belast. In de meeste gevallen werd met de eigenaren van de door het Militair Gezag gevorderde huizen een huurovereenkomst gesloten.
Geregeld contact werd onderhouden met het Nederlands Beheersinstituut (NBI) om waar mogelijk de kosten van de opvang van de kinderen te verhalen op het door het NBI beheerde vermogen van gedetineerde ouders.
Van meet af aan was het beleid van het BBJ erop gericht de zorg voor NSB-kinderen over te dragen aan particuliere verenigingen, stichtingen en instellingen werkzaam op het terrein van de justitiële kinderbescherming (circulaire van 14 december 1945, nr. 3001). Bovendien werd een snelle gezinshereniging bevorderd. Terstond na vrijlating van een der ouders moest het kind het tehuis verlaten.
In 1950 werd de administratieve en financiële afwikkeling beëindigd.
6. Inspectie en tehuizen
7. Archief en inventarisatie
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1945-1949
Auteur:
M.W.M. Gruythuysen