Uw zoekacties: J.C.E. van Lynden

0680 J.C.E. van Lynden ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Inleiding
0680 J.C.E. van Lynden
Inleiding
2.
Inleiding
Organisatie: Gelders Archief
In Augustus 1940 ontving het Rijksarchief in Gelderland een verzameling stukken ten geschenke, grootendeels afkomstig van het Huis Hoevelaken, van de familie Van Lynden van Hoevelaken. Mr. A.P. Schilfgaarde stelde bij een voorloopig onderzoek vast dat een groot gedeelte van de collectie bestond uit ambtelijke papieren van den eersten Gouverneur van Gelderland, Jan Carel Elias graaf van Lynden.
Die stukken zijn in deze inventaris beschreven; de rest is te raadplegen als 0479 Familie Van Lijnden van Hoevelaken.
Bij een nader onderzoek bleek weldra, dat niet alle papieren van J.C.E. van Lynden op diens functie van Gouverneur betrekking hadden, maar dat er zich stukken bij bevonden, nagelaten door Van Lynden als Commissaris van het arrondissement Nijmegen en in het bijzonder als Voorzitter van de Geldersche Ridderschap; verder nog eenige stukken, voortgevloeid uit de bekleeding van een tweetal bijzondere bestuursfuncties en vele papieren van semi-particulieren, semi-ambtelijken aard.
In het bijzonder schenen aanvankelijk de stukken, voortgevloeid uit de beide functies van Gouverneur en Voorzitter van de Ridderschap in aanmerking te komen om te worden gescheiden volgens het herkomst-beginsel ("respect des fonds"). Bij nader inzien bleek een dergelijke splitsing volkomen uit den booze. De portefeuille gemerkt "Ridderschap" bijvoorbeeld, door Van Lynden in goede orde nagelaten, zou een noodelooze splitsing moeten ondergaan, waaronder de overzichtelijkheid meer zou lijden. Ook in het ambtelijk archief van den Gouverneur van Gelderland vinden wij een dergelijke scherpe scheiding niet.
Het scheen dan ook aanbevelenswaard om de collectie, die slechts ten deele beantwoordt aan de definitie, welke de Handleiding van een archief geeft, en die door Van Lynden reeds in behoorlijke mate is geordend, zooveel mogelijk in haar oude orde te bewaren. Ook in de rest van de collectie ten Rijksarchieve is de oude orde zooveel mogelijk gehandhaafd.
Eenige mededeelingen omtrent den man, die de papieren heeft nagelaten, zijn niet overbodig. *  Jan Carel Elias van Lynden, geboren te Arnhem 23 Januari 1770, overleden aldaar 31 Juli 1825, was de jongste zoon van Dirk Wolter, heer van Hoevelaken en van Agatha Theodora Geelvinck.
Hij werd in 1792 lid van de ridderschap van Nijmegen en ambtsjonker en heemraad van de Neder-Betuwe. Als oranjegezinde werd hij in 1798 namens de oranjepartij door Van Heeckeren van Syderas als een soort van gezant naar Berlijn gezonden. In het volgend jaar was hij te Emmerik, later te Elten woonachtig om aldaar in het belang van de oranjepartij werkzaam te zijn; in September 1799 nam hij deel aan den mislukten gewapenden inval in Gelderland en Overijssel. Hij was daarna hofmaarschalk van prins Willem V te Fulda.
Na het herstel onzer onafhankelijkheid keerde Van Lynden uit een langdurige ballingschap naar het vaderland terug. Hij werd allereerst 7 Januari 1814 benoemd tot commissaris van het arrondissement Nijmegen. Van dit oogenblik af begint de vorming van zijn ambtelijk archief. *  Reeds 6 April van hetzelfde jaar werd hij gouverneur van Gelderland, welk ambt hij bekleedde tot Juni 1825, een maand voor zijn dood. * 
Na in September 1814 opnieuw in de ridderschap van Gelderland te zijn beschreven, volgde hij in 1816 jhr. W.C.H. van Lynden van Blitterswijk op als voorzitter dier ridderschap. Daarnaast was hij Staatsraad in buitengewone dienst en kamerheer van koning Willem I. Bij koninklijk besluit van 25 December 1818 verkreeg hij den titel van graaf bij recht van eerstgeboorte, terwijl 10 Maart 1819 werd bepaald, dat zijn overige wettige nakomelingen de titels van baron of barones zouden voeren.
Van Lynden trad 23 Mei 1804 te Emmerik in het huwelijk met jkvr. Antonia Margaretha Jacoba van Pabst, geboren te Amsterdam 7 April 1776, overleden te Arnhem 29 Maart 1815, dochter van jhr. Johan Maurits, heer van Bingerden, Wolfswaard en Hoenkoop, en van Sara Agatha des H.R. Rijksbarones Hop. De zeven kinderen uit dit huwelijk gesproten kwamen na hun vaders dood onder voogdij van diens ouderen broeder, jhr. mr. Jan Elias Nicolass van Lynden, heer van Hoevelaken, die daarmede vermoedelijk ook de nagelaten papieren van den gouverneur onder zijn berusting nam. Van dat oogenblik maakten zij deel uit van het huisarchief Hoevelaken.
Deze Jan Elias Nicolaas van Lynden van Hoevelaken, die onder meer president van de Tweede Kamer en lid van den Raad van State was, had uit zijn huwelijk met Margaretha Johanna Henrietta Corver Hooft twee dochters. De oudste, jkvr. Margaretha Cornelia van Lynden, vrouwe van Hoevelaken, huwde in 1834 Hendrik Jan baron Schimmelpenninck van der Oye. Hun kleinzoon, mr. Alphert baron Schimmelpenninck van der Oye te Baarn, is de schenker van het familiearchief Van Lynden van Hoevelaken aan Rijk en Provincie. Het archief berustte laatstelijk ten huize van zijn zuster Agnes barones Schimmelpenninck van der Oye, gehuwd met jhr. Hugo Adriaan van Reigersberg Versluys, op Beekhul te Velp.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1809-1823
Auteur:
D.J.G. Buurman