Uw zoekacties: Gelderse Christelijke Boeren- en Tuindersbond

0672 Gelderse Christelijke Boeren- en Tuindersbond ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Geschiedenis
0672 Gelderse Christelijke Boeren- en Tuindersbond
Inleiding
2.
Geschiedenis
Organisatie: Gelders Archief
De Christelijke Boeren- en Tuindersbond werd op 7 maart 1918 opgericht. Een reden om deze landelijke landbouworganisatie op te richten was de economische en sociale ontwikkeling van Nederland kort vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een Christelijke organisatie was in de ogen van de oprichters vooral vereist om de volgende redenen:
-bezwaren tegen neutrale organisaties;
-eigen principiële houding tegenover economische vraagstukken (de CBTB wilde de toenemende staatsbemoeiingen een halt toeroepen);
-tegenwicht tegen ontaarding van de politieke strijd (de belangen van boeren en tuinders konden beter door de ARP en de CHU behartigd worden dan door een partij als de Plattelandersbond, die eenzijdig opkwam voor het belang van boeren en tuinders);
-steun aan de Christelijke vakorganisatie *  .
De CBTB had een aantal provinciale afdelingen, die meestal vrij kort na het ontstaan van de landelijke organisatie werden opgericht. De vereniging Gelderse Afdeling van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond, gevestigd te Arnhem, werd op 13 februari 1919 opgericht. De oprichting was voorbereid door een "Commissie van Actie", bestaande uit C. Roeterdink te Gorssel, de eerste voorzitter van de vereniging (1919-1939), G.M. den Hartog te Arnhem, G. Veldhorst te Elst, A.H. Tiemens te Arnhem en J. Dubbeldam te Schaarsbergen.
Na de oprichtingsvergadering had de GCBTB 70 leden en konden drie afdelingen gevormd worden, namelijk Schaarsbergen, Westervoort en De Glind. In het eerste jaarverslag werd melding gemaakt van een ledental van 315 en er waren toen al vijf plaatselijke afdelingen *  .
De GCBTB stelde zich ten doel het "... vormen van een band tusschen de boeren en tuinders van Protestantsch Christelijke belijdenis in de provincie Gelderland, ten einde daardoor de erkenning, toepassing en uitbreiding der Christelijke beginselen voor het boeren- en tuindersbedrijf en de behartiging der sociale- en economische belangen harer leden te bevorderen."
De landbouworganisatie trachtte dit doel te bereiken door onder andere:
-het organiseren van de afdelingen van de NCBTB in Gelderland tot een provinciale afdeling van die bond;
-het uitoefenen van invloed op wetgeving en bestuursmaatregelen met betrekking tot de boeren- en tuindersstand;
-het uitoefenen van invloed op en door de pers;
-het houden van vergaderingen en het behandelen van de bovengenoemde aangelegenheden en belangen;
-het bevorderen van het Christelijk landbouw-, tuinbouw- en landbouwhuishoudonderwijs;
-het bevorderen van een goede verstandhouding tussen werkgevers en werknemers *  .
De GCBTB groeide de eerste jaren van zijn bestaan niet snel en bleef vergeleken bij de algemene Geldersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw en de rooms-katholieke ABTB klein van omvang. Begin jaren dertig, ten tijde van de economische crisis, ging de groei van het ledental echter sneller: 1291 leden in 1931 en 2416 leden in april 1934 *  .
In de Tweede Wereldoorlog staakte de CBTB zijn officiële werkzaamheden. De landbouworganisatie moest zich in november 1941 aansluiten bij de Nederlandse Landstand, een publiekrechtelijke organisatie naar nationaal-socialistisch idee. De bestuursleden van de GCBTB namen na ontvangst van een mededeling daarover, begin december 1941, met algemene stemmen het besluit onmiddellijk de functies neer te leggen. De Christelijke landbouw- en landbouwhuishoudscholen en cursussen konden nog geruime tijd ongestoord doorgaan. Bovendien bleven de verschillende besturen van de GCBTB contact en zelfs vergaderingen houden. Dit vergemakkelijkte de hervatting van de taak in het voorjaar van 1945 *  .
In 1950 werd de naam van de landbouworganisatie gewijzigd in Gelderse Christelijke Boeren- en Tuindersbond *  .
Voor de Tweede Wereldoorlog was het secretariaat van de GCBTB gevestigd ten huize van de secretaris te Ede. Het provinciaal bestuur van de GCBTB besloot het secretariaat per 1 januari 1952 van Ede naar Arnhem over te plaatsen *  . Het secretariaat was later respectievelijk gevestigd te Ede (vanaf 1982), samen met de uit de GCBTB voortgekomen onderwijsorganisaties, en te Wageningen (vanaf 1993).
In 1991 besloot het bestuur van de NCBTB tot een verdere krachtenbundeling tussen de negen, tot dusver geheel zelfstandige, gewestelijke CBTB-organisaties *  . In 1992 werd de herstructurering van de CBTB een feit. De gewestelijke CBTB-organisaties werden geclusterd en er kwam een nauwe samenwerking tussen Flevoland, Overijssel, Utrecht en Gelderland tot stand.
In 1994 vormde de NCBTB samen met de twee andere centrale landbouworganisaties, de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond en het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité, een federatie. Op regionaal niveau vormden de Utrechtse, Gelderse en Overijsselse CBTB-organisaties in dat jaar met de ABTB en de Overijsselsche Landbouw Maatschappij een federatie, de Land- en Tuinbouw Organisatie MidOost, die op 1 januari 1995 van start ging *  .
Sinds 1995 heeft de GCBTB geen uitvoerende taken meer. Deze werden overgenomen door LTO MidOost. Op 1 juli 1996 ontstond GLTO ZuidMiddenOost, gevormd door LTO MidOost en ZMO. Het voornemen is de GCBTB eind 1998 op te heffen.
3. Organisatie en activiteiten
4. Het archief

Kenmerken

Datering:
1919-1997
Auteur:
C. Boonstra
Categorie: