Uw zoekacties: Studentenfonds Van Reidt te Arnhem

0580 Studentenfonds Van Reidt te Arnhem ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Everhardt van Reidt
0580 Studentenfonds Van Reidt te Arnhem
Inleiding
2.
Everhardt van Reidt
Organisatie: Gelders Archief
Everhardt van Reidt (gelatiniseerd: Everhardus Reidanus), geboren te Deventer omstreeks 1550 als zoon van de arts Johan van Reidt en Clara Everts, studeert vanaf 1569 rechten te Heidelberg. Als militair adviseur komt hij in 1578 in het gevolg van Johan graaf van Nassau Katzenellenbogen mee naar Gelre als Jan de Oude het stadhouderschap over het gewest aanvaardt. Twee jaar later doet deze afstand van het stadhouderschap en wordt opgevolgd door Willem IV graaf van den Bergh. Ook hem dient Van Reidt als (militair) adviseur. Hij vestigt zich te Arnhem als advocaat. Daar wordt Van Reidt ook schepen, raad en burgemeester, wanneer precies is niet bekend, maar in ieder geval tussen 1593 en 1599. Als burgemeester is hij niet vermeld in de Arnhemse vroedschapslijsten, maar volgens het titelblad van zijn Voornaemste gheschiedenissen (Arnhem 1626) moet Van Reidt die functie wel hebben uitgeoefend. *  .
Hij wordt herhaaldelijk afgevaardigd ter vergadering van de Staten-Generaal namens Gelderland. *  Vanaf 1582 is Van Reidt ook leengriffier en tweede secretaris van de kanselarij. In de eerste functie volgt zijn broer Joost (Jodocus) hem in 1595 op (tot 1625). Samen maken zij een topografisch register op de lenen. * 
In een eigenhandig geschreven Gebet, een terugblik op zijn leven dat uit het eind van de zestiende eeuw dateert, beschrijft Everhardt zich zelf als zijnde behept met 'een gesundt und niet mismaeckt lichaam, notdrufftige sterkte, und middelmatigh natuerlich verstant, so veel ick in myner beroepinge nodig und van doen gehadt', door God gegeven, maar hij had toch ook wel graag de beschikking gehad over 'eenige vordere gaven van starcker memorie ende welredentheyt'. *  Maar met dat laatste lijkt het mee te vallen; wie zijn boeken leest wordt regelmatig vergast op beeldende beschrijvingen van allerlei volksvermaken. Zijn ouders zijn bemiddeld genoeg om hem te laten studeren, reizen en 'goede kunsten (d.i. artes liberales: metafysica, fysica, mathesis, logica, retorica, poësis, en grammatica) te laten leeren'. Zijn drukke ambtelijke leven gunt hem maar weinig rust. * 
Uit deze 'autobiografie' leren we hem kennen als godvruchtig, bescheiden, en mild persoon met humoristische trekjes. Voor alles, schrijft hij, heeft de hand Gods hem 'uyt die duysternis und affgodery des Pausdoms' geleid. Deze opvatting zou tot een van de voorwaarden leiden waarop bursalen in spe een beroep op zijn fonds kunnen doen. * 
Zo werd omstreeks 1648 te Deventer een burse ingesteld; na 1682, toen deze weer werd afgeschaft, keerde men weer stipendia uit (verg. M.J. Cop, 'Aanteekeningen over het Deventer Athenaeum', in: Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren 15 (1850), 207-238, aldaar 215). De zeventiende en achttiende-eeuwse benaming die de familieleden m.b.t. tot Fonds Van Reydt gebruikten, luidt 'studentengeld' of 'studentenrente'. De waardering van Willem Lodewijk van Nassau voor zijn raadsman blijkt uit zijn testament waarin de stadhouder een legaat schenkt om Van Reidts Voornaemste gheschiedenissen in de Nederlanden ende elders. Vanden jare 1566 totten iare 1583, in 'tkorte, ende van dien tijdt tot het iaer 1601 in 't langhe (als hebbende vele secrete ende ghewichtige saken selfs byghewoont) die andere historischryvers door onwetenheyt hebben moeten voor-by gaen, ofte door quaet bericht onrecht stellen uit te laten geven:
Dieweil auch Weijland unser Raht Eberhardus Reidtanus seliger uns seine von den Niederlendischen geschichten beschriebene Historiam zu gestalt, Mit bit, wir wolten dieselbe mit Raht und gutduncken seiner beider Vettern, Johanns unnd Friederichs von dem Sande, respective Rahts des Hofs dieser Provinz, und Rahts unnd Mombers in Gelderlandt in offenen Druck auszgehen lassen: Als gesinnen wir hiermit, das obgemelte Historia vorbenenten gebrüdern von dem Sande behandigt werde, und sie daran sein wollen, damit selbige Historia, Reidtani letzem willen, und an sie deswegen gethanem begeren nach, in Truck verfertigt werden möge, etc. etc. * 
Op grond van dit legaat verschijnt de Historie postuum in 1626 te Amsterdam. Editeurs zijn Van Reidts neven, de rechtshistorici en broers Johan en Frederick van de Sande die hem op het titelblad introduceren als 'die selver veel secrete ende gewichtige saken bijgewoont heeft, die andere Histori- schrijvers door onwetenheyt hebben moeten voorbijgaen, of door quaet bericht onrecht stellen'.
Dat het werk bijna een kwart eeuw na zijn dood wordt uitgegeven kan te maken hebben met het feit dat hij schrijft over nog levende personen, zoals Maurits, die in het jaar van publicatie overlijden. Van Reidt behandelt in de Historie de geschiedenis van 1566 tot 1583 summier, die van 1583 tot 1601 uitvoerig. * 
In 1618-1619 werd hij ter Synode van Dordrecht afgevaardigd en was een van de 24 rechters in het proces tegen Van Oldenbarnevelt, De Groot en Hogerbeets. Zijn broer Frederik (overleden 12 augustus 1617), eveneens doctor in de beide rechten, was tussen 1607 en zijn overlijden schepen, raad en burgemeester van Arnhem, en momber van het Hof van Gelre. Boek 15 is vanaf p. 209 door de drukker Gijsbert Sijbes voltooid. Dit vervolg bevat een geheel andere tekst dan het deel IIl van de Oorspronck en voortgangh der Nederlantsche oorlogen van 1644, dat niet van Van den Sande lijkt te zijn, omdat hij reeds was overleden (zie hierover ook: E.O.G. Haitsma Mulier en G.A.C. van der Lem, Repertorium van geschiedschrijvers in Nederland 1500-1800 (Den Haag, 1990), 343).
De Historie wordt regelmatig door tijdgenoten en latere historiografen geciteerd. *  In 1633, 1644 en 1650 verschenen uitgebreide herdrukken bezorgd door Johan van de Sande met vervolgen tot 1644 en 1650. * 
Voorts publiceert Van Reidt Het Leven van Willem I (...), de Historia Belgica (...) en de Trouhertighe Vermaninghe. * 
3. Het Studentenfonds Van Reidt
4. Het archief
5. Tips voor onderzoekers
6. Lijst van belangrijkste geraadpleegde literatuur
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1600-1997
Auteur:
P.W. van Wissing