Bij inventarisatie van de verzameling tiendarchivalia werd een portefeuille aangetroffen waarop met potlood was aangetekend: "Tiend Over-Asselt Nederasselt Balgoy Keent Escharen". Na onderzoek bleek deze portefeuille stukken te bevatten betrekking hebbende op een actie van M.C. Thijssen en andere tiendplichtigen in Overasselt tegen de tiendheffing op hun landerijen aldaar in het laatste decennium van de 19e eeuw, in het bijzonder op de pas ontgonnen gronden. Men was van mening dat alleen tiend verschuldigd was van die percelen die reeds van ouds als bouwland waren gebruikt. Ten aanzien van gescheurde groenlanden eiste men van de tiendheffers het bewijs dat deze gronden reeds vroeger als bouwland in gebruik waren geweest.
De tiendweigeringen werden gestimuleerd door het feit dat de tiendheffers hun recht niet krachtig deden handhaven. Pas enkele jaren voor het van kracht worden van de Tiendwet 1907 werd de tiendheffing door tussenkomst van een advocaat weer doorgezet en moesten de tiendweigeraars hun ongelijk bekennen. Dit werd nog bevestigd door het besluit van de Tiendcommissie in het tweede district te Arnhem, die de bezwaren van de tiendplichtigen ongegrond bevond en het recht van de tiendheffers ten volle erkende.

De stuwende kracht in de hierboven geschetste actie tegen de tiendheffing was M.C. Thijssen. Hoewel hij zelf slechts circa 9 hectare grond te Overasselt bezat waarvan maar een klein deel tiendplichtig was, voelde hij zich geroepen de andere tiendplichtigen in hun verzet te steunen. In 1893 richtte hij samen met andere grondeigenaars in Overasselt een "voorlopige tiendcommissie" op; deze commissie belegde vergaderingen en correspondeerde met andere belanghebbenden. Ook werd er onderzoek verricht in het Rijksarchief in Gelderland te Arnhem waar afschriften werden vervaardigd van stukken uit het archief van het Hof van Gelderland die betrekking hadden op de Overasseltse tienden. De medewerking van de zijde van de tiendplichtigen liet echter zeer te wensen over in die zin, dat vele tiendplichtigen de eerste stap, namelijk het weigeren van tiend, niet wilden of durfden te doen. Zo verliep de actie, die door Thijssen met zoveel enthousiasme was begonnen.
Martin Cornelis Thijssen werd in 1863 te Overasselt geboren als zoon van Lambertus Thijssen, landbouwer en Maria Arts. In 1892 werd hij gemeentesecretaris van Westervoort waar hij ook enige jaren burgemeester was. Hij ruilde dit ambt met de gemeentesecretaris van Duiven, de heer de Marin.
In 1909 werd Thijssen benoemd tot burgemeester van Uden (Noord-Brabant). Hij interesseerde zich voor vele aspecten van het maatschappelijk leven in zijn omgeving. Zo stichtte hij de ontginning Terraveen, welke naam na het vertrek van Thijssen in 1928 werd gewijzigd in Odiliapeel (circa 7 km. ten oosten van Uden). Ook andere objecten hadden zijn belangstelling zoals het elektriciteitsbedrijf, het vluchtoord Uden voor Belgische vluchtelingen in 1914, de melkfabriek te Uden, enz. Thijssen was een recalcitrant man en dat heeft hem vele moeilijkheden bezorgd. Hij zag zich dan ook genoodzaakt in 1928 zijn ontslagaanvraag als burgemeester in te dienen. Sindsdien woonde Thijssen in Soesterberg, waar hij in 1954, ongehuwd, overleed.