Bij de inventarisatie van de verzameling tiendarchivalia i.c. de archivalia betrekking hebbende op vervallen tiendrechten in Gelderland en na het van kracht worden van de Tiendwet 1907 van voormalige tiendheffers verkregen, werd een omslag gevonden waarop stond vermeld: "Stukken betreffende verpachtingen enz. voor de familie Van Wijnbergen van tienden te Ede, allodiale landerijen onder Lunteren enz. Met brieven en staten betr. de afrekeningen daarover enz. met haar rentmeester".
De herkomst van deze stukken kon niet worden vastgesteld hetgeen mag blijken uit de op de omslag voorkomende opmerking van mr. A.C. Bondam, rijksarchivaris van 1905-1924: "Gevonden in een der doozen op het bureel van mijn voorganger mr. Bijleveld. ACB." Aangenomen mag worden dat de heer Bondam deze stukken direct na het aanvaarden van zijn ambt, in elk geval vóór 1909, heeft gevonden, zodat de stukken niet door voormalige tiendtheffers als bewijsstuk bij de aangifte van hun vervallen tiendrecht ingezonden kunnen zijn. Plaatsing bij de verzameling Tiendarchivalia was dan ook niet mogelijk.
Bij nadere beschouwing bleken de stukken betrekking te hebben op het beheer van de tiendrechten onder Ede en Lunteren, toebehorende aan H.J. baronesse van Wijnbergen, door D. van der Hart te Ede, zoals verantwoordingen van inkomsten en uitgaven correspondentie van opdrachtgeefster en van anderen. Voorts een aantal verpachtingscedullen. Verder werd een brief aangetroffen door Van der Hart gericht aan D. Brouwer alsmede het antwoord van de laatste in minuut. Mogelijk heeft Van der Hart deze brief tezamen met het antwoord terugontvangen.

Dirk van der Hart is in 1714 te Ede geboren en overleed aldaar in 1763. Hij huwde de eerste maal met een juffrouw van der Kolk en een tweede maal met Anna Wynanda Suermondt die in 1795 te Ede overlijdt. Uit het eerste huwelijk werd een kind geboren, uit het tweede drie en wel respectievelijk in 1745 Geertruyd, die in 1826 te Amsterdam sterft, vervolgens Steven, die in 1791 ongehuwd sterft te Amsterdam, Pieter Wijnand, die in 1808 te Amsterdam en Anna Elisabeth, die in 1773 te Ede overlijdt.
Blijkens de adressering op een aantal brieven oefende D. van der Hart het beroep van "koopman" uit. Van 1754 tot 1763 bekleedde hij de functie van schout te Ede in welke hoedanigheid hij ook de verpachtingscedullen van de tienden vanaf 1760 heeft getekend.

Literatuur:
De Nederlandsche Leeuw, jaargang 1884, blz. 47.
Dr. A. Johanna Maris: "Over de tienden in Bennekom", in: Een Veluws dorp, uitgave van de stichting "Oud Bennekom", 1958.