0505 Th. en E. Scheltinga ( Gelders Archief )
0505
Th. en E. Scheltinga
Inleiding
2. Geschiedenis van de archiefvormer
0505 Th. en E. Scheltinga
Inleiding
2.
Geschiedenis van de archiefvormer
Het archief van prof. Th. Scheltinga en diens zoon mr. E. Scheltinga werd in 1903 door J. van der Stok, burgemeester van Nieuwe Niedorp aan de rijksarchivaris in Gelderland overgedragen door bemiddeling van de rijksarchivaris in Noord-Holland.
Theodorus Scheltinga, geboren 1703 te Leeuwarden en overleden 24 februari 1780 te Harderwijk, was de zoon van Eko Scheltinga. Zijn broeder Gerlof was hoogleraar in de rechten te Deventer en later te Leiden. Theodorus Scheltinga was gehuwd met Odilia Suffrida Poutsma.
Scheltinga was achtereenvolgens na zijn studie in Franeker (waar hij promoveerde op zijn "Dissertatio de ingressu pontificis in adytum eiusque mysterio", 1730) predikant te Oostermeer en Eestrum sedert 1731, vanaf 1740 te Arum, sedert 1743 te Arnhem. In 1750 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de godgeleerdheid, kerkhistorie en Oosterse talen. In 1765 werd hij op zijn verzoek ontheven van het professoraat in de Oosterse talen. Hoogleraar in de godgeleerdheid en kerkhistorie bleef hij tot zijn dood.
Verdere bijzonderheden rond zijn aanstelling te Harderwijk en zijn loopbaan aldaar, benevens zijn wetenschappelijke geschriften vindt men bij Bouman * en Nw. Ned. Biogr. Wdbk. * De UB te Amsterdam bezit een handschrift van Scheltinga "Manuale Lexicon Hebraicum" etc.
De zoon van Theodorus Scheltinga, mr. Eko Scheltinga, promoveerde 26 januari 1764 tot doctor in de rechten op de "Dissertatio ad princ. L. 6 Cod. de secundis nuptiis". Vele jaren is hij burgemeester van Harderwijk geweest, en vanaf 1796 raadsheer in het Hof.
Theodorus Scheltinga, geboren 1703 te Leeuwarden en overleden 24 februari 1780 te Harderwijk, was de zoon van Eko Scheltinga. Zijn broeder Gerlof was hoogleraar in de rechten te Deventer en later te Leiden. Theodorus Scheltinga was gehuwd met Odilia Suffrida Poutsma.
Scheltinga was achtereenvolgens na zijn studie in Franeker (waar hij promoveerde op zijn "Dissertatio de ingressu pontificis in adytum eiusque mysterio", 1730) predikant te Oostermeer en Eestrum sedert 1731, vanaf 1740 te Arum, sedert 1743 te Arnhem. In 1750 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de godgeleerdheid, kerkhistorie en Oosterse talen. In 1765 werd hij op zijn verzoek ontheven van het professoraat in de Oosterse talen. Hoogleraar in de godgeleerdheid en kerkhistorie bleef hij tot zijn dood.
Verdere bijzonderheden rond zijn aanstelling te Harderwijk en zijn loopbaan aldaar, benevens zijn wetenschappelijke geschriften vindt men bij Bouman * en Nw. Ned. Biogr. Wdbk. * De UB te Amsterdam bezit een handschrift van Scheltinga "Manuale Lexicon Hebraicum" etc.
De zoon van Theodorus Scheltinga, mr. Eko Scheltinga, promoveerde 26 januari 1764 tot doctor in de rechten op de "Dissertatio ad princ. L. 6 Cod. de secundis nuptiis". Vele jaren is hij burgemeester van Harderwijk geweest, en vanaf 1796 raadsheer in het Hof.
laatste wijziging 21-01-2021
13 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 230 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 21-01-2021
13 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 230 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 21-01-2021
13 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 230 bestanden