Uw zoekacties: Sweder van Kervenheim

0500 Sweder van Kervenheim ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Geschiedenis van de archiefvormer
0500 Sweder van Kervenheim
Inleiding
3.
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie: Gelders Archief
Sweder van Kervenhe(i)m, gesproten uit een graafschaps geslacht, artium magister, pastoor te Lochem en vicaris van het H. Drie-Koningen altaar in de kerk te Groenlo, werd in 1526 geïnstalleerd tot kanunnik in het kapittel van St. Walburg te Zutphen, van welk college hij, op voordracht van hertog Karel, in 1532 proost werd. In ditzelfde jaar benoemde de hertog hem tot zijn "raed ende dienaer", in 1534 tot rentmeester van het graafschap Zutphen, als hoedanig hij in 1535 ontslag kreeg, onder gelijktijdige benoeming tot "Opsiener" van dit rentambt en het landschrijversambt aldaar.
Heer Sweder was een van de vertrouwde vrienden van den hertog, hield het toezicht toen deze een huis te Zutphen liet bouwen, en ontving van zijn meester allerlei faciliteiten voor de bouw van zijn huis de Cloese bij Lochem, eertijds Reynerdinck geheten.
Vermoedelijk is zijn wijze van administreren niet steeds even soepel geweest, en zijn optreden tegen de aanhangers der nieuwe leer was zeer fel, zodat hij na den dood van den hertog te Zutphen gevangen gezet werd, en ook te Arnhem grote moeilijkheden ondervond.
Later is hij weer vrijgelaten, en nam hij weer bezit van zijn proosdij. Hij overleed als proost van Zutphen en choorbisschop van Utrecht in 1547 in laatstgemelde stad, Hij werd begraven in de St. Paulus-abdij aldaar, waar zijn grafzerk, behalve zijn wapen, als opschrift droeg: "Anno Domini XVc XLVII die octava Junii obiit honorabilis dominus Assuerus Kervenhem, prepositus Sutphaniensis et choriepiscopus Trajectensis" *  Hij liet een viertal bastaarddochters na, die na allerlei moeilijkheden met de executeurs van de nalatenschap, den abt van St. Paulus en den pater van het St. Agnietenklooster te Utrecht, een deel van de nalatenschap verworven hebben.
Onder den eersten der executeurs is de hier beschreven collectie, die ongetwijfeld vroeger veel uitgebreider is geweest, blijven berusten. De genoemde stukken waren nog in de eerste helft der 19de eeuw te Utrecht aanwezig, toen P.J. Vermeulen, van 1850-1878 archivaris aldaar, van hen het grootste gedeelte afschriften maakte (zie inv.nr. 14). Enigen tijd daarna zijn zij uit elkander geraakt. In dien tijd is er veel uit de Utrechtsche archieven verdwenen en her- en derwaarts verstrooid. Enkele stukken, speciaal betreffende de executele, zijn weder in het Utrechtsche Rijksarchief teruggekomen, namelijk die vermeld in de Inventaris van de archieven der kleine kapittelen en kloosters onder het hoofd: St. Paulusabdij.
In gestadigen stroom zijn de meeste der door Vermeulen afgeschreven stukken naar het Rijksarchief in Gelderland gekomen, van 1883-1938 worden telkens onder de aanwinsten stukken betreffende Sweder van Kervenhem vermeld, afkomstig van diverse archieven, bibliotheken, autographencollecties en veilingen. Een rondschrijven, in 1949 uitgegaan aan alle bibliotheken in Nederland heeft enkel als resultaat opgeleverd, dat de Gemeentelijke Universiteitsbibliotheek te Amsterdam nog enige stukken bezit, die, als behorende tot een gelegateerde autographencollectie, niet afgestaan kunnen worden. Volledigheidshalve zijn zij in de hier volgende inventaris beschreven, evenals de enkele stukken waarvan Vermeulen afschriften maakte, doch die in originali (nog?) niet zijn teruggevonden. De rijksarchivaris in Utrecht heeft de stukken betreffende de executele ook overgedragen, van oordeel dat deze uiteindelijk beter op hun plaats waren bij de collectie Sweder van Kervenhem dan als varia bij het archief der St. Paulus-abdij.
Hoewel men zou kunnen menen, dat deze collectie, als verzameld door of afkomstig van den abt dezer abdij, eigenlijk te Utrecht bewaard diende te worden, zijn wij van oordeel, dat plaatsing van het archief van dezen niet onbelangrijken Geldersman in het rijksarchief te Arnhem de voorkeur verdient.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1523-1549
Auteur:
A.P. van Schilfgaarde