0492 Peel Beek ( Gelders Archief )
0492
Peel Beek
Inleiding
2. Archiefvormer en archief
0492 Peel Beek
Inleiding
2.
Archiefvormer en archief
In 1896 werd door het Rijksarchief in Gelderland van mr. H.H. Everts te Twello een verzameling stukken ten geschenke ontvangen, afkomstig van mr. Peel Beek, die in het laatst der 18de eeuw verschillende openbare functies te Wageningen heeft bekleed, en daarvoor als advocaat en procureur in genoemde stad werkzaam was. De stukken zijn van verschillenden aard, zowel rechterlijk als administratief. Een archief in den waren zin des woords vormen zij niet.
Peel Beek werd op 18 juli 1745 in de Gereformeerde kerk te Nijkerk gedoopt als zoon van Evert Beek en Geertruy van Diermen, en overleed den 29 oktober 1809 te Wageningen. Hij werd op 18 oktober 1766 als student in de rechten ingeschreven aan de academie te Harderwijk, maar zijn studies heeft hij klaarblijkelijk aan een andere universiteit verricht, want reeds den 29 oktober 1766 promoveerde hij te Harderwijk als doctor in de beide rechten. Na zijn promotie vestigde hij zich als advocaat en procureur te Wageningen, waar hij kort daarna in het huwelijk trad met Geertruy van der Hart, jonge dochter van Wageningen (9 januari 1767). Uit dit huwelijk zijn vier kinderen geboren. Op 18 april 1780 overleed zijn vrouw, waarna hij den 22 maart 1782 een tweede huwelijk aanging met Judith van Ommeren. Uit dit huwelijk zijn zeven kinderen geboren, waaronder zijn na te noemen zoon Evert (geboren 22 april 1787).
Het grootste deel van de verzameling heeft betrekking op de functies die Peel Beek te Wageningen heeft bekleed. Het aantal stukken dat enig licht werpt op de familie Beek is gering. Deze afdeling bestaat hoofdzakelijk uit een aantal niet belangrijke brieven en een pak rekeningen.
Peel Beek werd op 18 juli 1745 in de Gereformeerde kerk te Nijkerk gedoopt als zoon van Evert Beek en Geertruy van Diermen, en overleed den 29 oktober 1809 te Wageningen. Hij werd op 18 oktober 1766 als student in de rechten ingeschreven aan de academie te Harderwijk, maar zijn studies heeft hij klaarblijkelijk aan een andere universiteit verricht, want reeds den 29 oktober 1766 promoveerde hij te Harderwijk als doctor in de beide rechten. Na zijn promotie vestigde hij zich als advocaat en procureur te Wageningen, waar hij kort daarna in het huwelijk trad met Geertruy van der Hart, jonge dochter van Wageningen (9 januari 1767). Uit dit huwelijk zijn vier kinderen geboren. Op 18 april 1780 overleed zijn vrouw, waarna hij den 22 maart 1782 een tweede huwelijk aanging met Judith van Ommeren. Uit dit huwelijk zijn zeven kinderen geboren, waaronder zijn na te noemen zoon Evert (geboren 22 april 1787).
Het grootste deel van de verzameling heeft betrekking op de functies die Peel Beek te Wageningen heeft bekleed. Het aantal stukken dat enig licht werpt op de familie Beek is gering. Deze afdeling bestaat hoofdzakelijk uit een aantal niet belangrijke brieven en een pak rekeningen.
De stukken zijn in afdelingen ondergebracht, naar de verschillende functies gerangschikt. Een aantal stukken, waaruit niet blijkt in welke hoedanigheid Peel Beek ze ontvangen heeft, zijn aan het einde der beschrijving opgenomen. De onder de rubriek Drukwerken vermelde stukken behoren strikt genomen niet tot zijn archief. Omdat ze echter voor het grootste deel betrekking hebben op den boedel van Peel Beek, die voor zijn zoon Evert werd beheerd, zijn ze hier opgenomen.
Zoals reeds gezegd, is de verzameling door mr. H.H. Everts aan het Rijk overgedragen. Waarschijnlijk is de verzameling na den dood van mr. Evert Beek door de familie afgestaan aan zijn zuster Geertruida Beek, die gehuwd was met Hermanus Theodorus Everts (1779-1822). H.Th. Everts was een zoon van Gerhardus Everts (1748-1810) en Helena Beek. De stukken zijn na den dood van Geertruida overgegaan op haar zoon mr. Ph.P. Everts, waarna ze in handen zijn gekomen van diens zoon respectievelijk kleinzoon N. Everts en H.H. Everts.
De resultaten ener vroeger poging tot inventarisatie zijn door het oorlogsgeweld, dat over het Rijksarchief is gegaan, te niet gedaan. Toen na de bevrijding de ordening van het depot ter hand werd genomen, lagen de stukken her en derwaarts verspreid. De ordening moest dus vrijwel opnieuw geschieden, hoewel van de vroegere inventarisatie wel enig nut is ondervonden.
Zoals reeds gezegd, is de verzameling door mr. H.H. Everts aan het Rijk overgedragen. Waarschijnlijk is de verzameling na den dood van mr. Evert Beek door de familie afgestaan aan zijn zuster Geertruida Beek, die gehuwd was met Hermanus Theodorus Everts (1779-1822). H.Th. Everts was een zoon van Gerhardus Everts (1748-1810) en Helena Beek. De stukken zijn na den dood van Geertruida overgegaan op haar zoon mr. Ph.P. Everts, waarna ze in handen zijn gekomen van diens zoon respectievelijk kleinzoon N. Everts en H.H. Everts.
De resultaten ener vroeger poging tot inventarisatie zijn door het oorlogsgeweld, dat over het Rijksarchief is gegaan, te niet gedaan. Toen na de bevrijding de ordening van het depot ter hand werd genomen, lagen de stukken her en derwaarts verspreid. De ordening moest dus vrijwel opnieuw geschieden, hoewel van de vroegere inventarisatie wel enig nut is ondervonden.
laatste wijziging 23-01-2021
202 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 1.622 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 23-01-2021
202 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 1.622 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 23-01-2021
202 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 1.622 bestanden