Het in hierna volgende inventaris beschreven archief is vermoedelijk in 1816/1817, als uitvloeisel van het zogenaamde Grenstractaat van 7 october 1816, aan de Nederlandsche domeinadministratie afgestaan en later door deze aan het Rijksarchief in Gelderland overgedragen.
In 1925/1926 zijn deze stukken met vele andere, die behoorden tot het archief van de Cleefsche domeinadministratie (Kriegs- und Domänenkammer) naar Düsseldorf gezonden, doch, na een aldaar plaats gehad hebbende selectie, in 1929 weder naar Arnhem teruggekomen.
De juiste positie van den Hauptpachter-rentmeester is mij niet geheel duidelijk geworden; er schijnt sprake te zijn van een soort admodiatiecontract.
Ook de verhouding tot den richter, die soms over gelijksoortige zaken als de rentmeester te zeggen had (vergelijk de inventaris van de Rechterlijke archieven van de Kleefsche Enclaves, door Jhr. Dr. D.P.M. Graswinckel, 1927; nu 0214 ORA Zevenaar en De Lijmers, 0569 ORA Huissen en Malburgen, 0570 ORA Hulhuizen, 0571 Wehl, 0706 ORA Lobith), is niet geheel verklaard. Het schijnt mij toe, dat de rentmeester in feite in alle zaken, die met de domeinen te maken hadden, gemoeid werd, al waren deze van rechterlijke aard.
Als gedeeltelijke opheldering kan dienen het uittreksel uit een contract met den rentmeester van 1765, dat te Düsseldorf berust, en dat als bijlage is toegevoegd.
Afwisselend gebruik van de Nederlandsche en de Duitsche talen in de inventaris is te wijten aan twee oorzaken:
1. Verscheidene der oude Duitsche opschriften zijn verloren gegaan, en moesten door Nederlandsche vervangen worden.
2. De bewaard gebleven Duitsche opschriften zijn in de 18de eeuwsche Pruisische Kanselarijtaal gesteld, welke zich meestal niet voor vertaling leent.