Het archief is zoveel doenlijk gekompleteerd, toen bleek dat er stukken ontbraken.
Terug gebracht is de in 1920 aan het Rijksarchief in Gelderland in bewaring gegeven afdeling "tienden".
Eveneens zijn na opvrage een aantal stukken ingevoegd, zoals die in september 1979 door de chef de bureau van het Kroondomein 1959 te Apeldoorn in de kast van de voormalig rentmeester zijn gevonden en toegestuurd. * 
Van pogingen tot verdere kompletering is afgezien: de op 1 januari 1973 lopende akten bevinden zich in het archief van de domeininspectie in Arnhem.
Een aantal in het archief aangetroffen stukken daterende vóór 1863 zijn niet in de inventaris opgenomen, omdat het archivalia zijn behorende bij administraties, die de goederen van het rentambt beheerd hebben voordat deze kroondomein werden. Tevens zijn stukken van de houtvester van de Houtvesterij Soeren niet opgenomen.

De orde die bij overdracht van het archief heerste was een ordening naar series: briefwisseling, akten, financiële stukken etc. waren tot aparte series gerangschikt. Stukken die men niet in series kon onderbrengen, heeft men verzameld in een aantal pakken "diversen".
Toen sinds 1936 de bemoeienis met de "Echoput" ontstond, heeft men de op dit onderwerp betrekking hebbende stukken bij elkaar gehouden, met uitzondering van de briefwisseling, die in de serie werd gevoegd.
Als tijdens de dynamische periode vervaardigde ingangen en toegangen kunnen aangemerkt worden, de domeinleggers, die van alle verpachtingen etc. aantekening houden, en de registers van briefwisseling die niet alleen agenda's zijn, maar ook kopieboeken van uitgaande brieven. Verdere toegangen zijn de tafels op de briefwisseling, die sinds 1946 vervaardigd werden en de bestanddelen van de sindsdien bundel- resp. dossiergewijs samengevoegde stukken aangeven. Deze dossiers werden per jaar van een nummer voorzien, welk nummer in de tafel opgenomen is.
Tijdens de inventarisatie is de oorspronkelijke orde zoveel mogelijk gehandhaafd. De ongedifferentieerde series akten, staten van opbrengst zijn echter wegens een betere toegankelijkheid naar taakbemoeiing van de rentmeester opgesplitst. Überhaupt is het archief niet naar bijv. juridische kriteria maar naar economische kriteria geordend, omdat het de taak van de rentmeester was in naam van de administrateur, wiens taak meer op het supervisionerende en juridische vlak lag, handelingen te verrichten, waardoor geld "in het laatje" kwam.

De rubriek "financiële administratie" is in de inventaris in twee perioden gesplitst, omdat men hier duidelijk twee verschillende boekhoudkundige systemen kan onderscheiden. In de eerste periode is er sprake van kameralistisch boekhouden (dagboek annex manuaal, jaarrekening), in de tweede periode van dubbel boekhouden (begrotingen van inkomsten en uitgaven, gesplitst dagboek met hulpboeken, journaal, grootboek met subgrootboeken, jaarrekeningen met verlies en winstrekeningen). Bij de inventarisatie is voor de deduktieve ordening gekozen, zodat eerst de algemene stukken en daarna de bijzondere boeken opgevoerd worden. * 

Vernietigd werd enkel uit de rubriek "financiële administratie" en wel een aantal maandrekeningen, welker gegevens ook in de jaarrekeningen voorkomen, een aantal dubbele jaarrekeningen, verder giro- en bankafschriften, kasstukken, ingekomen declaraties en kopiefakturen.

Omdat op veel oorspronkelijke omslagen verwezen werd naar omslagnummers in het archief van de opperhoutvester zijn als bijlage concordansen opgenomen, die van inventarisnummer naar nummer van het procesverbaal van overdracht *  en vice versa verwijzen. Een zelfde concordans is gemaakt met betrekking tot de van het Rijksarchief in Gelderland afkomstige stukken, omdat deze vermeld staan in het V.R.O.A. over 1920.