Uw zoekacties: Sint-Lucasbroederschap te Arnhem

0352 Sint-Lucasbroederschap te Arnhem ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Geschiedenis van de archiefvormer
0352 Sint-Lucasbroederschap te Arnhem
Inleiding
2.
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie: Gelders Archief
Lid van de St. Lucasbroederschap konden worden: raadsheren, mombers, griffiers, de auditeur van de Rekenkamer, advocaten en andere beroepsgenoten die naar de mening van de leden konden worden opgenomen. De broederschap bestond dus niet alleen uit advocaten bij het Hof. Op de eerste plaats was het een gezelligheidsvereniging, daarnaast beraadslaagden de leden over zaken aangaande de uitoefening van hun beroep. Jaarlijks moest op het feest van St. Lucas, 18 oktober, een voorzitter worden gekozen, die dan Lucas werd genoemd en zich liet bijstaan door twee door hem zelf gekozen assessoren. Gedrieën bepaalden zij waar en wanneer de broederschap bijeen zou komen voor het houden van maaltijden en andere activiteiten. De deurwaarder van het Hof was tot apparitor aangesteld. Hij moest op last van de voorzitter plaats en dag der bijeenkomsten aanzeggen, contributies en andere inkomsten van de broederschap innen en betalingen doen. De contributie bedroeg aanvankelijk twee, sinds 1627 drie rijksdaalders. Verder moest worden betaald wanneer men het lidmaatschap opzei, wanneer men ongehuwd of zonder kinderen overleed, bij het aangaan van een huwelijk of als men een hogere functie ging bekleden.
Als oprichtingsjaar van de broederschap geldt 1611. Dat St. Lucas de patroon is zou kunnen betekenen dat de broederschap al eerder, vóór de reformatie bestond en dat deze in 1611 niet werd opgericht, maar slechts nieuwe regels kreeg of hooguit werd heropgericht. Over het bestaan van de broederschap vóór 1611 zijn verder geen aanwijzingen. Volgens mej. dr. A. Joh. Maris maakt de zinspreuk "Illuminamini et Lucete" duidelijk, hoe de "schilder" St. Lucas patroon van advocaten kon worden: de schilder verluchte. Verluchten is niet alleen zomaar versieren, maar allereerst duidelijk maken voor de kijker. De jurist wil de ware toedracht kennen. De waarheid moet duidelijk worden.
Vanaf 1739 tot aan de opheffing vonden er geen bijeenkomsten en andere activiteiten meer plaats. Wel bleef het Liber Sodalicium onder de deurwaarder van het Hof berusten en lieten advocaten, die zich bij het Hof hadden laten immatriculeren zich inschrijven als lid van de broederschap. In 1799 gaven de executeurs van het testament van de overleden deurwaarder van het Hof, S. van Cruchten, aan het oudste lid van de broederschap, papieren en geld van de broederschap in handen, die in de boedel van de overledene waren aangetroffen. Tevens was op dat moment de overplaatsing van het Hof van Justitie naar Utrecht op handen. Om deze redenen vonden enige leden officiële opheffing en liquidatie van de broederschap nodig. In een vergadering van 30 april 1800 kreeg dit zijn beslag.
De overgebleven gelden werden voor 2/3 geschonken aan de Hervormde gemeente te Arnhem, op voorwaarde dat deze jaarlijks aan de weduwe van advocaat mr. O.D. Wakker bij haar leven 60 gulden zou uitkeren, en voor 1/3 aan de Waalse gemeente te Arnhem. Het archief werd gedeponeerd ter griffie van het Hof. Wat er nu nog van het archief over is bestaat voornamelijk uit: het Liber Sodalicium, een groot deel van de papieren afkomstig uit de boedel van S. van Cruchten, vooral van financiële aard, en stukken betreffende de opheffing. Het Resolutieboek, dat ooit bestaan moet hebben, was in 1799 al niet meer te vinden.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1610-1800
Auteur:
H.J.A.H.G. Metselaars
Categorie: