Uw zoekacties: Nederlandse Hervormde Kerk, Classes Tiel en Buren

0345 Nederlandse Hervormde Kerk, Classes Tiel en Buren ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Het Algemeen Reglement van 1816
3. Classis Tiel
4. Classis Buren
0345 Nederlandse Hervormde Kerk, Classes Tiel en Buren
Inleiding
4.
Classis Buren
Organisatie: Gelders Archief
De provinciale synode van Zuid-Holland, vergaderd te Dordrecht in Juni 1574, besloot tot een verdeeling in veertien classes, waarvan de zevende zou omvatten "Bommel, Bueren, Leerdam, Hueckelom, Asperen, Gorichem, met haren ommeligghenden dorpen", gewoonlijk de classis van Gorinchem genoemd. *  . Bommel met de Tieler- en Bommelerwaarden kwam na de reductie, gelijk wij zagen, onder de Geldersche synode.
Sinds 1595 stonden de graafschappen Buren en Leerdam, de baronieën IJsselstein en Acquoy, alsook de heerlijkheid Schoonderwoerd onder het bestuur van graaf Philips van Hohenlohe-Langenburg, echtgenoot van Maria van Oranje en zwager van prins Philips Willem. Door den drossaard van Buren liet hij aan de predikanten onder zijn gebied verbieden, om te verschijnen in de vergaderingen der Gorinchemsche classis; hij wenschte, dat zij afzonderlijk zouden vergaderen "om de jurisdictie van Syne Genade niet te vercorten." De classis beklaagde zich hierover in de synodale vergadering van September 1597 te Schoonhoven, waarop de synode besloot, om, aangezien de graaf afwezig was, aan den drossaard te verzoeken voorloopig nog aan de predikanten te willen vergunnen, om de classicale bijeenkomsten bij te wonen. *  . Vijf jaren later zag zich de synode van den Briel genoodzaakt, om, "dew yle Sijn Genade van Hohenloo. etc., niet en can geïnduceert worden, dat se (de predikanten) op de classe Gorcum souden verschijnen ende dat deselve over sulcx op des graven ordonnantie haere classicale vergaderinge apart houden", door haar gedeputeerden erop aan te laten dringen, dat de graaf tenminste zou toelaten, dat de kerken van Buren, IJsselstein, enz., onder de Zuid-Hollandsch synode zouden blijven. *  .
De eerst ons bekende afzonderlijke vergadering der nieuwe classis van Buren kwam bijeen 2 Mei 1603. Na het overlijden van Hohenlohe (5 Maart 1606) stond de gravin-weduwe Maria aan de predikanten onder het gebied van Buren, enz., toe, om weder te verschijnen op de Zuid-Hollandsche synode, welke in Augustus 1606 te Gorinchem gehouden werd. "Om politike consideratiën wille" kon zij echter aan de afgevaardigden predikanten Gerardus Verstegius van Buren en Johannes Henrici van Schoonderwoerd geen schriftelijke acte of ordonnantie geven; waarom de synode hen bij provisie toeliet "welverstaende, dat de dienaren van Buyren, Iselstein, etc., onder desen synode tot op den generalen synodum by provisie resorteren ende blijven sullen, mits onderhoudende goede kerckenordeninge en-de correspondentie met den kercken deses synodi, comende voortaen tot het synodum met twee dienaren, gelijck sy alsne gedaen hebben, ende staende onder de inspectie des synodi van Suythollandt ende gedeputeerden de sselven....". *  . In het jaar 1626 werd Buren, tot nog toe een halve classis, door de te IJsselstein vergaderde synode voor een geheele classis erkend; zij telde toen vijftien kerkelijke gemeenten. *  .
De Burensche classis verzocht in 1607, om te mogen worden uitgebreid met Culemborg, Vianen en onderhoorige dorpen. *  . De vergrooting met het land van Culemborg geschiedde op verzoek van den graaf van Culemborg bij besluit van de Zuid-Hollandsche synode van 's Gravenhage in 1624. *  . Wat Vianen aangaat, sinds 1638 deed de heer van Brederode moeite, om zijn gebied als een halve classis te doen erkennen. In het jaar 1642 besloot de synodale vergadering te Gorinchem, dat die van Vianen afscheid zouden nemen van de Gorinchemsche classis en zich bij provisie onder Buren zouden begeven. Een jaar later echter besloot de synode van den Briel tot vereeniging van Vianen met de classis van Gouda. *  .
Vóór haar opheffing in 1816 bestond de classis van Buren uit:
1. het graafschap Buren met zeven kerkelijke gemeenten, nl. de stad Buren en de dorpen Erichem, Asch (sinds 1626), Beusichem, Zoelmond, Tricht en Buurmalsen;
2. het graafschap Leerdam met een kerkelijke gemeente in Leerdam met twee predikanten;
3. de baronie IJsselstein met twee kerkelijke gemeenten, nl. de stad IJsselstein (met twee predikanten) en Benschop; terwijl het tot de baronie behoorende Noord-Polsbroek in kerkelijk opzicht vereenigd was met de vrije heerlijkheid Zuid-Polsbroek, welke onder de classis van Gouda en Schoonhoven ressorteerde;
4. de baronie Acquoy met één kerkelijke gemeente;
5. De heerlijkheid Schoonderwoerd met één kerkelijke gemeente;
6. Het graafschap Culemborg met drie kerkelijke gemeenten, nl. de stad Culemborg en de dorpen Everdingen en Zijderveld.
Bij de opheffing der classis kwamen IJsselstein en Benschop onder Utrecht (ring van IJsselstein), "Schoonderwoerd en Leerdam onder Gouda (ring Leerdam), Acquoy onder Zaltbommel (ring van Tuil) en de overige gemeenten onder de classis van Tiel.
Op welke wijze de classis van Tiel in vroeger tijden voor haar archief zorgde, zien wij uit de volgende resolutie d.d. Mei 1620: "Iss goet gefunden, dat men cope een cofferken, daerinne te bewaren de classicale schrifften; die sleutelen daervan sullen berusten by den deputatis missgaders der kerck van Tiill; het cofferken selffs te bewaren ter plaetye by den broederen dess classis tenomineren. Voorts, dat men een pitzier sall procurieren, te gebruycken tot nodige versegelinge" *  .
Omtrent het archief nam het in 1816 nieuw optredende classicaal bestuur van Tiel de volgende besluiten: (art.2) "De scriba zal de archieven der classis overnemen van den oudsten predikant te Tiel; doch zullen dezelven gemakshalve by den praeses te Tiel bewaard worden met uityondering van het jongste classikale acten- en deputatenboek benevens de portefeuille met aanschrijvingen enz., welke de scriba onder zyne bewaring zal nemen", en (art.3). "Omtrent de archieven der voormalige classis van Buren, welke voor het grootste deel by deze classis gevoegd is, wordt bepaald, dat de scriba de leden dier classis by missive zal voorstellen, om dezelven zoodra mogelijk aan het classikaal bestuur van Tiel over te geven" (notulen van 27 Maart 1816). In de bestuurs- vergaderingen van 31 Juli werd medegedeeld, dat het Burensche archief ontvangen was; terwijl den 25sten September door het classicaal bestuur aan de predikanten van Tiel en Echteld opgedragen werd, om beide archieven in de kast o p de gewone vergaderplaats te rangschikken. Uit de notulen van de bestuursvergadering van 16 Maart 1817 blijkt, dat het archief der voormalige classis van Buren in de kast geplaatst en geordend was, zooals de bescheiden "volgens de lijst daarvan, by de papieren des bestuurs gelegd, gevonden zijn ontvangen te wezen"; terwijl men de Tielsche archiefstukken voorloopig nog maar onder den praeses gelaten had.
Een uiterst summier overzicht van alle onder het classicaal bestuur berustende bescheiden-met inbegrip van het nieuw-archief sinds 27 Maart 1816 - werd in Mei 1900 samengesteld door F.C.A. Pantekoek. Reeds toen waren tal van stukken verloren gegaan van het oud-archief.
Aangaande den materieelen toestand van het hier beschreven oud-archief kan worden opgemerkt, dat de Burensche stukken veel door vocht hebben geleden.
In de volgende beschrijving kon nog een classicaal actenboek van Buren, over 1733-1775, getiteld "het sesde classisboek van Buuren", worden opgenomen, hetwelk afgedwaald was naar het kerkarchief van Buurmalsen (inv.no. 30a).

Kenmerken

Datering:
1606-1875
Auteur:
A.J. Maris