De vervaardiger van de inventaris is niet bekend. In de oorspronkelijke inleiding wordt verwezen naar het artikel van Jolles over de Openbare Bibliotheek uit 1938 (zie de vorige paragraaf). Tenzij de inleiding later vervaardigd is zou de inventaris dus van na dat jaar dateren. In het archievenoverzicht van het Rijksarchief in Gelderland uit 1959 wordt een handschriftinventaris vermeld.
Omdat op de oorpronkelijke omslagen vaak aantekeningen voorkomen in het handschrift van H.L. Driessen, die in 1952 met pensioen gegaan is, lijkt het waarschijnlijk dat de inventaris (grotendeels) van zijn hand is. Daarop wijst ook de manier van inventariseren: vaak nam hij min of meer letterlijk de titel van het stuk over als beschrijving. Dat bevorderde niet altijd de duidelijkheid. Een ander manco van de oude inventaris was dat de stukken van het Athenaeum niet duidelijk waren gescheiden van de rest. Bovendien was de beknopte inleiding niet best.

In 2008 en 2009 heeft stagiaire S. Hoefnagel zich in het kader van de duale fase master archiefwetenschap met het archief beziggehouden. Hierbij kwam het goed van pas dat T. Goossens, medewerker van het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, de inventaris al had overgetypt, ruimschoots voorzien van aantekeningen. Begeleiding en eindredactie waren in handen van K.J.W. Peeneman.