Uw zoekacties: College tot de Beneficiëring van Neder-Rijn en IJssel

0011 College tot de Beneficiëring van Neder-Rijn en IJssel ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Voorbericht
0011 College tot de Beneficiëring van Neder-Rijn en IJssel
Inleiding
2.
Voorbericht
Organisatie: Gelders Archief
Het archief, waarvan deze inventaris aan de belangstellenden in druk wordt aangeboden, is in het Rijks-Archief te Arnhem beland met de archieven der sinds 1795 elkaar opgevolgd hebbende gewestelijke bestuurslichamen van Gelderland.
De regeling voor de uitvoering der in 1705 ondernomen kanalisatie werd zoo gemaakt, dat Gelderland de werken uitvoerde met subsidie der andere provinciën. Doch Gelderland miste hiervoor, tengevolge zijner eigenaardige staatsinrichting, het centrale orgaan. De drie Kwartieren benoemden de gecommitteerden wegens Gelderland, elk voor zijn deel. Maar geen der drie Kwartieren kon een recht tot de administratie der zaken boven de anderen doen gelden. Dat van Nijmegen toonde te meenen, dat het tot het administreeren het naaste was. Doch de bijeenkomsten werden voorloopig te Arnhem gehouden. In de vergadering der gecommitteerden van de drie kwartieren, op 9 Juli 1706 te Arnhem bijeen, besloot men nu de benoodigde penningen aan iemand in Arnhem ¿als het naest gelegen" te zenden. Daartoe werd de secretaris van het Veluwsche Kwartier aangewezen; en in de vergadering van 20 October 1706 werd nader aan het Kwartier van Veluwe opgedragen de betrokken provinciën aan te schrijven bij bijzonder
e voorvallen enz.
Zoo kwam de administratie geheel in handen van het Veluwsche Kwartier en was de griffier van Veluwe de secretaris van het College tot de Beneficiatie; en daar de tijdelijke Raadssecretaris van Arnhem als griffier van dat Kwartier fungeerde, vormde zich het archief van het college op het Arnhemsche raadhuis. Opeenvolgend bewaarden en vermeerderden daar mr. H. W. van Ruyven, mr. Engelbert op ten Noort, mr. Gijsbert op ten Noort en mr. H. W. Brantsen de retroacta, de verbalen, de liassen der correspondentie, de rekeningen en bewijsstukken, de bestekken en plannen enz. Doch met de omwenteling van 1795 kwam er ook in Gelderland een centraal uitvoerend bestuurscollege, kreeg dit, het College van Politie, Financie en Algemeen Welzijn, tengevolge van een besluit der Provisioneele Volksvertegenwoordigers van Gelderland d.d. 17 April 1795 de zorg voor de werken der beneficieering tot zijn taak en nam het met de kassen ook het geheel der evengenoemde retroacta, waarbij ook een kist met ka
arten, op 23 Juli van dat jaar onder zich. Voor die overneming is de lijst van het archief door den stads-secretaris mr. B.J. Hoff opgemaakt, welke toen in de notulen geregistreerd is.
Na den staatsgreep van 22 Januari 1798, toen de federalisten in de Nationale Vergadering door hunne unitarische medeleden waren gevangen gezet, de Constitueerende Vergadering het Staatsbewind van vijf leden had ingesteld en alles in de geheele Republiek in centraliseerenden geest gesteld werd, gingen de functiën van het mede verdwijnende College van P., F. en A. W. ten aanzien der werken tot de Beneficiatie niet op zijn opvolger, het Intermediair Administratief Bestuur voor Gelderland, over, maar op het ministerie van binnen- landsche zaken (¿inwendige politie") der Bataafsche Republiek. Echter is het archief, niet alleen tijdens de liquidatie der gecompliceerde kassen en zaken, welke tot 1805 geloopen heeft, maar ook daarna onder het gewestelijk bestuur van Gelderland gebleven, en dientengevolge in het Geldersche Archief gekomen.
Literatuur: J. Indebetouw, de Rheni divortiis Rhenique inferioris ac Isalae cura (in het Nederlandsch; Nijmegen 1787); J. Blanken, Verhandeling over de algemeene rivier- en waterstaatkundige ontwerpen (Utrecht 1836); E. Du Puij De Monbrun. Gedanken über die Nothwendigkeit der Schliessung der Münding des alten Rheines unweit Lobith (Emmerich 1850); Is. an. Nijhoff, Het ontstaan van het Pannerdensche kanaal (Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudheidk. VIII blz. 217 en vlg.) Een aantal in het Statenarchief van Holland aanwezige stukken zijn in 1798 op last van het Provinciaal Committé van Holland uitgegeven door C. Brunings, als ¿Verzameling van rapporten, verbaalen en verdere stukken betreffende de doorsnijdingen en werken, welken sedert de Conventie van den jaare 1771 op de bovenrivieren, tusschen Emmerik en Arnhem, zijn aangelegd, zo tot bevordering van derzelver vaarbaarheid als om, door eene geregelde verdeeling van het opperwater, de overstroomingen (bij open Rivier) te voorkomen".
(2 deelen). Het van het Geldersche Archief afkomstige exemplaar dezer uitgave is indertijd door het Provinciaal Bestuur in de Openbare Bibliotheek te Arnhem gedeponeerd. In het Archief is nog te vinden het voor rekening van het College tot Beneficieering gekochte exemplaar der ¿Dagelijksche aanteekeningen, gehouden te Nijmegen van de peilshoogtens en merkwaardigste gebeurtenissen op de rivieren de Maas, Rhijn, Waal, Nederrhijn en IJssel, beginnende met primo January 1770", vervolgd tot Augustus 1794, door Hendrik Lotsy e.a. (Nijmegen 1772-1794). Vermelding verdient voorts een pamflet, getiteld ¿De droevige gevolgen van het steeds toenemende vermogen van het Pandersche canaal", door den Tielschen burgemeester C. L. de Pagniet ('s-Gravenhage 1771).
Hier neemt het een bijzondere plaats in, zooals bij inzage van het ¿Kort Overzigt" van het Geldersche archief van 1865 in het oog springt. Nu het verleden jaar, ontlast van de ten onrechte vóór 1865 er aan toegevoegde stukken en weder verrijkt met de stukken, voornamelijk kaarten, welke er aan ontnomen waren, door den Commies bij het Archief jhr. mr. A. H. Martens van sevenhoven geïnventariseerd is, verdiende m.i. de inventaris gedrukt te worden als afzonderlijk boekje zoowel wegens het interprovinciaal, gedeeltelijk zelfs internationaal karakter der werken tot de Beneficiatie als met het oog op de belangstelling, welke deze archivalia steeds van de zijde der deskundigen mochten ondervinden. Ten aanzien van dit laatste behoef ik slechts te herinneren aan de in de Inleiding hierna aangehaalde werken, aan twee opstellen van den oud-ingenieur R.P.J. Tutein Nolthenius, ¿Rhenus renatus" (Gids 1896) en ¿De afvoerverhoudingen der Rijntakken enz." (Ned. Natuur- en Geneesk. Congres 1903
), aan de Rijnverdeelingskaarten, onderdeel van den nieuwen historischen atlas van Nederland, voor welker samenstelling de oud-Hoofdinspecteur van 's Rijks Waterstaat J. W. Welcker geruimen tijd een bijna dagelijksch gebruik van de kaarten en verdere retroacta maakte, en aan de herhaalde onderzoekingen, èn door laatstgenoemde voor zijn grondig opgezette toelichtingen tot de veranderingen in den bovenloop onzer groote rivieren èn door de opvolgende hier ter stede dienstdoende ingenieurs van 's Rijks Waterstaat in het belang van hun dienst ingesteld.
Naar mijne meening paste dit woord tot introductie van dezen arbeid van mijn bekwamen medewerker.
De Rijks-Archivaris in Gelderland, A. C. Bondam.
Het was de Raad van Financiën van het departement Gelderland, die het archief, althans ten deele, zoolang onder zich had. Op 6 December 1805 nam het Departementaal Bestuur nog kaarten en verbalen van dien Raad over, bij gelegenheid dat dit Bestuur op voorstel van zijn lid van spaen van biljoen maatregelen nam tot behoud van de oude kaarten bij de dijk- en polderbesturen.
3. Archiefvormer en archief

Kenmerken

Datering:
(1605) 1705-1805
Auteur:
A.H. Martens van Sevenhoven