De familie de Bordes De archivalia die in deze inventaris zijn beschreven, zijn afkomstig van de familie de Bordes. Op het eerste gezicht lijkt er geen relatie met Friesland te zijn; veel leden woonden in het verleden in Amsterdam en omgeving. De eerste die zich in Friesland vestigde, was Cornelis Jan de Bordes (1840-1917). Hij was officier bij de Infanterie en was gelegerd in Leeuwarden. Daar kwam hij in contact met de jonge weduwe Agatha Geertruida Wilhelmina van Burmania barones Rengers (1835-1918). Zij had uit haar huwelijk met jonkheer Epo Sjuck Burmania Vegilin van Claerbergen twee kinderen, Martina en Duco. In 1866 trouwde zij met Cornelis Jan de Bordes, die voogd werd over haar twee kinderen. Het echtpaar de Bordes-Burmania Rengers kreeg vier kinderen. De familie woonde in Leeuwarden, het laatst in het Princessehof aan de Grote Kerkstraat, dat Agatha van haar ouders als geschenk had gekregen. In 1877 verhuisde de familie naar de villa Caprera in Velp. Cornelis de Bordes had intussen het leger en de Schutterij van Leeuwarden verlaten. Wel was hij in 1873 adjudant in buitengewone dienst van koning Willem III geworden. Na diens overlijden in 1890 bleef hij adjudant, later van koningin Wilhelmina. Tevens werd hij gemeenteraadslid van Rheden. De vier kinderen waren in Leeuwarden geboren maar bleven na 1877 buiten Friesland woonachtig. De tweede zoon Justinus Sjuck de Bordes vestigde zich in Luik.

De families Burmania Rengers en Vegilin van Claerbergen Agatha van Burmania barones Rengers was in 1835 in Leeuwarden geboren als dochter van Regnerus Hendrik Sjuck Gerrolt Juckema van Burmania baron Rengers en Henriëtta Casimira Johanna Wilhelmina barones van Asbeck. De namen Juckema en Burmania verwijzen naar uitgestorven Friese adellijke families. De familie Rengers kwam oorspronkelijk uit Groningen. Baron Rengers was aanvankelijk militair maar koos later voor een bestuurlijke functie. Zo was hij onder andere Gedeputeerde van de provincie Friesland. In 1829 werd hij honorair kamerheer van koning Willem I. Hij bewoonde met zijn vrouw het voormalige Princessehof te Leeuwarden. Van de kinderen van het echtpaar trouwde alleen dochter Agatha. Zij trad in 1856 in het huwelijk met jonkheer Epo Sjuck Burmania Vegilin van Claerbergen, die in Huizum op Sixmastate woonde. Hij was geboren op Martenastate te Cornjum, waar de Burmania’s en eerder de Martena’s eeuwenlang hadden geresideerd. Hij overleed in 1862 op de jonge leeftijd van 31 jaar. Hij was toen een ambteloos burger. Het jongste kind van het echtpaar, jonkheer Duco Martena van Burmania Vegilin van Claerbergen, werd in 1859 geboren. Hij erfde in 1872 van zijn oom Ulricus Herman Wielinga Huber het aloude familieslot Martenastate, dat toen in goede staat was. Vegilin was echter niet in staat om het goed te onderhouden. Pogingen om het te koop aan te bieden aan het Provinciaal Bestuur van Friesland en het Fries Genootschap strandden. Na zijn overlijden in 1894 werd de state eigendom van de Hervormde gemeente Cornjum, die het bouwvallige slot lieten afbreken en vervangen door een nieuwe “state”. Met hem stierf de tak van de Vegilins uit Cornjum uit.

Het archief Het archief bestaat uit stukken van de familie de Bordes en van de aanverwante families Vegilin, Burmania Rengers en Burmania. De beschrijvingen van de stukken van de familie de Bordes zijn vooraan geplaatst. Daarna volgen in alfabetische volgorde die van de aanverwanten. De omvang van het geheel bedraagt ongeveer één strekkende meter. Het oudste stuk dateert uit omstreeks 1750 maar het meeste materiaal is 19de en 20ste eeuws. Alle stukken zijn openbaar. B.H. de Vries, 2009.