Bij een adres aan Gedeputeerde Staten van Drenthe van 20 maart 1923 deelden G.H. Brinks te Peize en 22 anderen mede, dat er grote behoefte bestond aan verharding van de Boerelaan en enige andere wegen in de omgeving daarvan. Zij verzochten de gronden ter weerszijden en ten zuiden van de Boerelaan en de Oude Velddijk onder waterschapsverband te brengen, opdat men zou komen tot verharding van deze wegen. Na anderhalf jaar deden Gedeputeerde Staten weten dat de Staten der Provincie Drenthe besloten hadden tot de oprichting van het waterschap De Boerelaan en tot vaststelling van een reglement hiervoor *  . Voor uitvoering van de werken werd geld geleend. De aflossing hiervan werd in 1958 beëindigd. Eind 1959 werd besloten tot overdracht in eigendom en onderhoud van de aangelegde wegen aan de gemeente Peize, tegen betaling van ¿ 1,--. Op 26 juli 1960 besloten de Staten van Drenthe tot opheffing van het waterschap, waarna GS in december bepaalden dat de opheffing van het waterschap De Boerelaan in werking zou treden op 1 januari 1962 *  . Het aan GS overgedragen archief werd nog in 1962 naar het Rijksarchief in Drenthe overgebracht.