Het archief heeft voornamelijk betrekking op de onroerende bezittingen die bij het boerenbedrijf Diekshuus hoorden en op rechten die de bewoners daarop konden doen gelden. Daarnaast werden stukken overgedragen die op Diekshuis gekomen waren via de moeder van H.W.J. Colenbrander. Dit materiaal was afkomstig van haar voorouders, de 'Gendringse' families Luimes, Knipscheer en Koldewei. Deze stukken hebben voornamelijk betrekking op het eigendom en de bewoning van een omstreeks 1860 in de IJsselstraat te Gendringen gebouwde woning. De naam IJsselstraat ('Isselstraot' vindt zijn oorsprong in de gemeenschappelijke IJsselweiden ('de Issels') bij het dorp waarnaar de straat (gezien vanuit het centrum) voerde. Een aantal stukken in dit archief heeft betrekking op die weiden.
Ander materiaal was afkomstig van de familie Van de Laar, die tot 1926 op het naburige landgoed Engbergen woonde. De van deze familie afkomstige documenten zouden volgens de overlevering afkomstig zijn uit een kist die omstreeks 1926 door de grootvader van Henk Colenbrander uit de failliete boedel van zijn buurman A.R. van de Laar was gekocht.
Bij de ordening van het verworven archief werd een indeling gemaakt die ontleend is aan de plek van vermoedelijke herkomst van de stukken

De eerste afdeling betreft de families die het Diekshuus bewoonden. De tweede afdeling de families die opeenvolgend een pand in de IJsselstraat te Gendringen bewoonden. De derde afdeling betreft stukken waarvan enkele zeker en enkele vermoedelijk afkomstig zijn van de familie Van de Laar. Binnen de afdelingen zijn de bestanddelen per generatie chronologisch geordend.
Het archief geeft, hoe fragmentarisch ook, een inkijk in de bedrijfsvoering en in lokale eigenaardigheden zoals de weiderechten op de gemeenschappelijke IJsselweiden bij het dorp Gendringen en de uiteindelijke verdeling van die gemeenschappelijke weiden in 1909. Boedelbeschrijvigen geven een overzicht van de 19e eeuwse inventarissen van Diekshuus, een woning in de IJsselstraat en van het herenhuis Engbergen. Duidelijk wordt ook dat er voor de instelling van de Boerenleenbank lokale geldschieters (Luessen en Snethlage) waren die van geld geld maakten. Stukken betreffende begrippen als 'ligboxenstal' en 'superheffing' tonen iets van de agrarische bedrijfsvoering aan het eind van de 20e eeuw. In de diverse akten vinden we veldnamen met hun kadastrale plaatsaanduidingen vermeld.
Het oudste stuk dateert uit 1834 en het jongste uit 1992.
Het archief is volledig openbaar.
Het in deze inventaris beschreven archief meet 0,625 strekkende meter.