Uw zoekacties: Plaatselijk bestuur Wisch, 1419-1817

0539 Plaatselijk bestuur Wisch, 1419-1817 ( Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers )

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de datering, omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere. Als de datering jaartallen tussen haakjes bevat, betekent dat dat er zich stukken in het archief bevinden die buiten de datering van het 'archiefblok' vallen.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis
0539 Plaatselijk bestuur Wisch, 1419-1817
Inleiding
Geschiedenis
Voor een uitvoerige historische toelichting tot de hierachter volgende inventaris wordt verwezen naar de Bijdrage tot de geschiedenis van de heeren en de heerlijkheid Wisch, van de hand van jhr. mr. A.H. Martens van Sevenhoven, en verschenen in de Bijdragen en Mededelingen der Vereniging "Gelre" deel XXXIII (1930). Aan deze studie is hetgeen hier omtrent grondgebied en bestuur der voormalige heerlijkheid wordt meegedeeld grotendeels ontleend. Aangaande het heerlijkheidje Lichtenberg, dat tezamen met de hoogheid Wisch tot het grondgebied van de tegenwoordige gemeente is samengevoegd, kan men bovendien enkele bijzonderheden vinden in de Genealogie ofte Geslachtrekening van de overoude ende illustre adelicke familie van Laer ('s-Gravenhage 1679).
De oorspronkelijke heerlijkheid Wisch was slechts van geringe omvang, nl. het gebied, dat het slot Borch omgaf en dat na de verheffing tot stad in 1419 als stad en schependom Terborg (ter Borch) bekend was. Dit gebied maakte tot 1382 deel uit van het kerspel Etten onder het bisdom van Utrecht en werd in genoemd jaar tot zelfstandige parochie verheven. Reeds meer dan een eeuw behoorde het toen aan het geslacht der heren van Wisch, van wie de stamreeks met 1234 aanvangt, maar die waarschijnlijk reeds veel vroeger een belangrijke positie in deze streek innamen. In 1315 werd Henrik van Wisch door de heer van Heinsberg, in diens kwaliteit als heer van Blankenberg *  , beleend met het gericht in de kerspelen Varsseveld en Silvolde. Oorspronkelijk vormde dit gebied één kerspel onder het bisdom van Munster. Silvolde werd omstreeks 1245 als zelfstandig kerspel afgescheiden. Heer van Wisch (Terborg) was genoemde Henrik in 1315 nog niet, aangezien zijn vader nog in leven was. Na diens overlijden verenigde hij de beide gebiedsdelen, zodat de omvang der tegenwoordige gemeente van omstreeks 1330 dateert. Eén heerlijkheid hebben de beide delen nooit gevormd. Het eigenlijke gebied van Wisch is met dat van Varsseveld en Silvolde steeds in personele unie verenigd gebleven.
Het slot en de heerlijkheid Wisch waren oorspronkelijk allodiale goederen, maar werden in 1431 aan de Gelderse hertog in leen opgedragen, en staan sindsdien als Gelderse lenen te boek. Varsseveld en Silvolde waren leenroerig aan de heerlijkheid Blankenberg, zoals hierboven vermeld. Reeds vroeg is deze heerlijkheid aan de heren van Heinsberg gekomen, en de Blankenbergse lenen zijn met die van Heinsberg later overgegaan naar de leenkamer van Gulik, dat na de Kleefse successieoorlog in 1666 aan de Keurvorst van de Palts werd toegewezen. Het miniatuurheerlijkheidje Lichtenberg in het kerspel Silvolde is in 1462 afgescheiden van het rechtsgebied van de heren van Wisch ten behoeve van Berend, bastaard van Henrik van Wisch. Dit heerlijkheidje, dat in latere tijden in andere geslachten gekomen is, is steeds allodiaal gebleven.
Op het einde der 14e eeuw, omstreeks 1385, is, vermoedelijk door een minnelijke schikking, de hoogheid Wisch tweeherig geworden, d.w.z. zij is in twee verschillende takken van het geslacht Wisch vererfd, zonder dat een gebiedsdeling plaatsvond. De beide heren van Wisch oefenden dientengevolge tezamen hun heerlijke rechten uit. In 1486 heeft de heer van Homoet, kleinzoon van de erfdochter van Wisch, zijn helft aan de graaf van den Bergh verkocht; diens rechten worden nog door het Huis Bergh uitgeoefend. De andere helft is door vererving en verkoop in verschillende andere geslachten gekomen.
Het gebied der eigenlijke heerlijkheid Wisch, waarin het slot Borch gelegen was, werd op 23 april 1419 door Dirk en Henrik, heren van Wisch, tot stad verheven. De betekenis van de naam van deze stad Terborg (=bij de Borch) is in de tegenwoordige tijd zo goed als vergeten. Tot 1811 heeft er een afzonderlijk gericht voor stad en schependom bestaan. Volgens de nog in het gemeentearchief bewaarde stadsrechtbrief zou de stedelijke regering worden gevormd door een richter - blijkens het gerichtsprotocol waren er later twee richters, één namens elke heer- en zeven schepenen. Van deze laatsten was er één burgemeester en als zodanig belast met het stedelijk rentmeestersambt. De magistraat ontving zijn aanstelling van de heren.
Voor Varsseveld en Silvolde bestond een afzonderlijk bestuur, dat door twee drosten, één namens elke heer, werd uitgeoefend. Elke drost kon de aan het ambt verbonden bevoegdheden in hun volle omvang uitoefenen *  . De bevolking in de kerspelen was in rotten verdeeld, waaruit rotmeesters werden gekozen.
Zowel in het gebied van Terborg als in dat van Varsseveld en Silvolde bestond een geërfdenorganisatie, waarvan de voornaamste taak bestond in het uitschrijven van de verponding en het afhoren van de verpondingsrekeningen. Toen deze publiekrechtelijke taak na de totstandkoming van de eenheidsstaat verviel, bleef de geërfdenorganisatie van Varsseveld en Silvolde , die ook gemeenschappelijke markegronden bezat, bestaan. In 1853 is de mark ontbonden en zijn de gronden verdeeld. Een markerecht van Silvolde van 1421 is uitgegeven door mr. R.W. Tadama in Nijhoff's Bijdragen, deel VIII, en herdrukt door mr. J.J.S. baron Sloet in deel II van zijn Geldersche markerechten. In hoeverre de vroegere geërfdenorganisatie van Terborg op de in 1910 verdeelde gemeenschappelijke IJsselweide bij dat stadje enige aanspraak kon doen gelden, kon niet worden nagegaan.
Een municipaliteit en een gemeentebestuur zijn na 1795 noch te Terborg noch in Varsseveld en Silvolde ingesteld. Deze toestand werd gewettigd door een Landdagsreces van 16 maart 1797, dat in heerlijkheden, afhankelijk van vreemde leenkamers, deze reorganisatie voorlopig opschortte, welk reces vermoedelijk mede uit een zekere angst voor buitenlands legergeweld is tot stand gekomen, doch strikt genomen kon van deze afhankelijkheid alleen bij Varsseveld en Silvolde sprake zijn. De toenmalige drost en richter mr. Jan Arnold Nering Bögel fungeerde in beide gebiedsdelen als hoofd van het plaatselijk bestuur.
In 1810 werd Terborg als hoofdplaats der gelijknamige mairie aangewezen, waarvan het gebied vrijwel dat der gehele voormalige heerlijkheid omvatte. Met ingang van 1812 werd het kerspel Varsseveld hiervan afgescheiden en tot zelfstandige mairie verheven. Tezamen vormden beide mairieën het kanton Terborg. De nieuwe toestand bleef tot 1 januari 1818 voortbestaan. Het met deze datum ingevoerde Reglement voor het platteland van de provincie Gelderland verenigde beide gemeenten Terborg en Varsseveld, die van 1813-1817 hun bestaan onder een burgemeester hadden voortgezet, tot één schoutambt Wisch, en deed daarmee de vroegere hoogheid Wisch in haar oude omvang herleven, met uitzondering evenwel van het huis Schuilenburg met omgeving, dat vermoedelijk reeds in de Franse tijd bij de mairie Ettten is gevoegd, en thans onder de gemeente Gendringen behoort. Een poging, in 1821 door enkele gemeenteraadsleden, om opnieuw een splitsing in twee gemeenten te verkrijgen, mislukte, doordat Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland een desbetreffend verzoek van de hand wezen.
De tegenwoordige gemeente Wisch voert het wapen, dat de heren van Wisch omstreeks 1317 hebben aangenomen, nl. in goud twee gaande leeuwen van rood, boven elkaar geplaatst. De stad Terborg had tot wapen: in blauw de ridder St. Joris de draak doorstekend, alles van goud. Dit wapen is ook door de gemeente Terborg tijdens haar kortstondig bestaan gevoerd. De Gemeente Varsseveld schijnt nooit in het bezit van een wapen te zijn geweest.
De zetel van de verschillende besturen is vanouds de stad Terborg geweest. Het krachtens raadsbesluit van 16 juni 1880 afgebroken stadhuis herbergde uiteraard de magistraat der stad, maar bovendien waren de drosten er gevestigd. Eerst omstreeks het einde der 19e eeuw is de secretarie verplaatst naar Varsseveld, dat om zijn meer centrale ligging in de gemeente zekere voordelen biedt boven de aloude hoofdplaats der hoogheid Wisch. In 1927 is te Varsseveld een nieuw gemeentehuis met een zeer doelmatige archiefbewaarplaats gebouwd.
Archieven
Wijzigingen
Bijlage: Regestenlijst
Bijlage: Verplaatste inv.nrs. OAW
Bijlage: Ingevoegde aanvullingen

Kenmerken

Datering:
1419-1817
Auteur:
A.J. v.d. Ven, D.W. Kobes, J. Gervers, P. Meerdink, W. Konink, W. Willemsen
Toegang:
inventaris
Gemeente:
Oude IJsselstreek
Omvang:
22,125
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0539 Plaatselijk bestuur Wisch, 1419-1817
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0539