In 1938 werd het gymnasium omgezet in een lyceum. Tussen 1902 en 1911 bereikte men het absolute dieptepunt in het leerlingenaantal: 50 - 91. De jaren daarop volgend, van 1912 tot 1937, bleef dit aantal stabiel, meestal schommelend rond de negentig. Er moest iets worden ondernomen, wilde Doetinchem zijn gymnasium behouden. Bovendien kreeg het gymnasium concurrentie van een ander schooltype: de HBS.
Met ingang van het schooljaar 1938/39 werd de afdeling HBS-b aan de school verbonden. Het lyceum kreeg een eenjarige onderbouw. De onderbouw werd, voor de rijkssubsidie, beschouwd als zijnde onderdeel van het gymnasium. De omzetting bleek een succes, het leerlingenaantal groeide gestaag. In 1947 was men toe aan een verdere uitbreiding: de afdeling HBS-a werd toegevoegd. Hierdoor kwamen ook de handelsopleidingen binnen het bereik van de Doetinchemse jeugd.
Tijdens de watersnoodramp van 1953 fungeerde het lyceum als gastheer voor de eindexamenklas HBS-a uit Middelharnis. Middelharnis hield aan deze gebeurtenis de Doetinchemsestraat over.
De laatste afdeling, de MMS, werd in 1959 aan het lyceum toegevoegd. Reeds in 1950 was hiervan sprake geweest, maar een onderzoek bij de hoofden van lagere scholen wees uit, dat hiervoor onvoldoende animo was. Rijkssubsidie voor een MMS bleef dan ook uit.
Een nieuw schooltype, de HAVO, werd in 1962 geintroduceerd. In 1968 veranderde het gehele onderwijs onder vigeur van de Mammoetwet. Schooltypen werden gewijzigd, andere ontstonden. Het geheel werd ondergebracht in een scholengemeenschap. Het Doetinchems lyceum leeft in een flauwe afspiegeling voort in de Gemeentelijke Scholengemeenschap, welke tot stand is gekomen door wijziging, vernieuwing en fusie in het onderwijs.