Het Gasthuisfonds is in de Middeleeuwen ontstaan. Het was een fonds om de mensen te voorzien in de noodzakelijke levensbehoefte. Een aan te bevelen bron voor de geschiedenis van het Gasthuisfonds is "De geschiedenis van het Gasthuisfonds te Doetinchem, bijdrage tot de kennis van het armwezen in Nederland", geschreven door de heer J. Klootsema, waarschijnlijk geschreven in 1920.
Later heeft de Armenwet een gedeelte van deze taak overgenomen. Weer later is de Algemene Bijstandwet in werking getreden, waardoor het Gasthuisfonds een verandering in bestemming heeft gekregen. Het Gasthuisfonds opereert nu in het gebied direct om de Algemene Bijstandwet heen. Vooral het laatste jaar is er een kentering gekomen in het beleid van het Gasthuisfonds.
Voorheen legde men de klemtoon op het beheren van het vermogen. Nu is men aan de hand van een beleidsplan ook de sociale taak aan het uitdiepen.
De steun die men nu geeft is te onderscheiden in: a. financiële steun in de primaire behoeften aan personen met een smalle beurs; b. andere financiële steun.
Ad a. Dit is financiële steun voor: hulp bij opname in een inrichting voor verpleging of verzorging; cumulatie van kosten; huiswesting voor mensen met een smalle beurs; medewerking aan het gemeentelijk steunfonds inzake huisvesting.
Ad b. Dit is financiële steun voor: opleiding van vrijwilligers; bijdrage in de kosten van kunstzinnige vorming; contributies van verenigingen en stichtingen; subsidies aan verenigingen en stichtingen.
Bovenstaande is ontleend aan het sociaal beleidsplan.