De in deze inventaris beschreven stukken zijn voornamelijk afkomstig van de familie Meisters die drie generaties lang, (waarschijnlijk sinds de jaren twintig van de 19e eeuw) tot in 1945 woonachtig was in huize "De Steeg" onder Beek.
Exponent van de eerste generatie Meister(s) die "De Steeg" bewoonde was de uit Elten afkomstige Cornelius Meister(s) (1793-1873). Hij staat in het bevolkingsregister ingeschreven als "jager".
De tweede generatie: Cornelis Meisters (1832-1897) wordt in het bevolkingsregister vermeld als "jager" en later als "boschwachter".
De derde, tevens laatste generatie, Peter Cornelius Meisters (1875-1938) wordt in het bevolkingsregister vermeld als "houtvester".
Met het overlijden van Hendrikus Johannes Meisters op 22 januari 1945 stierf de op huize "De Steeg" woonachtige familie uit.
Het was Peter Cornelius Meisters die een omvangrijke collectie, voornamelijk om en bij "De Bijvank" gevonden natuur-historische voorwerpen aanlegde en naliet.
Geroepen tot het priesterambt, bezocht hij het aartsbisschoppelijk seminarie te Culemborg. Door de dood van zijn vader in 1897 echter was hij genoodzaakt om zijn studie op te geven. Hij keerde terug naar huize "De Steeg" en trad in dienst bij de familie Lochner-von Hüttenbach als houtvester-beheerder van het goed "De Bijvank".
De door hem nagelaten archivalia en documentatie getuigen van zijn toewijding aan de R.K. religie en van zijn brede belangstelling voor de natuur en hemellichamen.

Na zijn dood ontfermde zijn huishoudster, mej. Maria Aleida Hendriksen (1891-1970) die al vanaf haar dertiende jaar in dienst was van de familie Meisters, zich over zijn nalatenschap. Een deel van de in deze inventaris beschreven documentatie werd door haar verzameld.
Na het overlijden van "Marie" in 1970 geraakte de collectie Meisters in eigendom van de heer Smit, de toenmalige beheerder van het landgoed "De Bijvank". In 1970 richtte hij in de houtvesterij van de Bijvank provisorisch een museum in waar de door P.C. Meisters verzamelde voorwerpen werden geëxposeerd. Uiteindelijk werd de collectie overgebracht naar het Liemers Museum te Zevenaar. Het was deze instantie die de in deze inventaris beschreven stukken overdroeg aan het Streekarchivariaat Regio Achterhoek.
De stukken werden ondergebracht in de gemeentelijke archiefbewaarplaats van de gemeente Bergh *  te 's-Heerenberg en aldaar in juli 1997 geïnventariseerd.