Uw zoekacties: Gasthuis en Provisorie, later Gasthuis- en Provisoriefonds G...

0137 Gasthuis en Provisorie, later Gasthuis- en Provisoriefonds Groenlo, 1387-1967 ( Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers )

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de datering, omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere. Als de datering jaartallen tussen haakjes bevat, betekent dat dat er zich stukken in het archief bevinden die buiten de datering van het 'archiefblok' vallen.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Op 2 augustus 1387 schonk Herman Mattelyr ter ere van God, Maria en de heilige Calixtus aan de stad Groenlo twee huizen ten behoeve van de oprichting van een gasthuis.
Op 16 augustus van dat jaar hechtten richter en schepenen hun goedkeuring aan deze schenking. De instelling werd vrijgesteld van bepaalde stadsdiensten, maar tevens werden regels gesteld ten aanzien van het beheer van de instelling.
Er moest iemand worden aangesteld als bewaarder, die ieder jaar op maandag na Beloken Pasen rekenschap aflegde over het beheer. Zonder toestemming van het stadsbestuur mochten geen bouwwerkzaamheden aan het gasthuis plaatsvinden. Ook mocht niemand in het gasthuis worden toegelaten, behoudens voor één nacht, zonder toestemming van het stadsbestuur. Zij die in het gasthuis verbleven moesten 's avonds bij het luiden van de Onze Lieve Vrouwenklok een Pater Noster en een Ave Maria spreken voor de stad Groenlo, voor richter, schepenen en voor de stichter van het gasthuis en voor allen die schenkingen deden aan het gasthuis.
Het gasthuis was dus vanaf de oprichting een stedelijke inrichting. Behalve voor (tijdelijke) huisvesting zorgde het gasthuis voor ondersteuning van de armen, zowel financieel als in natura.
Dankzij aanzienlijke schenkingen werd het gasthuis een vermogende instelling.
Over het gasthuisgebouw is weinig bekend. Door het stadsbestuur werd in 1724 voorgesteld de vervallen gebouwen te verkopen. Dit betekende de sloop van de gebouwen. In 1784 kwam pastoor Aleman nog op deze gang van zaken terug en hekelde hij het beleid van het stadsbestuur ten aanzien van het gasthuis. Hij beklaagde zich over het feit dat het stadsbestuur eigenmachtig een kerkklok had verkocht, enkele gasthuisgoederen had verkocht en het gasthuis, dat tot nut van behoeftige burgers moest strekken, had laten afbreken. Hij stelde voor het gasthuis weer te herbouwen. Dit is echter niet gebeurd.
In 1874 werd door de gemeente aan het gasthuis een stuk grond geschonken om een ziekenhuis op te bouwen. In een verzoek hiertoe aan de koning, werd geschreven dat het gasthuis "niet in het bezit is van een gesticht".
In 1883 werd door het gemeentebestuur besloten de drie in de gemeente aanwezige instellingen van weldadigheid, te weten het gasthuis, de provisorie en het ziekenhuis, te doen vervallen en te vervangen door één instelling genaamd Gasthuis- en Provisoriefondsen.
Later werd het ziekenhuis afgescheiden van het gasthuis en gedurende de twintigste eeuw hield het gasthuis zich bezig met het onderhouden van behoeftigen.
Bij de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet in 1965 kwam deze taak te vervallen en verviel het vermogen aan de gemeente Groenlo. Dit na veelvuldig aandringen om het gasthuis als stichting te laten voortbestaan, zoals dat bijvoorbeeld in 's-Heerenberg is gebeurd.
Voor uitvoeriger informatie over het gasthuis te Groenlo verwijs ik u naar onderstaande werken:
Engel, P. De geschiedenis van het Sint Joseph zustershuis ofwel het Grote Gesticht te Groenlo, Groenlo, 1991.
Hofman, J.H. Stichting van het gasthuis te Groenlo, in: Archief voor de Geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht, V (1878), pg. 311-319.
Smit, V. Het gasthuis te Groenlo door de eeuwen heen, Groenlo, 1991.
In 2019 werden in een aanvulling op bestand SARA 0138 'Stadsbestuur van Groenlo' 11 charters aangetroffen betreffende het gasthuis en een armenhuisje op het parochiekerkhof. Deze zijn beschreven door P. Meerdink en bijgeplaatst als Aanvulling 2019, inventarisnummers 845-853.

Kenmerken

Datering:
1387-1967
Auteur:
H.G. Nijman. Aanvulling P. Meerdink, april 2019
Toegang:
inventaris
Gemeente:
Oost Gelre
Omvang:
9,375
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0137 Gasthuis en Provisorie, later Gasthuis- en Provisoriefonds Groenlo, 1387-1967
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0137