502 Rekenkamer van Zeeland, ‘Rekenkamer A’, 1230-1806 ( Zeeuws Archief )
502
Rekenkamer van Zeeland, ‘Rekenkamer A’, 1230-1806
Gids voor het onderzoek in de Rekenkamer van Zeeland, (1189) 1595 - 1805 (1807)
Beknopte geschiedenis van de instelling
502 Rekenkamer van Zeeland, ‘Rekenkamer A’, 1230-1806
Gids voor het onderzoek in de Rekenkamer van Zeeland, (1189) 1595 - 1805 (1807)
Beknopte geschiedenis van de instelling
De Rekenkamer van Zeeland begon haar werkzaamheden in januari 1597, nadat de Staten van Zeeland al in 1594 tot de oprichting ervan hadden besloten. De kamer kreeg onder meer tot taak de Zeeuwse lenen, voornamelijk bestaande uit uitgegeven ambachtsheerlijkheden en andere gewestelijke eigendommen te registreren en het werk van alle rekenplichtige ambtenaren te controleren. Deze controle bestond uit het jaarlijks afhoren van de ingediende rekeningen, die door de verschillende rentmeesters en ontvangers, in tweevoud moesten worden ingeleverd. Bij inlevering werd de rendant, de rekenplichtige beëdigd, hij moest verklaren zijn rekening naar waarheid te hebben opgemaakt. De heren van de rekenkamers, ook wel auditeurs of rekenmeesters genaamd, lieten hun secretaris of een klerk de rekeningen controleren aan de hand van de bijgeleverde acquitten, de bewijsstukken van zowel de inkomsten als de uitgaven. Ook werd bij de controle zo nodig gebruik gemaakt van verschillende op de rekenkamer aanwezige naslagwerken, registers aangeduid naar hun kleur. De door de secretaris of klerk in de marge der rekeningen gemaakte opmerkingen, de ‘loquaturs’, werden in een afzonderlijke zitting van de kamer, stuk voor stuk nagelopen en na vaststelling ervan werden beide rekeningen door drie auditeurs en de secretaris ondertekend. Het zogenaamde rendantsexemplaar kreeg de rekenplichtige terug. Deze had dit exemplaar nodig, niet alleen als bewijs dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan, maar ook om de rekening van het daaropvolgende jaar in overeenstemming te brengen met het nu gecontroleerde. Het eerste exemplaar, op het voorplat gemerkt ‘Voor de Kamer’, en de acquitten bleven achter in het gebouw van de kamer, de Balanspoort in het Middelburgse abdijcomplex.
Samen met genoemde registers vormden de ingeleverde rekeningen een papieren geheugen voor het gewest. De rechten en plichten van het soevereine gewest Zeeland waren erin vastgelegd. Aan de uniformiteit van de rekeningen hechtte de kamer grote waarde. Om deze te bereiken kregen alle rekenplichtigen samen met hun aanstelling een instructie, die onder meer inhield dat zij moesten beginnen een nauwkeurig afschrift van de laatste rekening van hun voorganger te vervaardigen. Om de auditeurs een snel overzicht te bieden van de dikwijls zeer gecompliceerde rekeningen kreeg de rendant opdracht een borderel te vervaardigen, een verkorte rekening, die dienst deed als inhoudsopgave van zowel de rekening als van de acquitten. In de vaak zeer omvangrijke tot een lias aaneengeregen losse bewijsstukken bracht men bovendien perkamenten strookjes aan met een aanduiding op welke rekeningpost de tussenliggende stukken betrekking hadden.
Ten behoeve van haar registrerende taak werden al bij de oprichting van de kamer ook oudere stukken overgebracht, zoals de rekeningen die tussen 1578 en 1597 bij Gecommitteerde Raden, het dagelijks bestuur van het jonge gewest waren ingeleverd en de rijke geconfisqueerde archieven van de Norbertijner abdij te Middelburg. De rol van ‘registerkamer’, bewaarplaats van het papieren en perkamenten geheugen van Zeeland, werd in 1635 nog eens bevestigd toen de archieven van de opgegeven stad Reimerswaal eveneens aan de Rekenkamer werden overgedragen.
Hoezeer men hechtte aan het eigen geheugen blijkt uit de jarenlange moeite die het Zeeuwse bestuur deed om de rekeningen uit de Henegouws-Beierse periode (1319-1432) en de Bourgondisch-Oostenrijkse periode (1433-1584) vanuit de Haagse rekenkamer naar Zeeland te krijgen. Het slaagde in 1606 erin deze verwerven.
Als min of meer zelfstandige bestuursinstelling bleef de kamer, ook nadat aan de Zeeuwse soevereiniteit in 1798 een einde was gekomen, nog enkele jaren actief tot zij tenslotte in 1805 werd opgeheven en een Commissie van Financiën van het Departementaal Bestuur de controle der rekeningen overnam.
laatste wijziging 12-02-2019
881 beschreven archiefstukken
41 gedigitaliseerd
totaal 12.872 bestanden
Inleiding Rekenkamer van Zeeland
[In voorbereiding]
laatste wijziging 12-02-2019
881 beschreven archiefstukken
41 gedigitaliseerd
totaal 12.872 bestanden
Inleiding Rekenkamer A
laatste wijziging 12-02-2019
881 beschreven archiefstukken
41 gedigitaliseerd
totaal 12.872 bestanden
Inventaris Rekenkamer A
laatste wijziging 12-02-2019
881 beschreven archiefstukken
41 gedigitaliseerd
totaal 12.872 bestanden
Regestenlijst charters
Hierna is opgenomen: C. de Waard, Regestenlijst van de charters en bijbehoorende stukken van de Zeeuwsche Rekenkamer 1525-1784 (Middelburg 1918). Alle in deze lijst beschreven charters zijn in mei 1940 verloren gegaan. Zie voor de hierin opgenomen korte inleiding paragraaf .. van de huidige inleiding.
laatste wijziging 12-02-2019
881 beschreven archiefstukken
41 gedigitaliseerd
totaal 12.872 bestanden
Kenmerken
Datering:
1230-1806
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1965, 1982, 1994
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 12-02-2019
881 beschreven archiefstukken
41 gedigitaliseerd
totaal 12.872 bestanden