231 Charters betreffende Zeeland [1], 1489-1789 ( Zeeuws Archief )
231
Charters betreffende Zeeland [1], 1489-1789
Inleiding
In 1971 droeg de Stichting Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) een verzameling charters over aan het Rijksarchief in Zeeland (Aanwinst 1971.80). Deze overdracht vond plaats, nadat drs. H. Bordewijk - destijds chartermeester bij het Rijksarchief in Zuid-Holland - een inventaris had opgemaakt van de omvangrijke charterverzameling van het CBG. Gezien het diverse karakter van deze collectie besloot het bestuur van het CBG de charters volgens het geografische principe in bewaring te geven aan de verschillende archiefdiensten. Eigendom van de instellingen zouden de charters pas worden nadat er een regestenlijst was opgemaakt.
Bij de overdracht aan het Rijksarchief in Zeeland werd een voorlopige inventaris opgesteld op basis van de nummering van Bordewijk. Deze voorlopige lijst probeerde nog enig recht te doen aan de samenhang, die bestond tussen enkele afzonderlijke groepen charters binnen dit in het algemeen zeer uiteenlopende materiaal (zie bijvoorbeeld bijlage II no. 8, met 37 charters van de aan elkaar verwante families Van Orleans, De Witte en De Huibert). Deze voorlopige nummering kwam de duidelijkheid niet ten goede, nog afgezien van het feit dat het verband tussen de verschillende charters dubieus is. Om problemen bij de raadpleging te voorkomen werd nu gekozen voor een ontsluiting, ordening en berging volgens regestnunmer, omdat er geen oorspronkelijke orde te herstellen viel. Wel werd een concordans samengesteld (zie bijlage), met daarin opgenomen de regestnummers, de nummers van de voorlopige inventaris en van Bordewijk.
Het inv.nr 6 (Bordewijk nr 325) droeg men destijds niet over aan het Rijksarchief in Zeeland, aangezien deze charters betrekking hadden op plaatsen in Zuid-Holland. De anonieme aantekening over de Middelburgse wisselbank (1 stuk, inv.nr 13, Bordewijk nr 437) werd opgenomen in de handschriftenverzameling van het Rijksarchief in Zeeland, inv.nr 900 (stukken betreffende de wisselbank van Middelburg). Het onder inv.nr 17 (Bordewijk nr 379) genoemde stuk is niet aangetroffen. In plaats daarvan werd de aanstelling van de kadet Cornelis de Gijselaar als vaandrig door de Gecommitteerde Raden van Holland gevonden. Dit stuk is niet in de huidige regestenlijst opgenomen, maar weer overgedragen aan het CBG. Wat de regesten zelf betreft werd gekozen voor uitgebreide regesten, met daarin opgenomen alle voorkomende toponymen. Alleen bij nog steeds bestaande plaatsen en gemeenten werden de namen aangepast aan de moderne spelling. Daarnaast vindt men in de regesten de namen van de personen die met de rechtshandeling te maken hadden. Niet opgenomen werden de namen van de eigenaren of bewoners van de belendende percelen. De transfixen werden opgeborgen op het jongste nummer. Dit houdt in dat men de reg.nrs 2, 4, 5 en 6 aan moet vragen via reg.nr 7 en reg.nr 63 via reg.nr 64.
laatste wijziging 12-10-2018
89 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 6 bestanden
Regestenlijst
26 1630 augustus 4
Adriaen Paedts, notaris te Leiden, stelt het testament op van Marijtjen Cornelisdochter, weduwe van Rijer Janszoon, wonende in het ambacht van Koudekerke, blind maar verder gezond. Marijtjen Cornelis verklaart dat de kinderen van haar dochter Lijsbeth Reijersdochter een vierde deel van de erfenis in eigendom zullen ontvangen.Drie-vierde deel van de erfenis gaat naar haar kinderen, maar hiervan zullen Gerrit Thoniszn. de Hans en Lijsbeth Reijersdochter, haar zwager en dochter, tijdens hun leven het vruchtgebruik houden. "duysent zeshondert ende detich in den maent van Augustij, opten vierden dach der selver maent, impererende Ferdinandus van Oostenrijck gecoren Roomsch keijser, de tweede dier name, int elffde jaer sijnder maeyesteijts verkiesinge".
- Oorspr., met opgedrukt zegel. Getuigen zijn: Dirck Janssn., Cornelis Cornelissn. en Wouter Claessn., alle drie afkomstig uit Koudekerke, met Pieter Pieterssn., en Jan Berebtssn. van Sonnevelt, schrijver.
Adriaen Paedts, notaris te Leiden, stelt het testament op van Marijtjen Cornelisdochter, weduwe van Rijer Janszoon, wonende in het ambacht van Koudekerke, blind maar verder gezond. Marijtjen Cornelis verklaart dat de kinderen van haar dochter Lijsbeth Reijersdochter een vierde deel van de erfenis in eigendom zullen ontvangen.Drie-vierde deel van de erfenis gaat naar haar kinderen, maar hiervan zullen Gerrit Thoniszn. de Hans en Lijsbeth Reijersdochter, haar zwager en dochter, tijdens hun leven het vruchtgebruik houden. "duysent zeshondert ende detich in den maent van Augustij, opten vierden dach der selver maent, impererende Ferdinandus van Oostenrijck gecoren Roomsch keijser, de tweede dier name, int elffde jaer sijnder maeyesteijts verkiesinge".
- Oorspr., met opgedrukt zegel. Getuigen zijn: Dirck Janssn., Cornelis Cornelissn. en Wouter Claessn., alle drie afkomstig uit Koudekerke, met Pieter Pieterssn., en Jan Berebtssn. van Sonnevelt, schrijver.
231 Charters betreffende Zeeland [1], 1489-1789
Regestenlijst
26
1630 augustus 4
Adriaen Paedts, notaris te Leiden, stelt het testament op van Marijtjen Cornelisdochter, weduwe van Rijer Janszoon, wonende in het ambacht van Koudekerke, blind maar verder gezond. Marijtjen Cornelis verklaart dat de kinderen van haar dochter Lijsbeth Reijersdochter een vierde deel van de erfenis in eigendom zullen ontvangen.Drie-vierde deel van de erfenis gaat naar haar kinderen, maar hiervan zullen Gerrit Thoniszn. de Hans en Lijsbeth Reijersdochter, haar zwager en dochter, tijdens hun leven het vruchtgebruik houden. "duysent zeshondert ende detich in den maent van Augustij, opten vierden dach der selver maent, impererende Ferdinandus van Oostenrijck gecoren Roomsch keijser, de tweede dier name, int elffde jaer sijnder maeyesteijts verkiesinge".
- Oorspr., met opgedrukt zegel. Getuigen zijn: Dirck Janssn., Cornelis Cornelissn. en Wouter Claessn., alle drie afkomstig uit Koudekerke, met Pieter Pieterssn., en Jan Berebtssn. van Sonnevelt, schrijver.
Adriaen Paedts, notaris te Leiden, stelt het testament op van Marijtjen Cornelisdochter, weduwe van Rijer Janszoon, wonende in het ambacht van Koudekerke, blind maar verder gezond. Marijtjen Cornelis verklaart dat de kinderen van haar dochter Lijsbeth Reijersdochter een vierde deel van de erfenis in eigendom zullen ontvangen.Drie-vierde deel van de erfenis gaat naar haar kinderen, maar hiervan zullen Gerrit Thoniszn. de Hans en Lijsbeth Reijersdochter, haar zwager en dochter, tijdens hun leven het vruchtgebruik houden. "duysent zeshondert ende detich in den maent van Augustij, opten vierden dach der selver maent, impererende Ferdinandus van Oostenrijck gecoren Roomsch keijser, de tweede dier name, int elffde jaer sijnder maeyesteijts verkiesinge".
- Oorspr., met opgedrukt zegel. Getuigen zijn: Dirck Janssn., Cornelis Cornelissn. en Wouter Claessn., alle drie afkomstig uit Koudekerke, met Pieter Pieterssn., en Jan Berebtssn. van Sonnevelt, schrijver.
laatste wijziging 12-10-2018
89 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 6 bestanden
Kenmerken
Datering:
1489-1789
Andere namen:
Verzameling charters betreffende Zeeland, afkomstig van het Centraal Bureau voor Genealogie
Omvang:
89 charters
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Regestenlijst
Jaar bewerking:
1982
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 12-10-2018
89 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 6 bestanden