Uw zoekacties: Judicatuur der Middelen te Lande in Zeeland, 1799-1810, 1814-1819

14 Judicatuur der Middelen te Lande in Zeeland, 1799-1810, 1814-1819 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
1. De middelen te lande
2. De rechtsprekende colleges
3. De archieven
14 Judicatuur der Middelen te Lande in Zeeland, 1799-1810, 1814-1819
Inleiding
3.
De archieven
Organisatie: Zeeuws Archief
De in deze inventaris beschreven archivalia zijn afkomstig van de colleges, die tussen 1799-1810 met de judicatuur der middelen te lande belast zijn geweest. Sinds 1806 was een advocaat-fiscaal aan hen toegevoegd. Diens werkzaamheid was zo met die van de rechters verweven, dat zijn archief moeilijk van de rest te scheiden en als zelfstandige eenheid te beschouwen is. Of dit vroeger wel zo was, valt niet na te gaan. Vast staat alleen dat vóór het Franse bewind de advocaat-fiscaal, zijn instructie volgend, zelf zijn inkomende en uitgaande post boekte, maar dit dwingt nog niet tot het construeren resp. reconstrueren van een afzonderlijk archief.
Verder is omtrent de oude orde op te merken dat ten tijde van de Raad van Financiën en onder het bestuur van Landdrost en Assessoren drie series van procesdossiers gevormd werden *  . Deze indeling was echter verre van volledig, evenals een repertoire op de dossiers uit die tijd *  . In 1814 werd het beheer der provinciale archieven opgedragen aan de chartermeester A.J.A. Andriessen. Hij bestemde een drietal omslagen voor de bescheiden van Gedeputeerde Staten als rechters inzake de middelen te lande of, zoals hij hen aanduidde, als "Raad van judicature der middelen te lande". Die omslagen bevatten volgens de opschriften: "eenige geboekte sententiën", "interrogatoriën, verzoeken, aanstellingen ter rolle en andere stukken" en "diverse stukken". Eigenlijke procesdossiers werden toen blijkbaar niet meer gevormd en de systematiek, die daarvoor in de plaats trad, leek mij geen uitgangspunt voor een doelmatige inventarisatie.
In 1819 viel het besluit om de rechtspraak inzake de middelen te lande van Gedeputeerde Staten over te brengen naar de rechtbanken van eerste aanleg. Omtrent de betrekkelijke archiefstukken werd niets bepaald. Deponering van het geheel bij de rechtbank van Middelburg, eventueel met toedeling van daarvoor in aanmerking komende procesdossiers aan de rechtbanken van Zierikzee en Goes, zou denkbaar geweest zijn, maar alles bleef onder het provinciaal bestuur berusten *  .
De latere geschiedenis is ietwat duister. Unger memoreert naast inventarisatiewerk van Andriessen aan de bestuursarchieven ook voorlopige beschrijvingen van het archief van het gewestelijk bestuur in de jaren 1795-1807, vervaardigd door de latere rijksarchivaris Fruin, en in de jaren 1799-1810, vervaardigd door diens opvolger Heeringa en de commies Mulder *  . Vrijwel alle sporen van hun bemoeiingen met archieven betreffende de judicatuur der middelen te lande zijn evenwel uitgewist in het oorlogsgeweld van 1940.
In een paar pakken trof ik nog stroken aan met nummers omtrent 340, aangebracht met een numeroteur. Waarschijnlijk is er verband met de beschrijving van Fruin, die 347 nummers telde *  , en vormden deze stukken het slot daarvan. Er waren ook stroken met een andere, wellicht oudere nummering onder letter S, lopend tot S10. Wie die heeft aangebracht, is onbekend. De aldus genummerde archivalia, hoewel ouder dan 1810, zijn misschien aan Fruin onbekend gebleven of anders heeft hij ze bewust apart gehouden. In ieder geval is niet duidelijk wat hij er bij een definitieve inventarisatie mee zou hebben gedaan.
Ten aanzien van Heeringa bestaat daaromtrent wel een vermoeden, omdat deze in zijn inventaris van het Statenarchief tot 1799 de stukken over de rechtspleging van Gecommitteerde Kaden onder een afzonderlijk hoofdstuk heeft opgenomen *  en ze dus als deelarchief beschouwde. Het ligt voor de hand dat hij bij de latere gewestelijke bestuursarchieven dezelfde bewerking toegepast zou hebben.
Van de opvatting van Mulder is even weinig bekend als van die van Fruin. Maar de beslissing werd genomen door de uiteindelijke inventarisator der bestuursarchieven van 1799-1810, dr. W.S. Unger. Hij zag de rechterlijke archiefbescheiden, daarbij aangetroffen, als retroacta bij het archief van Gedeputeerde Staten en hield ze daarom buiten zijn inventaris *  . Zodoende maakte hij een scherpe scheiding tussen administratieve en judiciële bescheiden van een en hetzelfde college. Nu is weliswaar een dergelijke scheiding te verdedigen met een beroep op de ingeburgerde praktijk bij lokale archieven, maar het gaat, archivistisch gezien, te ver een categorie van stukken uit het verband met een bepaald bestuursarchief te lichten uitsluitend om ze dan weer als retroacta bij het archief van een jonger bestuur onder te brengen *  .
De provinciale bestuursarchieven van na de Franse tijd (waar Unger op doelde) werden in 1947 in het rijksarchief gedeponeerd. Een jaar of dertig later stuitte ik bij de voorbereiding tot een beschrijving van dit fonds op de delen en pakken uit oudere archieven, door Unger ten onrechte als retroacta daarbij geplaatst. Daarmee werd de vraag actueel, wat er moest gebeuren met de stukken betreffende de judicatuur der middelen te lande onder het oude en onder het nieuwe bewind.
Toepassing van het klassieke herkomstbeginsel achteraf op de stukken van 1799-1810 zou een praktische moeilijkheid opleveren: op de inventaris Unger zou een supplement moeten verschijnen met een beschrijving van archivalia v/elke volgens de auteur niet in die inventaris thuis horen en die men daar dan ook zeker niet zal zoeken. Ten aanzien van de stukken van 1814 en later moest een keuze gedaan worden tussen beschrijving bij het archief van het provinciaal bestuur ofwel samenvoeging met de oudere stukken.
Voor beide alternatieven zijn argumenten pro en contra aan te voeren. Ik besloot tot samenvoeging en wel op grond van de volgende overweging. De judiciële bescheiden maakten ongetwijfeld deel uit van het archief van elk orgaan waarvan ze afkomstig waren; er was m.a.w. een synchronische band tussen deel- en hoofdarchief. Maar er was ook een diachronische band tussen de opvolgende deelarchieven en deze prevaleerde. In het algemeen zijn n.l. de registers doorlopend bijgehouden onaangezien de talrijke tussentijdse bestuursveranderingen en ook op de vorming der procesdossiers zijn die veranderingen niet van invloed geweest *  36).
4. Aanwijzingen voor de gebruiker

Kenmerken

Datering:
1799-1810, 1814-1819
Andere namen:
Colleges belast met de Judicatuur der Middelen te Lande over het grondgebied van Zeeland
Omvang:
3 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1977
Titel publicatie:
P. Scherft, 'De archieven der colleges belast met de judicatuur der middelen te lande over het grondgebied van Zeeland in de jaren 1799-1810 en 1814-1819', in: Rijksarchief in Zeeland. Gebundelde Inventarissen. Deel II ([Middelburg] 1976) 115-119
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland