Uw zoekacties: Huis Almelo

0214 Huis Almelo ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Voorwoord
Bijna vijftig jaar zijn verstreken sedert het moment waarop het huisarchief Almelo zijn eeuwenlange verblijfplaats, huis Almelo, verwisselde voor een onderdak bij de Rijksarchiefdienst. Met het verschijnen van deze publikatie wordt uiteindelijk het ideaal volledig gerealiseerd dat in 1946 aan jhr. dr. D.P.M. Graswinckel, algemene rijksarchivaris, en mr. W.C. graaf van Rechteren Limpurg, heer van Almelo en Vriezenveen, voor ogen stond: het archief materieel goed verzorgd en gehuisvest, inhoudelijk ontsloten volgens de beste tradities van het Nederlandse archiefwezen en goed beschikbaar voor historisch onderzoek.
Het werd een werk van lange adem, een werk dat meerdere keren stokte en waarbij de inzichten wel eens veranderden. Zonder aan de inbreng van de vele anderen die grotere en kleinere steentjes bijdroegen, tekort te willen doen moeten hier drie personen met ere genoemd worden: R.M. de Raat, C.C. van der Woude en A.J. Mensema. De eerste heeft in de jaren tachtig een voorlopig eindprodukt tot stand gebracht; de twee laatsten zorgden in ruim drie jaren voor de definitieve afronding. De publikatie die thans voorligt, heeft een omvang die vandaag de dag nog zelden voorkomt: een Inventaris voorzien van Regestenlijst, Leenrepertorium en Generale index, totaal een kleine achttienhonderd pagina's druks in zeven delen.
Het uitzonderlijk cultureel belang van het huisarchief Almelo voor Overijssel rechtvaardigt de grote investeringen van de afgelopen decennia. De toegangen op het huisarchief Almelo vormen het tastbaar resultaat van het werk van enige generaties archivarissen. Het is nu aan de onderzoekers om met deze instrumenten als hulpmiddel aan de slag te gaan en onze kennis van het verleden met name van Almelo en Vriezenveen, van Twente en Overijssel te vergroten en te verdiepen. Immers, het moet ook hier nog eens benadrukt worden: het huisarchief Almelo is een ware goudmijn voor ons inzicht in vele facetten van het maatschappelijk leven in vroeger eeuwen
Het Rijksarchief in Overijssel rekent het zich tot een eer onder de alhier beheerde archieven één van de belangrijkste en grootste particuliere archieven van ons land te mogen tellen. Op deze plaats past een woord van dank aan de huidige eigenaar van het archief, mr. A.F.L. graaf van Rechteren Limpurg, heer van Almelo en Vriezenveen, voor het openstellen van deze rijke bron. Het geduld van de familie Van Rechteren Limpurg is lang op de proef gesteld, maar tenslotte is het werk voltooid! Zwolle, Sint Georgiusdag 1993, H. Bordewijk, Rijksarchivaris in Overijssel
1. De geschiedenis van het huis en zijn bewoners
2. De geschiedenis van het archief
3. De inventarisatie van het archief
4. De bijlagen en overige toegangen
5. Genealogie van het geslacht van Almelo en van het geslacht van Rechteren en van Rechteren Limpurg
5.1. Het geslacht van Almelo
5.2. Het geslacht van Rechteren en van Rechteren Limpurg
5.2.1. Genealogie
0214 Huis Almelo
Voorwoord
5. Genealogie van het geslacht van Almelo en van het geslacht van Rechteren en van Rechteren Limpurg
5.2. Het geslacht van Rechteren en van Rechteren Limpurg
5.2.1.
Genealogie
I. N.N. van der Eze, mogelijk een broer van Simon van der Eze, proost te Emmerik, overl. 1218, en van Evert van der Eze, vermeld 1200- 1231, huwt N.N.
Uit dit huwelijk
1.Steven van Heeckeren, ridder, vermeld 1231-1240.
2.Evert van Heeckeren, volgt II.
II. Evert van Heeckeren, ridder, vermeld 1231-1245, huwt N.N.
Uit dit huwelijk:
1.Evert van Heeckeren, volgt III.
2.Frederik van Heeckeren van der Eze, volgt IIIa.
III. Evert van Heeckeren, ridder, vermeld 1253-1263, ministeriaal van de graaf van Gelre 1263, huwt N.N.
Uit dit huwelijk:
1.Evert van Heeckeren, ridder, vermeld 1275-1316, huwt Christina van Ulft.
Hieruit het geslacht Van Ulft.
2.Eleger van Heeckeren, ridder, vermeld 1270 en 1273, huwt N.N.
Hieruit het geslacht Van Dorth.
3.Gerhard van Heeckeren, ridder 1270, overl. 1295, huwt Sweneldis.
4.Jacobus van Heeckeren, ridder 1287.
5.Willem van Heeckeren, knape 1292.
IIIa. Frederik van Heeckeren, vermeld 1277 en 1279, huwt N.N. van der Eze, dochter van Steven van der Eze, ridder.
Uit dit huwelijk:
1.Frederik van Heeckeren, genaamd van der Eze, volgt IV.
2.Stephanus van der Eze, vermeld 1310.
IV. Frederik van Heeckeren van der Eze (ook Fredericus de Heeckeren en Vrederic van der Ese), hij is de eerste erkende stamvader van het geslacht van Heeckeren (van Rechteren), knape 1295, ridder 1305, bezitter van het huis de Ese te Almen, overl. 1320, huwt Mechteld van Rinwich, vermeld 1309-1320.
Uit dit huwelijk:
1.Frederik van Heeckeren van der Eze, volgt V.
2.Lumalda van der Eze, geb. ca. 1300, huwt Herbert heer van Putten, zoon van Pelgrim van Putten en N.N. van Nyenbeke.
V. Frederik van Heeckeren van der Eze, ridder 1324, drost van Salland 1346-1356, drost van Twente 1351, schout van Deventer 1353- 1354, woont op de Ese 1345, hoofd van de partij der Heeckerens in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten, overl. 6 apr 1357, huwt Maria van Honnepel, dochter van Lutzen van Honnepel en N.N..
Uit dit huwelijk:
1.Frederik van Heeckeren van der Eze, volgt VI.
2.Wolter van Heeckeren van der Eze, vermeld 1360-1364;
3.Derk (Diederik) van Heeckeren van der Eze, vermeld 1360-1364;
4.Egbert van Heeckeren van der Eze, vermeld 1362-1380, kanunnik te Zutphen 1380.
5.Hillegonde van Heeckeren van der Eze, vermeld 1364, huwt Diederik van Wilp, zoon van Evert van Wilp en N.N..
6.Johan van Heeckeren van der Eze, vermeld 1359-1382.
Bastaard:
a.Evert van der Eze, magister, pastoor te Almelo, beroemd geneeskundige en volgeling van Geert Grote, overl. Almelo 1 apr 1404.
7.Jacob van Heeckeren van der Eze, volgt VIa.
8.Evert van Heeckeren van der Eze, volgt VIb.
VI. Frederik van Heeckeren van der Eze (§B.1), later meestal genoemd Van Heeckeren genaamd van Rechteren, heer tot Rhaan, na zijn huwelijk tot Rechteren, drost van Salland 1353, ridder 1356, na de dood van zijn vader hoofd van de partij der Heeckerens in de strijd tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten, overl. 2 nov 1386, huwt tussen 1345 en 1347 met Lutgard van Voorst, erfdochter van Rechteren, dochter van Sweder van Voorst en Margaretha N.N., overl. tussen 1380 en 1386.
Uit dit huwelijk:
1.Swedertje van Heeckeren genaamd van Rechteren, overl. 1407, huwt vóór 1360 Jan III heer van Ruinen, zoon van Steven heer van Ruinen en [Bertrade] van Peize, vermeld ca. 1340, overl. 1378.
2.Adelheid van Heeckeren genaamd van Rechteren (§B.3), vermeld 1357-1371, huwt 1369 (h.c. 3 apr) Johan van Endenicht, vermeld 1364-1406.
3. Margaretha van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld 1357-1369, huwt 1369 (h.c. 3 apr) Robrecht van Virnenburg, zoon van Robrecht Graf von Virnenburg en Ida von Heppendorf, beiden worden 1393 als overl. vermeld.
4. Sweder van Heeckeren genaamd van Rechteren, volgt VII.
5. Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld 1377-1406, drost van Drenthe en kastelein van Coevorden 1404-1405, huwt Margaretha van Culemborg.
6. Johan van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld 1377-1406.
7. Diederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld 1377-1388.
8. Hillegonda van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld 1376-1394, huwt Herman (II) graaf van Kuinre, zoon van Herman (I) graaf van Kuinre en Mechteld van der Eze, vermeld vanaf 1376, verkoopt de heerlijkheid Kuinre aan de bisschop van Utrecht 1407, overl. 1410/1411.
9. Lutgard van Heeckeren genaamd van Rechteren (§B.5), vermeld 1386-1412, huwt ca. 1386 Roelof van Coeverden, vermeld 1377-1422, kastelein en ambtman van Lage, zoon van Reinold van Coeverden en Kunegonda [van Heeckeren].
VIa. Jacob van Heeckeren van der Eze, vermeld 1362- 1375, ridder 1362, overl. dec 1375, huwt Agnes N.N., overl. 1385.
Uit dit huwelijk:
1.Frederik van der Eze, volgt VIIa.
2.Aleid van der Eze, overl. vóór 1392, huwt Jacob van Hackfort, vermeld 1386-1424.
[3.Jacob van Heeckeren, vermeld 1416].
VIb. Evert van Heeckeren van der Eze (§B.2), vermeld vanaf 1357, drost van Twente 1372, overl. 28 feb 1400, huwt ca. 1350-1360 Beatrix van Almelo, erfdochter van Arnold IV van Almelo, heer van Almelo, en Herbrig van Zuylen, vermeld 1362-1411, overl. kort na 1411.
Uit dit huwelijk:
1.Arend van Heeckeren genaamd van Almelo, vermeld 24 feb 1376 doch reeds op jonge leeftijd en ongehuwd overl. vóór 13 nov 1376.
2. Herbrig van Heeckeren genaamd van Almelo (§B.6), vermeld 1376-1431, abdis te Borchorst, huwt vóór 1390 Hendrik van Wachtendonk.
3. Johan van Heeckeren genaamd van Almelo, vermeld vanaf 1383, overl. vóór 1390 op jeugdige leeftijd.
4. Lyse (Elisabeth) van Heeckeren genaamd van Almelo, vermeld 1383, overl. na 7 apr 1437, huwt vóór 1401 Johan (II) van Buckhorst, heer van Zalk, weduwnaar van Ermgard van Hackfort, zoon van Johan (I) van Buckhorst van Zalk en Agnes [van Heeckeren], knape, vermeld 1363-1418, ambtman van Diepenheim 1394, ambtman en kastelein van Coevorden en Drenthe 1405-1412, overl. ca. 1418.
5. Egbert van Heeckeren genaamd van Almelo, volgt VIIb.
6. Mette (Mechteld) van Heeckeren genaamd van Almelo, vermeld 1390-1401.
VII. Sweder van Heeckeren genaamd van Rechteren (§B.4), vermeld vanaf 1357, heer tot Rechteren 1388, raad van de bisschop van Utrecht 1395, drost van Coevorden en Drenthe 1396, overl. 23 apr 1404, huwt 1387 [h.c. 17 apr] Fye (Sofia) van Groesbeek, dochter van Zeger van Groesbeek, heer van Heumen, en Margaretha van Bylandt, vermeld tot 1429.
Uit dit huwelijk:
1.Lutgard van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld vanaf 1392, overl. ca. 1442, huwt ca. 1410 Wessel (IV) van den Boetzelaer, zoon van Rutger (III) van den Boetzelaer, ridder, en Elisabeth van Bylandt, knape, heer van den Boetzelaer, geb. omstreeks 1360, overl. 1439.
2. Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren, volgt VIII.
3. Margaretha van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld vanaf 1410, non in het klooster Weerselo.
4. Aleid van Heeckeren genaamd van Rechteren, vermeld vanaf 1410, non in het klooster Ter Hunnepe.
5. Zeger van Heeckeren genaamd van Rechteren (§B.9), vermeld vanaf 1410, heer tot Rhaan en Egede, overl. 24 jan 1457.
6. Dirk (Diederik) van Heeckeren genaamd van Rechteren (§B.10), vermeld 1410-1432, proost te Oldenzaal.
7. Fye (Sofia) van Heeckeren genaamd van Rechteren (§B.11), vermeld vanaf 1410, overl. na 1464, huwt na 1410 Alef van Haren, zoon van Johan Mensing van Haren, vermeld 1395-1464, knape, kastelein van Coevorden en ambtman van Drenthe 1442-1450, beleend door Otto van Rechteren met het huis Bredenhorst onder Heino 1461, overl. na 1464.
8. Johanna van Heeckeren genaamd van Rechteren, non te Diepenveen, overl. 1451.
VIIa. Frederik van der Eze, vermeld 1392-1404, schepen van Deventer 1389-1415, huwt N.N.
Uit dit huwelijk:
1.Jacob van der Eze, volgt VIIIa.
VIIb. Egbert van Heeckeren genaamd van Almelo (§B.7), vermeld vanaf 1390, heer van Almelo 1411-1453, overl. kort na 16 jan 1454, huwt vóór 1407 Elisabeth van Voorst, dochter van Wolter van Voorst en Keppel en Kunegonde van Meurs, abdis van het adellijke stift Vreden 1395-1403, overl. tussen 16 jul 1450 en 28 mrt 1451.
Uit dit huwelijk vier zonen, waaronder:
1. Johan van Heeckeren genaamd van Almelo, vermeld vanaf 1410, heer van Almelo 1453, overl. tussen 1457 en 1461, huwt Johanna van Reede, dochter van Hendrik van Reede, vermeld 1452-1470; zij hertrouwt met Lubbert van Langen.
2. Wolter van Heeckeren genaamd van Almelo, vermeld 1415-1435.
VIII. Frederik van Heeckeren genaamd van Rechteren (§B.8), heer tot Rechteren, Bredenhorst, Egede en Rhaan, vermeld vanaf 1392, in de Ridderschap van Salland 1411, drost van Drenthe en kastelein van Coevorden 1420- 1437 (sedert 1432 waargenomen door zijn jongere broer Zeger), overl. 1 feb 1462, begr. Dalfsen, huwt omstreeks 1432 met Kunegonde van Polanen, vrouwe van Voorst en Keppel, dochter van Otto van Polanen, heer van Asperen, en Johanna van Voorst, vrouwe van Voorst en Keppel, overl. ca. 1438.
Uit dit huwelijk:
1. Sweder van Voorst en Keppel, volgt IX.
2. Otto van Rechteren, volgt IXa.
3. Johan van Rechteren, volgt IXb.
4. Zeger van Rechteren, volgt IXc.
5. Fye (Sofia) van Rechteren, vermeld vanaf 1450, overl. 1509, huwt vóór 1470 met Wynand van Arnhem, zoon van Gerard van Arnhem en Kunegonda van Kuinre, ridder van Jeruzalem, overl. 1486.
VIIIa. Jacob van der Eze, heer van Gramsbergen, schepen en raad te Deventer 1420-1430, huwt Agnes van Gramsbergen, erfdochter van Hendrik heer van Gramsbergen en Agnes van Wisch.
Uit dit huwelijk:
1.Frederik van der Eze, volgt IXd.
IX. Sweder van Voorst en Keppel (§B.12) (eigenlijk van Heeckeren genaamd van Rechteren), vermeld vanaf 1450, heer van Almelo vanaf ca. 1457-ca. 1470, heer van Voorst en Keppel, overl. 1484, huwt ca. 1452 met Elisabeth van Homoet, dochter van Johan, heer van Homoet en Wisch, en Agnes van Culemborg, overl. ca. 1484.
Uit dit huwelijk:
1. Johan van Voorst en Keppel, geb. ca. 1455, heer van Almelo vanaf ca. 1478, beleend met de heerlijkheid Tull en 't Wael 1486, overl. vóór 30 okt 1501, huwt Agnes van Broeckhuysen, dochter van Reinier, heer van Broeckhuysen, en Ermgard van Groesbeek, vrouwe van Calbeck; zij hertrouwt 1504 Derk van Haeften, ambtman van Bommel, Tieler- en Bommelerwaard, zoon van Alart van Haeften en Aleid van Waardenborg.
2. Frederik van Voorst en Keppel, volgt X.
3. Reinier van Voorst, geb. ca. 1465, van hem is weinig meer bekend dan dat hij aan zijn einde zou zijn gekomen doordat hij zou zijn "van sijn broder Johan in 't privaet versmoort"
IXa. Otto van Rechteren (§B.13) (ook van Heeckeren genaamd van Rechteren), heer van Almelo vanaf ca. 1470, tot Rechteren, Bredenhorst, Egede en van de halve heerlijkheid Tull en 't Wael, vermeld vanaf 1450, ridder 1455, overl. vóór 10 nov 1478, huwt 22 jul 1455 [h.c. 15 jul] met Stefania (Steventje) van den Rutenberg, dochter van Alef van den Rutenberg tot Zuthem en Wilhelmina van Vianen van Beverweerde, overl. 1479.
Uit dit huwelijk:
1. Frederik van Rechteren (§B.14), heer tot Rechteren en Bredenhorst, vermeld vanaf 1478, ongehuwd overl. tussen 13 mei 1489 en 27 feb 1490.
2. Johan van Rechteren (§B.15), heer van Almelo vanaf 1478, tot Rechteren en Bredenhorst, vermeld vanaf 1478, overl. 1500, huwt 20 jul 1486 met Evertje van Ewsum, dochter van Onno van Ewsum, hoofdeling te Middelstum, en Goetha van Manninga.
3. Adolf van Rechteren, volgt Xa.
4. Zeger van Rechteren (§B.17), heer tot Bredenhorst en Egede, vermeld vanaf 1478, drost van Salland, overl. tussen 17 feb 1521 en 20 okt 1523, huwt 1503 [h.c. 31 okt] Mechteld van Doornick, dochter van Jan van Doornick en Elisabeth van Renesse van Baar, overl. na 1551.
5. Kunnegonde van Rechteren, vermeld vanaf 1473, overl. tussen 1500 en 1502, huwt vóór 1473 Derk van Keppel, heer tot Verwolde, zoon van Wolter van Keppel en Wichmoet van Ittersum; hij zou zijn hertrouwd met Johanna, dochter van Herman van Woelbeecke genaamd van Keppel, en later met Agnes, dochter van Hendrik ter Bruggen.
Bastaard:
6.Johan bastaard van Rechteren, richter van Almelo 1486-1493, rentmeester van Almelo 1492-1494, overl. vóór ca. 1502, huwt Ghisele, die als zijn weduwe in 1502 wordt vermeld als wonende in een huis te Almelo.
IXb. Johan van Rechteren (ook: genaamd van Voorst), vermeld vanaf 1450, overl. Nijmegen 13 apr 1485, begr. aldaar Broederenkerk, huwt Margaretha van Homoet, vrouwe van Doorwerth en Doornenburg, dochter van Reinold van Homoet, heer van Doorwerth, en Sophia van Bylandt, vrouwe van Nederhemert, overl. ca. 1522, begr. Mariendal.
Uit dit huwelijk vijf kinderen, allen genaamd Van Voorst, wier nakomelingen hier niet verder zijn uitgewerkt; alle hieruit ontsproten takken Van Voorst tot Schoonderbeek en Van Voorst tot Eschede zijn in de 18e eeuw uitgestorven.
IXc. Zeger van Rechteren (ook: genaamd van Voorst), vermeld 1450-1488, drost van Salland 1483, overl. vóór 1501, huwt 1478 [h.c. 17 sep] Anna van Bevervoorde, dochter van Berend van Bevervoorde en Elisabeth van Oer tot Kakesbeke, overl. na 14 aug 1518; zij hertrouwt vóór 1508 met Henrick van Eschede.
Uit het huwelijk van Zeger zijn zes kinderen geboren, allen genaamd Van Voorst, waaruit de hier niet uitgewerkte, deels nog bloeiende, takken Van Voorst tot Enghuizen, Van Voorst tot Voorst, Van Voorst tot Haegen en Van Voorst tot Doornen.
IXd. Frederik van der Eze, heer van Gramsbergen, burgemeester van Deventer, overl. tussen 31 mei en 10 aug 1443, huwt Swedertje van Haren, vermeld 1443-1470, dochter van Alof van Haren en Fye van Heeckeren genaamd van Rechteren; zij hertrouwt Johan van Renesse tot Vinningen.
Uit dit huwelijk:
1.Hendrik van der Eze, heer van Gramsbergen, overl. vóór 1 okt 1470.
2.Jutte van der Eze, vermeld 1462-1501, huwt ca. 1462 Evert van Ulft, heer van de Kemnade, zoon van Frederik heer van Ulft en Johanna van Baeck, overl. ca. 1504.
3.Agnes van der Eze, overl. 1512, huwt 1e ca. 1484 Vincentius van Buren, zoon van Willem van Buren en Beusichem en Ermgard Gräfin von der Lippe, overl. 1505, huwt 2e na 1508 Johann Graf von Sayn- Wittgenstein, zoon van Eberhard Graf von Sayn-Wittgenstein en Margaretha von Rodemachern, geb. 7 jan 1488, overl. 21 apr 1551.
4.Sofia (Fye) van der Eze, overl. vóór 27 aug 1495, huwt ca. 1460 Roelof van Coeverden, zoon van Reinold van Coeverden en Belye van Aller, overl. ca. 1499.
X. Frederik van Voorst en Keppel, geb. ca. 1460, volgt zijn broer Johan op als heer van Voorst en Keppel 1501, overl. in of kort na 1521, huwt 1513 [h.c. 3 dec] Judith van Aeswijn, dochter van Reynier van Aeswijn, heer van de Swanenborg, en Agnes van Ulft.
Uit dit huwelijk:
1. Elisabeth van Voorst en Keppel, geb. 1516, overl. 1571, huwt 1530 Johan van Pallandt, heer tot Horst, Issum en Hamm, zoon van Elbert van Pallandt, heer van Zelhem, en Elisabeth ter Horst, overl. 1 okt 1562.
2.Frederica van Voorst en Keppel, geb. ca. 1521, overl. 1577, huwt 1536 [h.c. 7 apr] Derk van Gelre, heer tot Arcen, overl. 1580, zoon van Reinier van Gelre, heer tot Grunsfort (bastaard broer van hertog Karel van Gelre), en Aleyda Schenck van Nydeggen.
Xa. Adolf van Rechteren (§B.16), heer van Almelo vanaf 1500 en tot Rechteren, vermeld vanaf 1478, ambtman van Drenthe en kastelein van Coevorden 1496, overl. na 1518 en vóór 10 mei 1520, huwt Kessel 15 sep 1498 Catharina de Cock van Opijnen, dochter van Jan de Cock van Opijnen en Elisabeth van Ranst, vrouwe van Boxtel, overl. 3 mei 1549, begr. Dalfsen.
Uit dit huwelijk:
1. Hendrik van Rechteren (§B.18), heer van Almelo vanaf ca. 1519 en tot Rechteren, vermeld sedert 1500, overl. tussen nov 1566 en mrt 1567, huwt 1e 1533 [h.c. 9 feb] Walraventje van Rossem, dochter van Johan van Rossem, heer van Rossem, Poederoyen en Meinerswijk, en Odilia van Zuylen van Nyevelt, overl. feb 1556, huwt 2e 1556 [h.c. 10 mei] Agnes van Westerholt, dochter van Borchard van Westerholt, heer tot Dinckelburg, Brockhaus, Coppel et., en Roelofje de Vos van Steenwijk tot Entinge, overl. Almelo 1616; zij hertrouwt omstreeks 1575 met Rutger Torck, heer tot Vornhelm, weduwnaar van Agnes van Asbeck, zoon van Diederick Torck, heer tot Vornhelm, en N.N. van der Horst (ook: N.N. van Heick), hij gedraagt zich gedurende dit huwelijk als heer van Almelo, namens zijn vrouw, overl. ca. 1593.
2. Otto van Rechteren, volgt XI.
3. Adolf van Rechteren, vermeld vanaf 1521, sneuvelt, vermoedelijk als ridder van de Duitse Orde, in Lijfland in of kort vóór 1549.
4. Elisabeth van Rechteren, vermeld vanaf 1521, overl. 1577, huwt 1540 [h.c. 5 mei] Evert van Langen tot Everswinckel, zoon van Herman van Langen tot Everswinckel, ambtman te Dülmen, en Anna N.N., overl. na 1554.
5. Johan van Rechteren, volgt XIa.
6. Zeger van Rechteren (§B.20), (oorspronkelijk Vincentius), heer tot Bredenhorst en Egede, geb. ca. 1510, overl. 1560, huwt 1e ca. 1537 met Diederika van den Boetzelaer, dochter van Dirk van den Boetzelaer en Alijt van Harff, overl. ca. 1538, huwt 2e ca. apr 1539 met Josina van Erp, dochter van Willem van Erp; zij hertrouwt vóór 4 mei 1562 Johan van Doorne.
Bastaarden:
a.Johan bastaard van Rechteren, overl. vóór 28 feb 1529.
Hij heeft twee dochters: Johan(na) en Marriken, beiden overl. na 1529.
b.Zeger bastaard van Rechteren, schout van Heino, vermeld 1560-1573.
7. Anna van Rechteren, geb. ca. 1512, stiftsjuffer te Ter Hunnepe 1531, zij leeft aanvankelijk samen met Engelbert van Munster tot Alst, huwt Dalfsen 1559 Diederik van Langen tot Cobbinck, zoon van Lambert van Langen en Neyse (Agnes) van Mervelt, beiden overl. na 1571.
Bastaarden:
8.Johan bastaard van Rechteren, geestelijke, vermeld 1514-1529.
9.Haco bastaard van Rechteren, geestelijke en vicaris in de kapel te Rechteren, vermeld 1513-1547.
XI. Otto van Rechteren, heer tot Rechteren 1531, vermeld vanaf 1521, drost van IJsselmuiden 1532, verwalter-drost van Twente en gemachtigde van de commandeur van de Duitse Orde te Ootmarsum, overl. (kort) vóór 27 mrt 1542, huwt ca. 1530 Kunegonde Schenck van Toutenburg, dochter van Wilhelm Schenck van Toutenburg, heer van Korteplan, keizerlijk overste te Steenwijk, en Margriet Gorka Gräfin von Rebersreuth, overl. mogelijk kort vóór 1551.
Uit dit huwelijk:
1.Anna van Rechteren, geb. ca. 1530, overl. na 1553, huwt ca. 1551 met Joost van Keppel, heer van de Cloese, zoon van Derk van Keppel tot Cannenburg en Christina van Raesfelt, overl. na 1553.
Bastaard:
2.Alef bastaard van Rechteren, geb. ca. 1535, overl. (kort) vóór 1597.
Hij wordt 3 jan 1562 door de heer van Almelo beleend met de tienden uit het erve Buggenberg te Dalfsen. Op 1 feb 1597 wordt zijn zoon Gerhard Alefsen daarmee beleend als oudste zoon na het overlijden van zijn vader Alef van Rechteren. Naast deze zoon heeft Alef nog een dochter Geertruid (Truycken) Alefsen, die overl. vóór 14 apr 1620, en een dochter Hendrikje Alefsen die op 17 jun 1604 te Zwolle trouwt met Evert Wichers Kamphuis uit Wijhe, als dochter van Alef van Rechteren en die op dat moment dienstmeid is bij jonker Van Aeswijn.
XIa. Johan van Rechteren (§B.19), heer tot Rechteren, vermeld vanaf 1521, testeert Zwolle 30 sep 1557, overl. vóór 12 mei 1580, huwt 1e ca. 1540 Agnes van den Clooster, dochter van Reint van den Clooster tot Havixhorst en Anna de Vos van Steenwijk, overl. 4 mrt 1562, huwt 2e 1565 Hendrika van Keppel, dochter van Dirk van Keppel tot de Cannenburg en Christina van Raesfelt, overl. mei 1606.
Uit het eerste huwelijk:
1.Adolf van Rechteren, heer tot Rechteren, geb. ca. 1545, overl. tussen 6 apr en 28 aug 1597, huwt 1582 Lucia van Reede, dochter van Godert van Reede, heer van Amerongen en tot Saasveld, en Geertruid van Nijenrode, vrouwe van Zuylensteyn en Nederhorst; zij hertrouwt Zwolle 5 okt 1598 Joachim van den Boetzelaer tot Toutenburg en Batinge (ca. 1550-ca. 1624).
2.Reinhard van Rechteren, heer tot Egede, vermeld vanaf 1580, overl. kort vóór of in 1596.
Bastaarden:
a.Catharine bastaard van Rechteren, geb. ca. 1580, huwt Zwolle 6 sep 1608 (ondertr. aug 1608) Mahu Jacobs van Steenwerk in Vlaanderen, ruiter onder ritmeester Johan Backs.
b.Geesje bastaard van Rechteren, geb. ca. 1590, huwt Zwolle 9 aug 1625 (ondertr. jun 1625) Willem Chinan (ook Chenen).
c.Alef bastaard van Rechteren, geb. ca. 1595, woont in de Nieuwstraat te Zwolle, huwt Zwolle 15 mei 1627 Wendeltje Berends.
Uit dit huwelijk:
aa. Reint van Rechteren, gedoopt Zwolle 24 mei 1627.
bb.Jan van Rechteren, gedoopt Zwolle 1 mrt 1629.
cc. Lysabeth van Rechteren, gedoopt Zwolle 1 mrt 1629, tweeling met de voorafgaande Jan, huwt Zwolle 16 aug 1659 Berend Alefsen uit Dalfsen.
d.Zeger bastaard van Rechteren, geb. 1600, belijdenis Zwolle sep 1633, provoost-geweldige van Overijssel, bezit in Zwolle het huis in de Sassenstraat nr. 5, overl. 1645, huwt 1e Anneke Heimans, weduwe van Wolter Alberts, dochter van Heiman Hendriks, schout te Zalk, belijdenis Zwolle 1633, huwt 2e (ondertr. Zwolle aug 1641, met attestatie te Meppel) Anna Moda, weduwe van jonker Willem van Rossum, belijdenis te Zwolle jun 1642, begr. Grote Kerk 1 dec 1646.
3.Zeger van Rechteren, volgt XIII.
4.Hendrik van Rechteren, volgt XIIa.
5.Otto van Rechteren, vermeld vanaf 1581, overl. na 1642, huwt Geertruid van den Clooster, vrouwe van Vledderingen, dochter van Rudolf van den Clooster en Agnes Sloet.
XII. Zeger van Rechteren (§B.21), heer tot Rechteren en Bredenhorst, vermeld vanaf 1581, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 1598, overl. 1603, huwt 1593 (ondertr. 22 mrt St. Michaëlskerk Zwolle) Margaretha van Munster, dochter van Roelof van Munster tot Herzford en Ida (van) Onsta, overl. 1648 (begr. 5 apr); zij hertrouwt vóór 15 mrt 1608 Paul Redick, een uit Engeland afkomstige officier van aanzienlijke afkomst, die kapitein te Oldenzaal is in Spaanse dienst.
Uit dit huwelijk:
1. Johan van Rechteren, volgt XIII.
2. Ida van Rechteren, geb. ca. 1596, als opvolgster van haar oom Reinhard van Rechteren vrouwe tot Egede, overl. op of kort na 31 aug 1631 in de kraam van haar elfde kind, huwt ca. 1616 Robert van Ittersum tot Nijenhuis en Luttenberg, zoon van Ernst van Ittersum tot Nijenhuis en Benthuis en Geertruid Sloet, geb. 1592, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 1615, drost van Haaksbergen 1619-1623, drost van Twente 1623-1636, overl. 3 apr 1636, begr. Wijhe; hij hertrouwt in 1635 (ondertr. Deventer 17 jan) Maria van Voorst, overl. 1645.
3. Catharina van Rechteren, geb. ca. 1600, overl. na 1658, huwt 14 feb 1619 Hermann Spies zu Bullesheim und Schimpern, zoon van Wilhelm Spies zu Moets und Schimpern en Katharina van Thulen en Wycheler, overl. na 1640.
XIIa. Hendrik van Rechteren, heer tot Hoonhorst, vermeld vanaf 1575, in dat jaar markegenoot van Leusen, overl. tussen 15 okt en 7 nov 1604, huwt ca. 1580 Johanna van Munster, dochter van Roelof van Munster tot Herzford en Ida (van) Onsta, overl. 1 jan 1603.
Uit dit huwelijk:
1. Johan van Rechteren, overl. vóór 1604.
2. Ida van Rechteren, vermeld vanaf 1602, dan al meerderjarig, huwt Zwolle 11 okt 1607 Lubbert Ulger tot Nijensteen, zoon van Lubbert Ulger en Mechteld Brantz, beiden zijn overl. na 1629 en vóór 13 feb 1635, mogelijk te Dalfsen.
3. Catharina van Rechteren, vermeld vanaf 1604, dan al meerderjarig, overl. na 17 nov 1643, huwt 1610 (ondertr. Zutphen 17 jun) Johan van den Clooster tot Hoonhorst, zoon van Reint van den Clooster en Sophia Valck, overl. tussen 1637 en 1643, drost van Vollenhove en kapitein.
4. Adolf van Rechteren, vermeld vanaf 1604, dan minderjarig, overl. op jonge leeftijd na 1619.
5. Agnes Maria van Rechteren, vermeld vanaf 1604, dan minderjarig, non in het Annonciatenklooster (Clarissen) binnen Antwerpen, waar ze ca. 1645 nog verblijft.
6. Reiniera van Rechteren, vermeld vanaf 1604, dan minderjarig, overl. na 3 aug 1662, huwt Peter von Wolfskehl, zoon van Johann von Wolfskehl en Margaretha von Heimbach, burgemeester van Keulen 1647-1655, overl. 30 apr 1655, begr. te Keulen bij de Carmeliten.
7. Allegonde van Rechteren, vermeld vanaf 1604, dan minderjarig, lidmaat te Zwolle op 21 sep 1623 en woont dan bij juffer Snethlage, woont te Hoonhorst 1626, huwt Zwolle 19 sep 1626 Gerrit van Dongen, zoon van Cornelis van Dongen tot Zalne, schout van Zwolle, en van Maria van Hoevenstein of N.N. ten Bussche, beiden overl. in 1636 (vóór 5 okt) te Zwolle aan de pest.
Bastaard:
8.Hendrikje natuurlijke dochter van Rechteren, overl. na 1618.
XIII. Johan van Rechteren (§B.22), heer van Almelo vanaf 1616, tot Rechteren en Bredenhorst, student te Franeker 28 jun 1610, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 19 apr 1618, gedeputeerde ter Staten- Generaal 1625-1633, overl. 7 jan 1641, begr. Almelo, huwt 1e 1616 Joachima van Wijhe, dochter van Joachim van Wijhe tot Hernen (§C.7.a) en Josina van den Bongard, overl. 23 feb 1636, begr. Almelo, huwt 2e 21 mei 1640 Johanna van Heeckeren, dochter van Joost van Heeckeren, heer tot Diepenbroeck, later tot Roderlo, en Agnes van Haeften, overl. ca. 1659; zij hertrouwt 16 nov 1643 Willem Jacob van den Boetzelaer tot de Poll, landdrost van het graafschap Bergh.
Uit het eerste huwelijk:
1. Maria Margaretha van Rechteren, geb. ca. 1617, overl. ca. 1649, huwt 1e 1638 Wessel van Munster tot Havixhorst, zoon van Herman van Munster tot Havixhorst en Agnes van den Clooster, huwt 2e ca. 1641 Jacob van Keppel, heer tot de Horst en Nijenborch (Westfalen), zoon van Jacob van Keppel en Lucretia Mulert, overl. 1652.
2. Agnes van Rechteren, geb. ca. 1621/1622, overl. 21 jul 1690, huwt 1642 Bernard von Asbeck zu Goer (Kleef), zoon van Heinrich Johann von Asbeck en Anna von Schedelich, overl. tussen 1655 en 1662.
3.Josina Sophia van Rechteren, vrouwe tot Hoonhorst, geb. ca. 1622/1623, overl. na 1679 en vóór 21 jul 1690, huwt 1641 Hendrik Frederik van den Clooster tot Havixhorst, zoon van Johan van den Clooster tot Hoonhorst en Catharina van Rechteren, ged. Zutphen 13 jun 1613, kolonel, overl. 22 dec 1678, begr. Almelo.
4. Zeger van Rechteren (§B.23), heer van Almelo vanaf (1641)1645, ged. Zwolle 4 dec 1623, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 17 okt 1644, lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel 1650-1658, gedeputeerde ter Staten-Generaal 1663-1666, kolonel, overl. 17 mrt 1674, begr. Almelo, huwt 1e 1644 Margaretha van Arnhem, dochter van Zeger van Arnhem tot Kernhem en Margaretha van Wijhe, overl. 2 jul 1651, begr. Almelo, huwt 2e Zaltbommel 18 mrt 1652 (ondertr. 29 feb) Margaretha Torck, weduwe van Antony van Aeswijn, heer van Brakel, dochter van Johan Torck, heer tot Nederhemert en Delwijnen, en Ermgard van Wylich tot Kervendonk, ged. Zaltbommel 13 jul 1623, overl. Leiden ca. 1669.
5.Joachim Adolf van Rechteren, volgt XIV.
6.Johan Reinhard van Rechteren, heer tot Bredenhorst, ged. Zwolle 4 nov 1628, student te Groningen 14 jun 1645, overl. door een val van zijn paard op de markt te Oldenzaal 6 mei 1649, begr. Almelo.
Bastaard:
7. Hendrik bastaard van Rechteren, geb. [Almelo] ca. 1640, student Athenæum Illustre te Deventer en te Leiden 14 okt 1660, richter te Almelo 1665-1689, rentmeester van het huis Almelo 1673-1678, overl. als weduwnaar ca. 1690, huwt Wierden 3 mei 1676 (ondertr. Zwolle 15 apr 1676 met attestatie naar Almelo) Geertruid Kotgens, dochter van Jan Kotgens en Wendelina Vos, ged. Zwolle 25 jul 1658.
XIV. Joachim Adolf van Rechteren (§B.24), heer tot Rechteren, ged. Zwolle 28 dec 1627, verschreven in de Ridderschap van Overijssel vanwege de havezate Rechteren op 11 mei 1647, beleend met Rechteren 6 sep 1647, gecommitteerde vanwege Overijssel ter Admiraliteit van het Noorderkwartier 1657-1660, lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel 1666-1672, overl. 5 mei 1686, huwt Zwolle 12 okt 1647 Margaretha van Haersolte, vrouwe tot Westerveld en Haerst, dochter van Rutger van Haersolte tot Haerst, Westerveld en Wolfshagen (§C.3.a) en Elisabeth van Laer, ged. Zwolle 30 dec 1628, overl. 12 feb 1682.
Uit dit huwelijk:
1.Joachima van Rechteren, geb. 1647/1648, overl. 1674, huwt 1669 Robert van Ittersum tot Nijenhuis, zoon van Ernst van Ittersum tot Nijenhuis en Geertruid van Doornick, geb. 30 mei 1645, ritmeester en kolonel, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 1669, dijkgraaf van Salland 1681, commandeur van de Duitse Orde 1685, drost van Salland 1692, overl. Zwolle 7 feb 1705; hij hertrouwt 1676 [h.c. 20 okt] Eleonora Sophia Bentinck.
2.Elisabeth van Rechteren, ged. Zwolle 19 mrt 1650, overl. 12 aug 1727, begr. Almelo, huwt 1690 (ondertr. Oldenzaal 26 okt, attestatie naar Almelo) Gerhard Adriaan van Reede tot Saasveld, heer tot Nijenrode en Breukelen, weduwnaar van Margaretha Droste zu Visschering, zoon van Joan Joachim van Reede tot Saasveld en Anna Johanna von Spies, overl. Saasveld 6 mei 1727, begr. Oldenzaal.
3.Wilhelmina Margaretha van Rechteren, geb. 1653, overl. 30 jun 1680.
4.Johan Zeger van Rechteren, volgt XV. [Tak Rechteren (zie pag. xlvi)].
5.Rutger van Rechteren, geb. 1655, overl. 2 mrt 1765, begr. Almelo.
6.Adolf Hendrik van Rechteren, volgt XVa. [Tak Rechteren Almelo (zie pag. lv)].
7.Volkier van Rechteren, geb. 1657, vaandrig 1674, gesneuveld voor Maastricht 6 aug 1676.
8.Johan Willem van Rechteren (§B.26), heer tot Verborg, geb. 1658, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 12 mei 1682, kapitein ter zee, lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel 1705-1719, verwalter-drost van Salland, overl. 18, begr. Zwolle 23 nov 1718, huwt Oldebroek 22 jul 1701 Anna Elisabeth van Haersolte, vrouwe tot Bredenhorst, Staveren en Zwaluwenburg, dochter van Anthony van Haersolte tot Elsen en Johanna van Haersolte, ged. Zwolle 9 mrt 1684, overl. 12, begr. Zwolle 18 aug 1711.
9.Reinhard van Rechteren (§B.27), heer tot Westerveld, geb. 1659, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 28 mrt 1690, generaal- majoor der infanterie, overl. 19, begr. Deventer (Grote Kerk) 24 jun 1732, huwt Colmschate 7 apr 1698 Elsabe Benedicta van Lintelo, dochter van Jan van Lintelo tot de Marsch en Agnes Reiniera Schele, ged. Zutphen 13 jun 1649, stiftsjuffer te Ter Hunnepe, begr. Deventer 23 mei 1732.
10.Josina Agnes van Rechteren, geb. 1661, ongehuwd overl. Zwolle 1 mei 1752, uitgevoerd naar Dalfsen 8 mei.
11.Gerrit Burchard van Rechteren (§B.28), heer tot Noorddeurningen, geb. 1663, verschreven in de Ridderschap van Overijssel 13 mrt 1711, luitenant-generaal der cavalerie, gouverneur van Doornik 1719, van Breda 1724-1734, overl. Breda 28 jan 1738, begr. Dalfsen.
12.Frederik Rudolf van Rechteren, volgt XVb. [Tak Mennigjeshave (zie pag. lxvi)].
13.Lambert Bernard van Rechteren (§B.29), heer tot Velner, geb. 1665, verschreven in de Ridderschap van Overijssel vanwege de havezate Velner op 11 apr 1700, kolonel, commandant van Bonn, overl. Zwolle 2 sep 1724, uitgevoerd naar Raalte 8 sep.
14.Jacob Florens van Rechteren (§B.30), ged. Zwolle 20 feb 1668, vaandrig 1688, kapitein 1689, overl. jan 1749.
15.Judith Aleida van Rechteren, vrouwe tot Verborg, ged. Zwolle 20 feb 1668, overl. 22, begr. Zwolle 28 jan 1749, huwt Almelo 4 apr 1706 Frederik Johan van Huffel (§C.5.a), heer van Neu Niedeck, weduwnaar van Anna Elisabeth van Voorst, zoon van Philip Jacques van Huffel en Sofia Sibylle Zorn zu Bulach, brigadier der infanterie 1706, generaal-majoor 1709 en luitenant-generaal 1727, gouverneur van Rijssel, overl. jan, begr. Zwolle 4 feb 1733.
16.Otto Emanuel van Rechteren, geb. ca. 1670, ritmeester, overl. 1710.
Het geslacht van Rechteren en van Rechteren Limpurg (voordien ook genoemd van Heeckeren van der Eze en van Heeckeren genaamd van rechteren)
Over de oorsprong van het geslacht Van Rechteren ligt nog veel in het duister. Aanvankelijk heette de familie Van Heeckeren. Die naam ontleende zij mogelijk aan het bezit van een goed in het gericht Hekeren-Rechen-Hüthum tussen Emmerik en Elten. Door het huwelijk van Frederik van Heeckeren met zijn verwante, een dochter van Steven van der Eze, noemden sommige leden van dit geslacht zich Van Heeckeren van der Eze, of eenvoudigweg Van der Eze. De naam Eze is afgeleid van het goed Hees, eveneens bij Emmerik. Na het huwelijk van Frederik van Heeckeren van der Eze met Lutgard van Voorst, de erfdochter van het kasteel Rechteren in de gelijknamige buurschap bij Dalfsen, noemden hij en zijn nakomelingen zich Van Heeckeren genaamd van Rechteren. Sedert het midden van de 15e eeuw liet men over het algemeen het Van Heeckeren weg en noemde men zich bijna uitsluitend Van Rechteren.
Door zijn huwelijk in 1711 met Amalia Alexandrina Frederica des H.R.Reichsgräfin von Limpurg-Speckfeld verkreeg Joachim Hendrik Adolf van Rechteren zitting in de gravenbank van het Duitse Rijk vanwege het graafschap Limpurg in Unterfranken. Sedertdien voegde men de naam Limpurg toe aan die van Van Rechteren en was men gerechtigd tot het voeren van de titel graaf van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse natie (des H.R.Rijksgraaf). Eenzelfde titel voerden de afstammelingen van Adolf Hendrik van Rechteren tot Almelo, die bij diploma van 25 oktober 1705 door de Duitse keizer wegens verdiensten in de Rijksgravenstand werd verheven.
Bij besluiten van de Souvereine Vorst van 28 augustus 1814, nr. 14, werden Christiaan Lodewijk van Rechteren tot Collendoorn, Frederik Hendrik van Rechteren tot Mennigjeshave, Frederik Lodewijk Christiaan van Rechteren Limpurg tot Rechteren, Frederik Rudolf Carel van Rechteren tot Hofstede, Frederik Reinhard Borchard Rudolf van Rechteren Limpurg tot Noorddeurningen en Jacob Godefroy van Rechteren tot Gramsbergen benoemd in de Ridderschap Van Overijssel. Jacob Hendrik van Rechteren tot Appeltern werd bij Souverein Besluit van 7 oktober 1814, nr. 53, benoemd in de Ridderschap van Gelderland. Tenslotte werd in de Ridderschap van Overijssel benoemd jonkheer Adolph Frederik Lodewijk van Rechteren Limpurg bij Koninklijk Besluit van 24 februari 1816, nr. 9. De homologatie van de titel graaf (op te vatten als inlijving met de titel graaf; er was immers sprake van nobilitering als graaf van het Heilige Roomse Rijk op grond van het diploma van 1705) voor de jonkheren Jacob Hendrik en Jan Derk van Rechteren vond plaats bij Koninklijk Besluit van 28 april 1822, nr. 137.
Voor de jonkheren Adolph Frederik Lodewijk en Willem Reinhard Adolph Karel van Rechteren Limpurg vond de erkenning van de grafelijke titel plaats bij Koninklijk Besluit van 23 augustus 1822, nr. 10, en die van jonkheer Johan Reinhard Frederik Christiaan Willem van Rechteren Limpurg bij Koninklijk Besluit van 25 september 1822, nr. 53 *  . Bij besluit van de Duitse bondsdag van 13 februari 1829 verkregen de hoofden van de voormalige souvereine grafelijke huizen van het Duitse Rijk het predikaat "Erlaucht" (Illustrissime) en werden de leden van die huizen in rang gelijk gesteld met die van de souvereine vorstenhuizen van Europa. Voor de leden van de familie Van Rechteren Limpurg in het koninkrijk Beieren, als bezitters van het voormalige graafschap Limpurg, gold deze bepaling reeds bij besluit van de Beierse koning van 11 februari 1823, waarna het besluit van de bondsdag nog eens bekrachtigd werd op 22 april 1829.
De bewezen geregelde stamreeks begint met Frederik van Heeckeren genaamd van der Eze, die huwde met Mechteld van Rinwich. De oudere generaties berusten op een reconstructie, die op sommige punten aanvechtbaar is *  .
De wapens van de leden van de familie Van Rechteren en Van Rechteren Limpurg werden in 1814 bij de diverse Souvereine Besluiten vastgesteld. Voor de Van Rechterens: in goud een rood kruis. Aanziende helm; geen wrong. Helmteken: een gouden hoed met rode opslag, waaruit een rode struisveer. Dekkleden: goud en rood. Schildhouders: twee omziende roodgetongde griffioenen met geopende, naar beneden gerichte vlucht, de staart tussen de achterpoten doorgeslagen, het geheel geplaatst op een grasgrond.
Het wapen van de familie Van Rechteren Limpurg is: Gevierendeeld: 1. en 4. in goud een rood kruis (Rechteren); 2. en 3. gevierendeeld: i. en iv. hoekig doorsneden van rood en zilver; ii. en iii. in blauw vijf zilveren koppen van knotsen, de steel omlaag, 3 en 2 (Limpurg). Twee helmen. Helmtekens: 1) een gouden hoed met rode opslag, waaruit een rode struisveer (Rechteren); 2) twee van rood en zilver ingehoekt doorsneden olifantstrompen, met in elke monding een hangend gespleten vaantje, hoekig doorsneden van rood en zilver (Limpurg). Schildhouders: twee omziende roodgetongde griffioenen met geopende, naar beneden gerichte vlucht, de linker met de staart omhoog, de rechter met de staart tussen de achterpoten doorgeslagen, het geheel geplaatst op een grasgrond *  .
De genealogie is consequent uitgewerkt na generatie X. Na generatie XIV is de stamboom voor de overzichtelijkheid in drie hoofdtakken verdeeld: de Tak Rechteren, de nakomelingen van Johan Zeger van Rechteren, waaruit de latere Tak Rechteren Limpurg; de Tak Rechteren Almelo, de nakomelingen van Adolf Hendrik van Rechteren, en de Tak Mennigjeshave, de afstammelingen van Frederik Rudolf van Rechteren. Voor zover nodig zijn de twee eerstgenoemde takken wederom onderverdeeld. Voor de identificatie van de verschillende personen zijn tevens hun roepnamen vermeld, met name voor leden van de familie in de 18e eeuw; alleen, wanneer die verschilde van hun doopnaam. Tussen haakjes zijn de paragraafaanduidingen vermeld, wanneer de betreffende personen in de inventaris van het huisarchief als archiefvormer voorkomen. Voorts zijn alleen die bastaarden vermeld, waarvan de vader met zekerheid bekend is.
5.3. Tak Rechteren
5.4. Tak Rechteren limpurg almelo
5.5. Tak Rechteren limpurg rechteren
5.6. Tak Eze en Schuilenburg
5.7. Tak Speckfeld
5.8. Tak Rechteren Almelo
5.9. Tak Noorddeurningen
5.10. Tak Gramsbergen, collendoorn, hofstede
5.11. Tak Velner i
5.12. Tak Velner ii
5.13. Tak Westerveld, Appeltern, Ahnem
5.14. Tak Laer en Borgbeuningen
5.15. Tak Mennigjeshave
5.16. Heren en vrouwen van Almelo
5.17. Rentmeesters van Almelo
6. Literatuur