Is onse kerckenraat met het kiesen der borgemeesters vernieut.
Eenen ouderlinck blijvende t(e) w(eten) Otto Frerixen, desen wort geadjungeert Hendrik Oldthoff.
Tot diaconen v(er)kooren Hendrick Egberts ende Jurrien Leenardts.
Dese sijn op den 24en februarij ten eersten mael dese gemeinte voorgestelde ende 14 dagen daernae bevestigt.

voor op den Esch met een voeder heide sprack hem aen; hebt gij den noesedoek noch bij uw of wech gegeven. Antwoorde neen, maer dat die noch bij de weerom gegeven trouw lach in bewaringe.
10. Q(uestion). Albert versoekt gij dat op voorgaende art(ikel) de houwelix proclamatien met Alb. Hendrix ende Trijntien Egberts, sullen worden opgehouden ende geschuttet?
R(eponse). Jae.
Bovenstaende vraegstucken met de antwoorden daerop, overwogen hebben wij geoordeelt geen schuttinge daerop te laten volgen. Tot Hardenberch het tweede gebod geschuttet sijnde, is de kerkenraet alhijr gekomen op den 2 november om de partijen te vergelijken, als geschiet is, gevende an jeder zijde 15 g(u)l(den) an den armen ende sijn sie so van malkanderen gescheiden.

3. Q(uestion). Hoedanich die trou geweest ?
R(eponse). Seit 5 dukatons gegeven an de bruidt ende die bruidt an den bruidigam een noesedoek
4. Q(uestion). Hoe lange dese trouw gestaen ?
R(eponse). Twee dagen.
5. Q(uestion). Bij wat gelegentheit die trouw weerop geseit?
R(eponse). Tusschen beiden alleen, nadien de bruidt seide, beswaert t’sijn omdat sonder consent der vrienden sich verlooft: so gaff ick bruidigam ten antwoort: vindt gij u beswaert? Scheldet gij mij quit, ick schelde u quijt.
6. Q(uestion). Heeft dan de bruidt de trouw weerom gegeven?
R(eponse). Ja, dat sie hem de trouw weer in sijn sack gesteeken ende hij die met wille ontfangen.
7. Q(uestion). Waerom hij den noesedoek niet weer an de bruidt gelangt?
R(eponse). Omdat hij denselven niet bij sich hadde.
8. Q(uestion). Wat seide de bruidt daertoe?
R(eponse). Dat hij denselven soude behouden in v(er)ehring, of geven an den armen, maar seit den anderen dages, na dien dese weergegeven trouw ende afspraek geschiedt, tot haer weergekeert seggende (nadien hij gehoort, dat Lambert ter Huiren des bruidts ohm tegen dit houlijk niet wilde sijn), woude sie de sonde op haer neemen, so mochte sie komen ende halen den noesedoek van hem weer.
9. Q(uestion). Isser tsedert tot desen dage in desen handel, niet verder tusschen die interesseerde gesproken?
R(eponse). Niet eerder als dages t’voren dat het houwelijk met Albert Hendrix gesloten, doe is sie bij geval komende vant Leemgraven, dat hij

Naer voorgaende gedane citatie ant kerkengericht tot Gramsberge verscheenen: Adolph Willemse Altinck, Willem Adolphsen, Albert Meilink. Op gedane schuttingen van kercklijke proclamatien ten houwelijk van Albert Hendriks ende Trijntien Egberts.
Adolph Willemsen gevraegt na de oorsaeken van schutting.
R(eponse) 1. Om dat zij Trijntien ende hij malkanderen getrout.
2. In wiens praesentie die trou tusschen Adolph ende sijn gepraetendeerde bruidt geschiedt?
R(eponse) Tusschen beiden alleene, maer seit de Leemgraefster hare moeje in Meiling huis gebleven.