Dorpsgerechten ( Archief Eemland )
5.003 gerechtelijke akten
sorteren op:
samenvatting | datering | |
---|---|---|
Registratie voor de diakenen van de Waalsche Gemeente te Utrecht d.d. 06-12-1804 en 22-12-1804 dat Rijk Rijksen 1000 gulden leent van Dirk Boon, boswachter te Leusbroek. Onderpand: Klein Moorst met ca. 50 morgen land en nog ca. 4 morgen land bij Klein Moorst. | 24-01-1805 | |
Registratie van een verkoop door mr. Coenraad van Heemskerk aan Hermen Jansen van Ginkel 'de uijthoff en de tienden geheeten Heijnschoten leggende tusschen Leusden ende Ruijvoord en de parochie van Woudenberg'. Bestaande uit 40 hoeven tijns en tiendvrij land, met recht op een vierde deel van de Meent. Met nog 6 morgen 350 roeden land in Slappendel. Titel van aankomst: door de Staten van Utrecht op 11-01-1644 verkocht aan de overgrootmoeder van de verkopers, Hillegonda Spiegels, wed. Michael Pauw, gepasseerd voor het gerecht van Woudenberg. Verder nog een derde deel van ca. 14 morgen land in de Woudenbergse Meent; een derde deel van 8 morgen land in Slappendel. Titel van aankomst: door de Staten van Utrecht op 30-12-1680 (koopakte d.d. 10-12-1680) verkocht aan de overgrootvader van de verkopers, Isaack Paauw, gepasseerd voor het gerecht van Woudenberg. Tweederde deel van een vicarie, bestaande uit een erf met ca. 10 morgen land, toebehorende aan de kerk van Woudenberg, in de Woudenbergse Meent; 8 morgen land op Slappendel. Titel van aankomst: door Adam van Lockhorst en Johan Pesters als superintendenten van de geestelijke goederen (eigendom van de Staten van Utrecht) op 20-10-1682 verkocht aan de overgrootvader van de verkopers, Isaack Paauw, gepasseerd voor het gerecht van Woudenberg. Totale koopsom: 7825 gulden, waarvan 1000 gulden direct wordt betaald en de rest wordt omgezet in een hypotheek. Met overzicht van betalingen: 900 gulden op 29-11-1749; 2850 gulden op 21-02-1750; 1675 gulden op 17-04-1751; 2100 gulden op 15-04-1751. | 29-11-1749 | |
Dirkje van Engelen, vrouw van Tijmen van de Lagemaat en Jantje Velthuizen, vrouw van Hendrik van Kooten verklaren ten verzoeke van Gijsbertje van Langelaar dat zij november 1803 geassisteerd hebben bij de bevalling van Gijsbertje van Langelaar, die in onecht is bevallen van twee dochters. In barensnood heeft zij bekend dat de vader Gerrit van Spraakelaar is. Volgt ondervraging van Jan Renez. Hij bevestigt dit verhaal. Er is 500 gulden afkoopsom aan Gijsbertje geboden door de vader Melis van Sprakelaar en zwager Gerrit van Kessel. Later wordt dit verhoogd naar 800 gulden. Gijsbertje eist 850 gulden. Er komt een akkoord op d.d. 08-12-1803 op 800 gulden. Mocht Melis dit niet voor 01-05-1804 betalen, dan moet hij rente betalen. | 02-05-1804 en 04-05-1804 | |
De erfgenamen van Arien van de Haar laten ca. 4 morgen land, genaamd het Heggestuk, op Voskuijlen taxeren. Gebruikt door Evert Jansen Voskuijlen. Geschat op 850 gulden. | 19-04-1805 | |
Jan Helmerde van Overeem verkoopt aan Matthijs Lagerweij, gerechtsbode, als voogd van Klaas en Gerrit van Essen, onmondige kinderen van Aard van Essen en Maria van Ginkel, beiden overleden, ca. vier morgen land, genaamd de Schraale Kamp aan de Huistederdijk. | 02-04-1805 | |
Daghuurders die 100 roeden bos ter weerszijden van de Roffelaarskade hebben gekapt verklaren dat ze hun loon hebben ontvangen. Getekend door Korstiaan van der Velde, Jan Kreunen, Cornelis van Dijk, Ms. van Wittenberg, Willem Schans, Jan van Dijk, Hendrik Donkervoort, Kors van de Wetering, Meus van de Wetering, Hendrik Hartgers, Hendrik Hak, Gerrit Hak, Willem van Dijk. | 02-05-1804 | |
Peter van Ekeris, won. op Mandersloot onder Maarn verkoopt de Kleine Lageweij met 8 morgen land aan Willem van Soest en zijn vrouw Gerritje van Ekeris, won. op de Kleine Lageweij. | 02-04-1805 | |
Matthijs Lagerweij verkoopt namens Cornelis Harskamp aan Jan Helmerden Overeem, me.j. jm. ca. vier morgen land, genaamd de Schraaijekamp. Gebruikt tot 1799 voor 35 gulden door Rijk van Egdom. Titel van aankomst: op 16-02-1791 gekocht van Jacobus van Olst en zijn vrouw Maria van de Haar, die het weer gekocht hadden van overige erfgenamen van Anthonij Voskuijl en Maria Ravelsoot. | 02-05-1804 | |
Dirkje van de Wetering, eerder weduwe van Hendrik van Ekeris, laatst weduwe van Zaar Kleinveld laat haar boedel scheiden tussen haar, haar zoon Klaas van Ekeris uit haar eerste huwelijk en haar kinderen uit het tweede huwelijk. Zoon Klaas van Ekeris en schoonzonen Reijer Jansen en Willem van Zoest worden aangesteld als voogden over haar innocente dochter Willemijntje van Ekeris. Taxateurs: Jacob van Leusden, schepen en Matthijs Lagerweij, gerechtsbode. De boerderij het Veldhuisje wordt getaxeerd op 2350 gulden. De inboedel en veldgewas op 2167 gulden 5 stuivers. Schulden: 800 gulden aan Tijmen Rutten van Ginkel; 60 gulden aan Erris van Ekeris; 500 gulden aan Klaas van Ekeris wegens uitkoop van zijn halfbroer Gerrit Kleinveld. Blijft over: 8-12-6 gulden. Klaas van Ekeris krijgt de helft van de boerderij met inboedel voor het getaxeerde bedrag. Reijer Jansen en Willem van Zoest krijgen ieder 2/8 deel. Klaas van Ekeris koopt hen uit voor 400 gulden ieder, dus totaal 800 gulden. Klaas van Ekeris zal zijn moeder en innocente zus hun leven lang kost en inwoning geven. Daarvoor krijgt hij het erfdeel van zijn zus. | 18-03-1805 | |
De erfgenamen van Willem Lagerweij Wz. laten taxeren: 1. De helft van een huis ten noorden van de Voorstraat, bezwaard met 1000 gulden. Geschat op 800 gulden. 2. De helft van een huis ten zuiden van de Voorstraat. Geschat op 800 gulden. 3. Een vierde deel van een derde van een half huis ten noorden van de Voorstraat. Geschat op 50 gulden. 4. De helft van een huis met ca. 4 morgen land, genaamd Pangelaarshoef. Geschat op 1000 gulden. 5. Ruim anderhalf morgen land, genaamd de Coevoetskamp. Geschat op 1000 gulden. 6. Ruim een morgen land op Ekeris. Geschat op 150 gulden. 7. Een hofje ten noorden van de Middenstraat. Geschat op 100 gulden. | 25-02-1804 | |
Dirkje van de Wetering, wed. Zaar Kleijnveld (ov. 15-07-1804 op het Veldhuisje), won. op het Veldhuisje op Ekeris, aan de ene zijde. Zoon Gerrit Zaaren Kleijnveld, getrouwd met Aartje van Barneveld, won. op Ekeris, ter andere zijde. Er zijn nog vier kinderen: Claas van Ekeris, Evertje van Ekeris, getrouwd met Reijer Jansen, Gerritje van Ekeris, getrouwd met Willem van Zoest, Willemijntje van Ekeris, kinderen uit het huwelijk van Dirkje van de Wetering en Hendrik van Ekeris. Dirkje van de Wetering krijgt het Veldhuisje, ruim 4 morgen land in Weinkom en de inboedel en veldgewas. Verder de stoel en het graf van haar man in de kerk. Alles tegen uitkering van 950 gulden aan Gerrit Zaaren Kleijnveld. Hij neemt de begrafeniskosten van zijn vader op zich, evenals de kosten van notaris Cornelis Suijck. Er zijn nog 293 gulden gemeenschappelijke onkosten gemaakt, waarvan ieder de helft betaalt. | 07-11-1804 | |
Registratie van een scheiding voor not. Anthonij Voskuijl te Amersfoort. Rijkje Hendriks van Schaffelaar, wed. Wouter Hendrikse van Westerveld, won. Middelmoorst, aan de ene kant. Hendrik van Westerveld, won. Middelmoorst, meerderjarig verklaard door het Hof van Utrecht d.d. 13-03-1805, Jan Jordense en Jan Hendrikse, beide won. Barneveld als voogden van de minderjarige Wouter van Westerveld, aan de andere kant. Wouter Hendrikse van Westerveld, ov. Barneveld 1794. Zijn erfgenamen waren zijn weduwe en drie minderjarige kinderen genaamd Henderik, Henderikus en Arien van Westerveld. Na zijn overlijden was er op 10-05-1794 nog een kind geboren: Wouter van Westerveld, die ook erfgenaam is. In 1795 is Arien van Westerveld overleden en in 1802 is Henderikus Westerveld overleden. Nu wil Rijkje Hendriks van Schaffelaar opnieuw trouwen en moet er scheiding plaats vinden. Rijkje krijgt Middelmoorst met inboedel, vee en have, door haar en haar man destijds gekocht. Zij neemt ook de schulden over. Tegen uitkering van 1642 gulden 16 stuivers aan Henderik van Westerveld en 1800 gulden aan Wouter van Westerveld. | 07-06-1805 | |
Roelof van Ginkel, me.j. jm. verkoopt aan Poulus Petersen van Broekhuizen een huis met ruim drie morgen land, een gedeelte van Klein Egdom, genaamd Nieuw Apeldoorn. | 06-07-1804 | |
Gerrit Zaaren Kleinveld, getrouwd met Aardje van Barneveld, won. op de Burgwal, lenen 1000 gulden van Sibertus van Straalsond. Onderpand: de Burgwal op Ekeris. | 16-03-1805 | |
Pieter Kok, waarnemend gerechtsbode verkoopt namens Arnoldus van Geijtenbeek, notaris, won. op de Treek aan Wouter Wouterus Pull, mr. metselaar te Amersfoort de helft van vijf hoekjes land op de Schilt, gehuurd door o.a. Teunis van Holten, Dirk van den Heuvel en Jan Eijkelkamp; de helft van een hoekje land aan de Wetering, gehuurd door Jan de Bree jr.; de helft van een hoek bos, genaamd het Advocaatsbosch op Ekeris; de helft van een hoekje bouwland; de helft van een huis met ruim 4 morgen land op Ekeris, gehuurd door de weduwe van Helmert Jansen van Ginkel en de helft van de Knopperkamp onder Geeresteijn, gehuurd door Gijsbert van de Wetering. | 01-04-1802 | |
Hermanus Johannis van Maanen verkoopt namens Jan Jakob de Heer, won. Amersfoort aan Geurt Errisse Moesbergen het erf genaamd Groot Landaas met ca. 80 morgen land. | 04-02-1802 | |
Philip Erneste de Halbritter verkoopt aan Antonij de Bijll en Cornelis Slok de hofstede de Ringelpoel met 102 morgen en 333 roeden. Nog een heetveld van 90 morgen 29 roeden, gemeenschappelijk met Kleijn Rumelaar. M.u.v. een hoekje van een morgen en 499 roeden dat aan Evert Lagerweij is verkocht. | 09-08-1800 | |
Jan Ploeg verzoekt taxatie van de schade aan boekweit veroorzaakt door de losgebroken koe van Gerrit Methorst. Geschat op 5 stuivers. | 21-07-1800 | |
De erfgenamen van Antonij Methorst laten de helft van het erf De Nord taxeren. Geschat op 600 gulden. | 12-07-1800 | |
Cornelis Jansen en zijn vrouw Willemijntje Teunissen, won. op Huijstede laten hun testament op de langstlevende maken. De kleding en sieraden zullen door de langstlevende aan de erfgenamen van de overledene moeten worden afgestaan. Als Willemijntje als eerste overlijdt, krijgen haar zuster Gerritje Teunissen en haar broer Helmert Teunissen ieder 100 gulden. Als daarna Cornelis Jansen overlijdt zullen zij dit geld weer in de boedel moeten brengen. | 16-05-1800 | |