0350-01 Oud-archief van 's-Gravenhage 1313-1815 ( Haags Gemeentearchief )
0350-01
Oud-archief van 's-Gravenhage 1313-1815
Indexen
laatste wijziging 22-05-2024
6.180 beschreven archiefstukken
908 gedigitaliseerd
totaal 73.217 bestanden
Woord vooraf
Bijkans negentig jaren is het geleden, dat - het was in 1868 - een gedrukte inventaris van het oud-archief van 's-Gravenhage het licht zag. Deze was toen samengesteld door J.H. Hingman, commies-chartermeester aan het Rijksarchief te 's-Gravenhage. Dat in het tijdsverloop tussen 1868 en heden de inzichten zijn veranderd, de kennis der archivistiek zich heeft verdiept, behoeft geen betoog. Vele en velerlei oorzaken hebben de totstandkoming van een nieuwe inventaris belemmerd en vertraagd, maar daarom stemt het tot des te groter voldoening dat de ordening en inventarisatie van dit voor de Haagse geschiedenis zo bij uitstek belangrijk archief met de verschijning van deze nieuwe inventaris haar afsluiting vindt. Dat de huidige gemeente-archivaris als jong archief-ambtenaar in de periode 1946/1947 de eerste spade voor dit omvangrijke werk mocht steken, in deze wel vaak omgewoelde, doch slecht gecultiveerde bodem, moge zijn bijzondere persoonlijke belangstelling bij de voltooiing van dit werk verklaren; de eer de ordening, inventarisering en het persklaar maken van de inventaris in de periode 1950/1955 grotendeels te hebben verricht en tot een goed einde te hebben gebracht, komt de heer G. 't Hart, commies aan het Gemeente-archief, toe; terecht draagt deze inventaris dan ook zijn naam op de titelpagina.
Moge met de verschijning van deze inventaris het oud-archief van 's-Gravenhage voor alle onderzoekers en belangstellenden beter en gemakkelijker toegankelijk zijn geworden, zowel door een uitvoeriger, als door een meer systematische beschrijving, dan de verschillende voorlopige inventarissen boden. Moge ook de verbeterde toegankelijkheid tot dit oud-archief mettertijd vruchten afwerpen in de vorm van publicaties, welke meer nog dan tot dusverre de merkwaardige geschiedenis doen kennen van deze stad, die - in formele zin - tot 1811 geen "stad" geweest is, doch niettemin in binnen- en buitenland even befaamd als de grootste steden van Holland.
De gemeentearchivaris H.M. Mensonides, hist. drs.
De gemeentearchivaris H.M. Mensonides, hist. drs.
laatste wijziging 22-05-2024
6.180 beschreven archiefstukken
908 gedigitaliseerd
totaal 73.217 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 22-05-2024
6.180 beschreven archiefstukken
908 gedigitaliseerd
totaal 73.217 bestanden
Inventaris
4.24. Regestenlijst, 1313-1574
125 Keizer Maximiliaan en Karel, aartshertog van Oostenrijk etc, oorkonden, dat zij ontvangen hebben een supplicatie van de buurlieden en rijkdom van het dorp van den Haghe, dat men, daar hun vroegere privilege door rebelligheid, twisten en andere inconvenienten niet wel onderhouden is, uit de rijksten, bekwaamsten en wijsten van het dorp zou mogen kiezen een college van 32, dat door coöptatie wordt aangevuld en welke 32 jaarlijks op St. Katherinenavond een dubbeltal opmaken, waaruit stadhouder en raden de 7 schepenen kiezen; ten 2e, dat men elk jaar op Oudjaar 2 mannen zou kiezen om dat jaar tresorier te zijn, welke schriftelijk rekening afleggen in handen van burgemeesters of schepenen en 3 of 4 van de vroedschap; ten 3e, dat de burgemeesters of communimeesters op Goede Vrijdag elk jaar in het openbaar 5 waardijns zullen kiezen. Ten 4e, dat schepenen of burgemeesters geen waardijns of tresorier mogen zijn, maar dat, wanneer een waardijn of tresorier tot schepen of burgemeester gekozen wordt, hij zijn jaar mag uit mag dienen. Ten 5e dat baljuw, schout, burgemeesters en schepenen elk jaar 4 weesmeesters zullen kiezen, die minstens eens per week moeten vergaderen. Ten 6e insgelijks, dat schout en schepenen mogen kiezen met advies van de pastoor, kerkmeesters, getijmeesters, heiligegeestmeesters, huiszittenmeesters en ziekenmeesters. Ten 7e, dat niemand tot enig ambt verkiesbaar is, die niet 3 jaar buurman is geweest en met de ingezetenen accijns, bede, schot en andere ongelden betaald heeft. Ten 8e, dat men voortaan geen keuren maken of afschaffen zal dan door schout, burgemeesters, schepenen en de gemene vroedschap, en ook zonder hen geen geld, goed of wedden zal mogen geven, waartegen baljuw, schout en gerecht een tegenrequest hebben ingediend, verlangende, dat hun zou worden toegestaan 10 of 12 personen te kiezen, die zij dagelijks bij zich zouden mogen roepen om over de zaken van Den Haag te beraadslagen. In verband met dit verzoek stellen Maximiliaan en Karel vast,
0350-01 Oud-archief van 's-Gravenhage 1313-1815
4 Inventaris
4.24. Regestenlijst, 1313-1574
125
Keizer Maximiliaan en Karel, aartshertog van Oostenrijk etc, oorkonden, dat zij ontvangen hebben een supplicatie van de buurlieden en rijkdom van het dorp van den Haghe, dat men, daar hun vroegere privilege door rebelligheid, twisten en andere inconvenienten niet wel onderhouden is, uit de rijksten, bekwaamsten en wijsten van het dorp zou mogen kiezen een college van 32, dat door coöptatie wordt aangevuld en welke 32 jaarlijks op St. Katherinenavond een dubbeltal opmaken, waaruit stadhouder en raden de 7 schepenen kiezen; ten 2e, dat men elk jaar op Oudjaar 2 mannen zou kiezen om dat jaar tresorier te zijn, welke schriftelijk rekening afleggen in handen van burgemeesters of schepenen en 3 of 4 van de vroedschap; ten 3e, dat de burgemeesters of communimeesters op Goede Vrijdag elk jaar in het openbaar 5 waardijns zullen kiezen. Ten 4e, dat schepenen of burgemeesters geen waardijns of tresorier mogen zijn, maar dat, wanneer een waardijn of tresorier tot schepen of burgemeester gekozen wordt, hij zijn jaar mag uit mag dienen. Ten 5e dat baljuw, schout, burgemeesters en schepenen elk jaar 4 weesmeesters zullen kiezen, die minstens eens per week moeten vergaderen. Ten 6e insgelijks, dat schout en schepenen mogen kiezen met advies van de pastoor, kerkmeesters, getijmeesters, heiligegeestmeesters, huiszittenmeesters en ziekenmeesters. Ten 7e, dat niemand tot enig ambt verkiesbaar is, die niet 3 jaar buurman is geweest en met de ingezetenen accijns, bede, schot en andere ongelden betaald heeft. Ten 8e, dat men voortaan geen keuren maken of afschaffen zal dan door schout, burgemeesters, schepenen en de gemene vroedschap, en ook zonder hen geen geld, goed of wedden zal mogen geven, waartegen baljuw, schout en gerecht een tegenrequest hebben ingediend, verlangende, dat hun zou worden toegestaan 10 of 12 personen te kiezen, die zij dagelijks bij zich zouden mogen roepen om over de zaken van Den Haag te beraadslagen. In verband met dit verzoek stellen Maximiliaan en Karel vast,
Datering:
1514 maart 28 (XXVIIIe dach van Maerte - duysent vijfhondert ende derthiene voer Paesschen) (Mechelen).
NB:
a. Oorspronkelijk inv.nr. 721
b. Afschrift in inv.nr. 753 fol. 77
c. Afschrift in inv.nr. 754 fol. 76.
b. Afschrift in inv.nr. 753 fol. 77
c. Afschrift in inv.nr. 754 fol. 76.
Organisatie: Haags Gemeentearchief
laatste wijziging 14-12-2018
laatste wijziging 22-05-2024
6.180 beschreven archiefstukken
908 gedigitaliseerd
totaal 73.217 bestanden
Kenmerken
Datering:
1313-1815
Beschrijving:
Inventaris van het Oud-archief van de magistraat, vanaf 1795 het gemeentebestuur van 's-Gravenhage
Omvang in m¹:
166
Auteur:
G. 't Hart (1957)
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Categorie:
Zie ook:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 22-05-2024
6.180 beschreven archiefstukken
908 gedigitaliseerd
totaal 73.217 bestanden